Skip to main content

Algemeen Overleg België

Voorzitter,

Ik dank de minister voor de brief over de samenwerking met België. Het is een overzichtelijk stuk. Het belang van samenwerking met België onderstreept mijn fractie natuurlijk ook. De heer Sjoerdsma heeft er veel woorden aan gewijd en daar kan ik eigenlijk niet overheen. Ik onderschrijf dat wel.

Ik ga nu in op een aantal aspecten die in de brief worden genoemd. Het is jammer dat de Vlamingen niet kunnen meegenieten van onze nationale televisieprogramma's.
In Vlaanderen kun je wel Italiaanse, Turkse, Spaanse, Russische en Arabische zenders ontvangen, maar geen Nederlandse, anders dan de drie openbare Nederlandse omroepen die op de kabel zitten. In Baarle-Hertog werd Telenet zelfs verplicht, de Neder-landse commerciële stations te blokkeren. Een Belgische journalist, Karel van den Broeck, vraagt zich dan ook hardop af of de Vlaamse omroepen de reclamemarkt willen afschermen en of reclame de laatste lijm is tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Ik laat het graag aan de Belgen over om die vraag te beantwoorden.
Ik constateer echter wel dat bijvoorbeeld Amerikaanse tekenfilms op de Nederlandse televisie worden nagesynchroniseerd met «Nederlands» Nederlands en op de Vlaamse televisie worden nagesynchroniseerd met «Vlaams» Nederlands.

Vlaamse tv-series worden op de Nederlandse televisie ondertiteld en het omgekeerde gebeurt ook. Volgens taalkundigen heeft de audiovisuele scheiding tussen noord en zuid van het Nederlands een bicentrische taal gemaakt.

Mijn vraag aan de minister is: is dat nu nodig? Is de minister bereid, de mogelijkheden te bezien om hier samen met zijn collega van OCW aandacht voor te vragen bij de zuiderburen? Wat de PVV betreft, blijven Nederland en Vlaanderen gewoon één taalgebied. Het toegankelijk maken van Nederlandse commerciële televisieprogramma's in Vlaanderen kan dit bevorderen. Wil het kabinet zich daarvoor inzetten?

Ik kom op de co-locatie van diplomatieke vertegenwoordigingen. Co-locatie betekent letterlijk: samen op één plek zitten. Voorziet de minister nu ook samenwerking met de Belgen op zo'n co-locatie? Hoe moeten wij ons dat dan voorstellen, vooral bij onderwerpen waarop wij eigenlijk met België concurreren?
Hoe zorgt de minister ervoor dat co-locatie niet ten koste gaat van de Nederlandse handelsbelangen?
Weet de minister ook hoe de Nederlandse ondernemers denken over dit soort samenwerking?

Justitiële grensoverschrijdende samenwerking is natuurlijk een goede zaak. Daarover zal ik geen kwaad woord zeggen. Ik vraag in dit verband wel aandacht voor de gedeelde problematiek omtrent jihadreizigers naar conflictgebieden zoals Syrië. Proportioneel gezien staat België op nummer één als leverancier van jonge jihadisten, maar vanuit Nederland zijn er naar schatting ook al meer dan 100 jihadisten vertrokken naar Syrië.

Wordt er op dit punt intensief en open gecommuniceerd tussen Nederland en België? België gaat een taskforce opzetten om dit fenomeen tegen te gaan, aldus de Belgische minister van Binnenlandse Zaken. Heeft Nederland al aangeklopt bij België om te bezien of wij hierin kunnen samenwerken? Ik heb nog een andere vraag over politionele en justitiële samenwerking. Wat is het standpunt van het kabinet ten aanzien van het Belgische voorstel om in Benelux-verband elkaars politiediensten zelfstandige opsporingsbevoegdheden te geven op elkaars grondgebied?
De minister geeft aan dat het gaat om beperkte zelfstandige opsporingsbevoegdheden. Kan hij dit wat nader toelichten vandaag?

Ik kom op de kwestie van het gezamenlijk afvaardigen van handelsmissies naar andere landen. Dat gaat binnenkort gebeuren. Kan de minister aangeven waarom er voor Zuid-Afrika is gekozen als bestemming van die gezamenlijke Nederlands-Vlaamse handelsmissie dit jaar? Zijn er ook al plannen voor volgende handelsmissies?

Ook hier rijst de vraag, hoe het kabinet dit ziet voor met elkaar concurrerende Belgische en Nederlandse bedrijven. Kunnen Nederlandse en Belgische belangen wel gezamenlijk worden ondergebracht in één zo'n handelsmissie? Komt daardoor niet of het Nederlandse belang, of het Belgische belang in de knel? Nederland wil intensiever samenwerken met Wallonië.

Kan de minister aangeven welke concrete resultaten de handelsmissie naar Wallonië heeft opgeleverd? De PVV-fractie is met name benieuwd naar de resultaten van de delegatie van Rotterdamse havenbedrijven die de Luikse haven heeft bezocht.

Ik maak graag nog een keer van de gelegenheid gebruik om ons wederom te verzetten tegen de gruwelijke plannen met de Hedwigepolder. Het onder water zetten van de polder is een gigantische belediging van onze geschiedenis en van onze volksaard. Is de minister het met de PVV eens dat geen enkele Nederlander met inpoldering gediend is?

Tot slot kom ik op de samenwerking op defensiegebied. De PVV kan zich vinden in het streven naar intensieve samenwerking op het defensievlak, maar wij willen wel graag zeggenschap behouden over onze eigen troepen. Wij willen ook gewoon de vrijheid houden om onze eigen mensen en middelen in te zetten, ook als de Belgen niet mee willen doen. Zo is er bij missies onder leiding van een ander land een Nederlandse «red card holder» die kan interveniëren bij de beslissing over de inzet van Nederlandse militairen. Die mogelijkheid moet wel behouden blijven. Als wij de militaire samenwerking met België gaan intensiveren, moet dat beide landen financieel en operationeel voordeel bieden, want anders wegen de voordelen niet op tegen de kosten en dan zouden wij het niet moeten doen.

Voorzitter,

Ik dank de minister voor zijn beantwoording in eerste termijn. Ik constateer dat hij niet genegen is om iets te doen aan de centrifugale krachten wat betreft taalbeleving aan beide zijden van de grens. Dat vind ik jammer. Ik zal binnen mijn fractie met de woordvoerder die in de Taalunie zit, bespreken of wij wat dat betreft een meer concreet voorstel onder de aandacht van de minister kunnen brengen. Ik merk het volgende op over de toekomst.

Wij hebben een heel waardevolle brief ontvangen. Ik hoop dat wij in de toekomst een vervolgbrief krijgen waarin duidelijk wordt gemaakt waar meters zijn gemaakt, maar ook waar problemen zijn ontstaan bij plannen die in de brief zijn geformuleerd. Ik zie ernaar uit om daar over een halfjaar of een jaar verder over te praten.