Skip to main content

Algemeen Overleg Vessel Protection Detachments (VPD) - 2

Voorzitter. Het bestaand beleid van de Nederlandse overheid om piraterij bij de Hoorn van Afrika tegen te gaan loopt klem. Die opmerking is niet nieuw. Die dateert al uit de jaren 2008, 2009. Al vanaf dat moment wezen Nederlandse reders erop dat de Nederlandse overheid de bescherming die onze koopvaardij daar nodig heeft, niet biedt en kan bieden. De PVV heeft er al zeker sinds 2009 op gewezen dat er niet aan te ontkomen valt om op enig moment gewapende private beveiligers aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen mogelijk te maken. Ik vind het erg jammer dat de regering dat niet al gelijk met ons wilde inzien en dat zij de boot nog jarenlang op dat punt heeft afgehouden. Had zij dat niet gedaan, dan hadden wij al dat tegenstribbelen van linkse partijen dat ik nu hier aan tafel hoor, allang achter de rug gehad, dan hadden wij die bewapende private beveiligers al op onze koopvaardijschepen gehad en dan was de situatie veel beter geweest.

Ik zou tegen de regering willen zeggen: volle kracht vooruit! Volle kracht vooruit om die reële en legitieme piraterijproblemen van de Nederlandse koopvaardij op te lossen. Mevrouw Günal-Gezer van de Partij van de Arbeid wees op een soort waterbedeffect. Zij zei: het gaat nu redelijk goed; aan de oostkust van Afrika zien wij bijna geen piraterij meer; het komt nu naar boven aan de westkust van Afrika. Zij heeft gelijk: het komt naar boven aan de westkust van Afrika. Het wordt daar steeds erger. Zou het niet fantastisch zijn als de gewapende private beveiligers, van wie ik echt hoop dat de regering die gaat realiseren aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen, straks ook kunnen optreden aan de westkust van Afrika en waar ook ter wereld waar onze koopvaardij door piraten zal worden bedreigd? Die beschermingsmogelijkheid, dat beschermingsniveau, kan de private sector overal ter wereld bieden. Onze Nederlandse marine, met alle respect voor haar inspanningen, zal dat nooit aan de Nederlandse koopvaardij kunnen bieden.

In de inbreng van een aantal fracties is de vraag aan de orde gekomen of wij de zwaardmacht nu uit handen gaan geven, maar dat is helemaal niet aan de orde. Het gaat ook niet om de zwaardmacht maar om het monopolie van de zwaardmacht. Het monopolie van de zwaardmacht ligt bij de overheid. Dat monopolie gaan wij ook niet uit handen geven. Die zwaardmacht blijft altijd bij de overheid berusten. Die kan altijd haar zwaardmacht op Nederlands grondgebied en aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen inzetten wanneer zij dat wil.

Voorzitter. Hoe de overheid het monopolie van de zwaardmacht hanteert, bepaalt de overheid zelf. De overheid kan ook bepalen dat zij de uitoefening van de zwaardmacht delegeert onder strikte reglementering en onder strikt toezicht op de wijze waarop degene aan wie dat wordt gedelegeerd, daarmee omspringt. Strikte reglementering, certificering, toezicht; onder dat soort voorwaarden kun je de zwaardmacht best delegeren. De overheid moet dat zelfs doen als zij op bepaalde locaties niet in staat is om de belangen van de Nederlandse koopvaardij te beschermen. Ik vind het heel belangrijk om hier de kwestie van de zelfverdediging nog even aan de orde te stellen. Het is overigens jammer dat de Minister van Veiligheid en Justitie hier niet bij is, al neem ik aan dat hij het verslag van deze vergadering gaat lezen. Waar begint zelfverdediging?

Stel dat op volle zee van die snelle bootjes op een koopvaardijschip af komen varen, wanneer begint dan het moment van zelfverdediging? Wat mij betreft, zou dat moment van zelfverdediging moeten inhouden dat je kunt voorkomen dat piraten aan boord van het koopvaardijschip klimmen. Als die piraten eenmaal aan boord zijn, heb je al een heel gevaarlijke situatie bij de hand. Dat moet dus voorkomen worden. Mijn vraag aan de bewindslieden die hier nu zitten, is ook duidelijk gericht aan de Minister van Veiligheid en Justitie, en die luidt: wilt u daar heel veel aandacht aan besteden? Als wij namelijk een noodweerbegrip gaan hanteren waarbij de noodweersituatie pas intreedt terwijl de piraten al een boord zijn, dan zijn we dus te laat.

Er is al gerefereerd aan het rondetafelgesprek dat de Kamer met een aantal deskundigen, ook juridische, heeft gehad over dit onderwerp. Wij hebben uit de stukken begrepen dat een wetsvoorstel om private gewapende beveiliging mogelijk te maken dit jaar al in consultatie zal komen. Dat is althans de bedoeling van het kabinet. Maar volgens de rechtsgeleerden die wij in dat rondetafelgesprek ontmoetten, zouden wij voor dit soort koninkrijkswetgeving moeten rekenen op een behandelingsduur van twee jaar. Ik weet niet of dat juist is, maar dat zou ik buitengewoon onwenselijk vinden. In ieder geval zei een aantal deskundigen dat er ook een tijdelijke oplossing mogelijk is, namelijk een eenvoudige aanpassing van de wapenwetgeving en een richtlijn van het OM met betrekking tot het optreden van gewapende private beveiligers. Ik vraag de regering uitdrukkelijk ook daarnaar te kijken, zodat wij niet nog twee jaar moeten wachten voordat er eindelijk gewapende private beveiligers aan boord kunnen zijn. Wij kunnen wellicht ook een tijdelijke maatregel overwegen zoals dat in andere landen ook al gebeurt.

Voorzitter. Ik blijf erop hameren: het feit dat de piraterij voor de kust van Oost-Afrika is teruggedrongen is voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat op alle koopvaardijschepen die daar nu rondvaren, gewapende beveiligers aan boord zijn. Soms zijn dat militaire beveiligers maar meestal zijn het private beveiligers. Bij veel van die schepen, die onder andere vlaggen varen, is dat gewoon legaal. Bij Nederlandse schepen is dat echter nog steeds niet legaal. Die ongelijkheid moeten we opheffen; het is in het belang van onze rederijbranche dat dat zo snel mogelijk gebeurt. Ik ben blij dat de regering die koers nu heeft ingezet. Ik hoop dat zij daar met voortvarendheid aan blijft werken.

Ik ben er natuurlijk voorstander van dat die wetgeving met de uiterste zorgvuldigheid tot stand komt. Daar zal ik niets aan af willen doen. Dat het alleen in aanvulling is op militaire bescherming, daar kan ik mij ook in vinden. Maar ik vind het wel erg jammer dat de regering mij niet wil toezeggen dat zij de mogelijkheid van een tijdelijke oplossing gaat bekijken, terwijl dat lange wetgevingstraject nog helemaal moet worden doorgeakkerd. Andere landen doen dat wel en ook de uitstekende militair-maritiem, maar ook juridisch deskundige professor Knoops heeft tegen onze commissie gezegd dat een tijdelijke oplossing wel degelijk juridisch mogelijk is. Als dat hier niet wordt toegezegd, dan ga ik aan de Minister van Veiligheid en Justitie vragen om daar toch op te reageren.