Skip to main content

Begroting VWS 2022

Voorzitter,

Tien jaar geleden kreeg ik de diagnose Multiple Sclerose. Het was vlak voor de kerstdagen en de voorbereidingen voor de Catshuisonderhandelingen waren net begonnen. Later, tijdens de pauzes van de onderhandelingen spraken Geert en ik er af en toe over. Ik ben hem daar dankbaar voor. Door die gesprekken kon ik de woorden vinden om het te vertellen aan mijn familie en vrienden.

Aanvankelijk was MS slechts een verklaring voor de gekke klachten die ik al jaren had, maar in de verkiezingszomer van 2012 ging het goed mis. Tijdens die ene week in augustus dat alle partijen hadden afgesproken één week op vakantie te gaan, lag ik op de stroke-afdeling van een ziekenhuis.

Driekwart van mijn lichaam was gevoelloos. Ik ben het medische team van dat ziekenhuis enorm dankbaar dat de rolstoel die naast mijn bed stond, ongebruikt bleef. Tot op de dag van vandaag overigens.

Eigenlijk gaat het best goed met me. Wel altijd pijn, en dat went niet, maar goed, er zijn echt ergere dingen. Eigenlijk had ik niet gedacht hier vandaag, tien jaar later, nog in zo’n goede gezondheid, te staan. Wat de toekomst brengt, dat weet ik niet, maar zoals het er nu naar uitziet, bent u voorlopig nog niet van mij af 

De begrotingsbehandeling is een moment dat veel Kamerleden een persoonlijk verhaal vertellen. Helemaal tijdens de eerste begrotingsbehandeling van de nieuwe Kamerleden na de verkiezingen. Dat verwacht ik ook vandaag.

We hebben weer verpleegkundigen onder ons, we hebben opnieuw iemand met een beperking, we hebben een arts, we hebben patiënten zoals ik en we hebben natuurlijk ook collega’s die in zo’n goede gezondheid verkeren dat ze op dit moment alleen zorgbetaler zijn.

Maar goed, zij hebben dan misschien wel ouders die in de zorgmolen zitten, grootouders die in een verpleeghuis wonen of vertellen straks over een indrukwekkend werkbezoek dat ze onlangs hadden.

Iedereen heeft zijn eigen persoonlijke verhaal als het over de zorg gaat. Want dat is de zorg. Persoonlijk. Op een dag zijn we allemaal een keer aan de beurt. Dan wordt het persoonlijk. En dan moet het wel goed zijn. En dat brengt mij dan ook bij mijn grootste frustratie als zorgwoordvoerder.

De bijdrages die we vandaag zullen horen staan vaak, niet altijd, maar wel vaak, ver af bij de “Staat van onze Zorg” op dit moment. Onze zorg staat op klappen en dat is regelrecht de schuld van de partijen die hier vandaag vertegenwoordigd zijn.

Als de coronacrisis er niet was geweest, zou onze zorg ook vastlopen. Er waren al te weinig medewerkers. Er was al een torenhoge werkdruk. Er waren al 5 ziekenhuizen, 16 spoedeisende hulpposten en 19 intensive cares gesloten. Er waren al 914 ic-verpleegkundigen minder. Er stonden al 20.000 hoogbejaarden op de wachtlijst voor een verpleeghuis en de verzorgingshuizen waren al dicht.

Dat alles terwijl iedereen hier aanwezig, weet dat het aantal 75-plussers de komende twintig jaar nog verdubbelt en hun zorgvraag ook.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toekomstplannen van het kabinet. De ziekenhuizen krijgen er komend jaar niks bij, er is geen geld gereserveerd voor de inhaalzorg en binnen tien jaar willen ze nog steeds de helft van de ziekenhuizen en verpleeghuizen sluiten.

En ik zie geen spijt bij de partijen die hier verantwoordelijk voor zijn. Erger, ik zie geen wijziging van beleid. Geen koerswijziging. Onze zorgtitanic vaart recht op de ijsschots af en ons kabinet speelt, als een orkest met een vrolijk deuntje, mooi weer.

Het is alleen maar pleisters plakken. Kusje erop en gaan. Dat terwijl onze zorg een patiënt is die een grote, levensreddende operatie nodig heeft.

En die operatie hoeft overigens helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. In de zorg draait alles om twee dingen: goede mensen en goede spullen. Als je deze twee dingen goed regelt, krijg je robuuste zorg die tegen een stootje kan. Regel je het niet, dan stort je bouwwerk op enig moment in.

Voor dit alles moet je tevens bereid zijn genoeg te betalen. Dat betekent niet dat de zorg onbetaalbaar wordt, integendeel. Onze zorg wordt betaald vanuit onvrijwillig afgedragen belasting en premiegeld, me dunkt dat daar omzichtig mee omgesprongen moet worden.

Ik ga het daarom vandaag hebben over onze oplossingen voor voldoende mensen en spullen en hoe we dat gaan betalen. Ik doe dat overigens niet voor de eerste keer, maar voor de vijftiende keer.

En vijftien keer was het helemaal voor niets. Maar deze oplossingen kloppen én zijn betaalbaar. De enige reden dat ze niet worden uitgevoerd, is dat ik ze heb bedacht. Maar dat, dat achteloze, dat arrogante, dat wegwerpgebaar, dat kunt u zich helemaal niet meer veroorloven.

De zorg staat op klappen. Er moet NU iets gebeuren en u hier allen, u bent degenen die beslist. Wordt het erop, of wordt het eronder? Ik zeg erop.

Dus nu even de kladblokjes erbij voor degenen die nu namens hun partijen met elkaar onderhandelen over de zorgparagraaf in het nieuwe regeerakkoord.

 

Allereerst de mensen.

Zorg is mensenwerk. Goede zorg valt of staat met voldoende medewerkers. Het tekort loopt komend jaar op tot 74.000 medewerkers. Op een totaal van zo’n 1,3 miljoen, is dat rond de 6%.

Zonder voldoende en voldoende bekwame medewerkers komt eerst de kwaliteit onder druk te staan. Daarna stopt de zorgverlening.

Dat hebben we recentelijk kunnen zien bij steeds meer spoedeisendehulpposten die tijdelijk sluiten en kraamafdelingen die geen plek hebben voor bevallende vrouwen. Een meerderheid steunde mijn debatverzoek dan wel, maar het werd op de lange baan geschoven.

Hoe daarmee omgegaan zou moet worden, is precies zoals Marcel Levi afgelopen week schreef in zijn column. Het sluiten van spoedeisendehulpposten is een typisch Nederlands fenomeen, schrijft hij. In de meeste landen is het uitdrukkelijk verboden. De besturen lossen het daar maar op achter de voordeur in plaats van met patiënten te gaan sjouwen.

En zo zou onze houding ook moeten zijn. We hadden het debat direct dezelfde avond moeten houden en er direct korte metten mee moeten maken. Als we dat niet doen, is het straks uw geliefde voor wie geen plek is. Of er is geen plek voor u. Of niet voor u, mevrouw de voorzitter.

Crux van onze voorstellen is dat we de handen vrijspelen van de mensen die nu al in de zorg werken. Dan komen we ook van dat idiote dogma af van daar waar nu 1 op 7 mensen in de zorg werkt dat dat over 20 jaar 1 op 4 zou moeten zijn. Dat is volstrekt irreëel. Dus hou daarover op. Doe je werk. Los het op.

Gelukkig zijn de personeelstekorten goed oplosbaar. De volgende voorstellen kosten géén extra geld en er hoeven ook géén extra mensen van buiten de zorg in de zorg te komen werken.

Sinds 2006 presenteren we met enige regelmaat ons overheadplan. De overhead steeg in de langdurige zorg naar 16%, daar waar de best presterende instellingen op 5-7% zitten. Als zij de norm worden (werkvloerbonus) kunnen zo’n 50.000 overheadmedewerkers, met behoud van salaris, weer een uitvoerende taak vervullen.

Ditzelfde aantal gaat op voor de ziekenhuizen.

Je hebt het dus over zo’n 100.000 extra medewerkers op de werkvloer, zonder dat er een cent bij hoeft of dat er extra medewerkers van buiten de zorg aangetrokken hoeven te worden (absolute aantallen).

Dan de regels. Doorn in het oog van velen, maar er is de afgelopen kabinetsperiode wéér veel te weinig mee gebeurd. De schrapsessies van De Jonge zijn niet substantieel gebleken. De regels zijn de nagel aan de doodskist van onze zorg.

Alleen al in de verpleeghuizen zijn de medewerkers 35% van hun tijd kwijt aan administratie, terwijl de bewoners er maar één keer komen wonen! Maak daar 10% van en je wint 25 medewerkers op elke 100 medewerkers.

Dat levert alleen al zo’n 30.000 extra medewerkers in de verpleeghuizen op (129.448 - 7% overhead, 25% daarvan = 30.096). Zorgbreed kom je op een veelvoud daarvan (absolute aantallen).

Neem de ziekenhuizen. In veel ziekenhuizen werken méér mensen die géén patiëntencontact hebben dan wel. Ook staat er naast veel ziekenhuizen een gebouw dat nóg groter is dan het ziekenhuis zelf, waar alle administratieve medewerkers werken.

Nog twee concrete voorstellen als het gaat om de regels. In de thuiszorg en verpleeghuizen kan prima gewerkt worden met één tarief. Weg met al die registraties en herindicaties.

Of de kilometerregistratie voor het bovenregionale Valysvervoer. Mensen met een beperking moeten niet alleen hun eigen privacy schenden doordat ze aan de overheid moeten administreren waar ze, wanneer, heengaan, ze moeten 5 keer meer per kilometer betalen dan treintarief als ze hun kilometers overschrijden. Afschaffen hoeft niet veel te kosten, je heft immers het hele controlecircus op, het levert wel veel op voor mensen met een beperking.

Dat alles moet toch anders kunnen? “Regels moeten worden geautomatiseerd, gestandaardiseerd of afgeschaft”. Bijtel dat in op de gevel van het ministerie van VWS, beste minister!

De volgende voorstellen voor extra medewerkers kosten wel extra geld, maar er hoeven nog altijd géén extra mensen van buiten de zorg aangetrokken te worden.

De voltijdbonus bijvoorbeeld. Vaak voorgesteld, lullig afgepoeierd door de vorige minister al zou dat nu wettelijk niet mogelijk zijn. Maar zijn wij niet zoals we hier bij elkaar zitten wetgever en medewetgever? Dus kom op minister.

De volgende joekel van een vis die in de vijver zwemt, lijkt de grote onoplosbare, maar is dat niet. Het kan wel tot 200.000 extra medewerkers opleveren als we de deeltijdfactor weten op te hogen van 0,68% naar 0,8%.

En nee, niemand hoeft van mij verplicht meer uren te gaan werken, maar de grote roze olifant in deze Kamer is dat veel vrouwen niet meer uren willen werken, omdat ze binnen hun gezinsinkomen hun toeslagen niet willen verliezen.

Een VVD’er zou nu zeggen dat die toeslagen dan maar moeten worden afgeschaft. Ik zeg dat niet. Ik stel voor de toeslag langer door te laten lopen, zodat deeltijders meer uren kunnen werken, zonder hun toeslag kwijt te raken. Ik verzoek de minister dit voorstel te onderzoeken.

Onderzoekers becijferden al eens dat de problemen met de tekorten aan medewerkers opgelost zijn als iedereen in de zorg 1 uur extra gaat werken, of dat als alle deeltijders 1 dag extra gaan werken. De problemen met de tekorten aan zorgmedewerkers los je dus op door korte metten te maken met de regels.

 

Dan de spullen.

Als het gaat om de spullen gaat het natuurlijk over de materiele kant van de zorg. Vorig jaar liet zien hoe mis dat kan gaan. Op de vooravond van de eerste coronagolf werden al onze beschermingsmiddelen verpatst aan China. Al onze mondkapjes, schorten, brillen en handschoenen waren weg op het moment dat we ze het hardste ooit nodig hadden. De marktwerking liet zich van zijn lelijkste kant zien.

Onze zorgmedewerkers hadden het nakijken. De zorg en iedereen die corona kreeg, voordat er vaccins beschikbaar waren, verdienen excuses voor deze immense laksheid. En Maurice de Hond natuurlijk. Want hij had gelijk.

Sinds mei van dit jaar erkennen het CDC, de Amerikaanse grote broer van ons RIVM en de WHO dat corona zich vooral verspreidt door het inademen van elkaars adem. Bij ons zit aerogene transmissie echter nog altijd niet tussen de oren.

Nog altijd doet het kabinet besmuikt over de juiste ventilatie. Nog altijd zijn er geen nieuwe, juiste ventilatierichtlijnen voor publieke omgevingen. Nog altijd hangen er niet overal CO2-meters.

Nog altijd is er niet een continu herhaald advies op radio en TV voor de juiste ventilatie thuis, waar tweederde van de besmettingen plaatsvindt. Het kabinet faalt stierlijk en zie de besmettingen lopen weer op. En de paniek loopt op.

Maar hoe is het mogelijk dat in een rijk en welvarend land als Nederland nu bijna twee jaar later onze ziekenhuizen nog altijd het nakijken hebben? Hoe kan het dat mensen wéér bang moeten zijn dat hun operatie uitgesteld wordt? Waarom bulken we inmiddels niet van de ic-bedden? Waarom is er maar een handjevol ic-verpleegkundigen (153) bijgekomen?

Waarom heeft de minister de ventilatie en de ziekenhuiscapaciteit niet op orde? Waarom start hij als bliksemafleider van zijn eigen onvermogens een hetze tegen de ongevaccineerden? Die er niet in komen zonder test, maar besmette gevaccineerden wel. Een meneer die positief testte behield zijn QR-code, ging het hele weekend op stap en nam zelfs het vliegtuig. Dat kan toch niet!?

Laat de minister die schijnveiligheid met die QR-codes opheffen en werk maken van (1) de juiste ventilatie (2) wie corona heeft gaat in thuisisolatie in plaats van op stap (3) voldoende ic-capaciteit en (4) reservecapaciteit. Dat zijn maatregelen die hout snijden! Dan voorkom je nieuwe besmettingen en dus vrijheidbeperkende maatregelen.

Tenslotte is er nog één dingetje dat dwars zit. Meneer Gommers, de voorzitter van de intensive cares stelt dat 650 patiënten de maximale ic-capaciteit is. Daarom heerst er nu grote paniek. De minister schrijft echter in antwoord op vraag 629 bij de begroting dat er voor een opschaling naar 1.700 ic-bedden, géén extra ic-medewerkers nodig zijn. Waarom niet? Omdat er dan gewerkt gaat worden met 1 ic-verpleegkundige op 3 patiënten in plaats van 1 op 2.

Waarom dan die paniek vraag ik de minister? Door dat te doen overbrug je toch de tijd naar dat er wel alsnog structureel genoeg mensen en spullen zijn?

Er is nog een vraag die bij veel mensen speelt. Tijdens de eerste golf is de allerhoogste piek 1.424 patiënten op de ic geweest. Hoe kunnen we daar nog overheen gaan als inmiddels bijna 85% van de mensen volledig gevaccineerd is? En van de ongevaccineerden 40% corona heeft gehad?

In vraag 563 bij de begroting stelde ik de minister de vraag ons die som te geven, zodat we hem kunnen nalopen. Zodat we hem beter kunnen begrijpen. We krijgen hem niet. Waarom krijgen we niet de gelegenheid onze grondwettelijke controlerende taak te vervullen, vraag ik de minister?

 

Als het gaat om de materiële kant van de zorg, dan is er meer mis. Ik maak me ernstig zorgen over onze ouderenhuisvesting de komende 20 jaar. Mijn oude vak is architectuur. Vroeger sleet ik mijn dagen achter een tekenschot als ontwerper op een architectenbureau. Wat een prachtig vak was dat. Uit eigen ervaring weet ik hoeveel jaren eroverheen gaan van opdracht tot oplevering. Helemaal van grote gebouwen zoals zorginstellingen.

Een bestuurlijk akkoord afspreken voor de bouwopgave de komende twintig jaar, waarvan we de aantallen niet kunnen nalopen, ook die som krijgen we niet, is simpel, maar dikke kans dat het niet werkt. Het zijn mooie aantallen hoor, 60.000 ouderenwoningen en 25.000 verpleeghuisplekken binnen 5 jaar erbij, maar of dat genoeg is?

Binnen 20 jaar zijn alleen al 164.000 extra en vernieuwde verpleeghuisplekken nodig. Hoe hard is dat bestuurlijk akkoord? Wat zijn de garanties dat onze ouderen straks de primaire levensbehoefte van een dak boven hun hoofd hebben?

Neem het Fletcher hotel in Emmen. Dat zou een zorgcomplex voor ouderen worden, maar nu stelt de gemeente Emmen het pand ineens per direct beschikbaar voor de opvang van asielzoekers!

Het maakt me zo kwaad. Onze alleroudsten, de mensen die ons land hebben opgebouwd, de mensen die nog bloembollen hebben moeten eten in de oorlog, de mensen die hebben moeten afzien, zij hebben het nakijken, nu ze oud en afhankelijk zijn geworden.

Hun plekken worden weggegeven aan mensen die hier helemaal niks te zoeken hebben. Daarom nogmaals de vraag aan de minister. Wat zijn uw bestuurlijke akkoorden waard voor de ouderen die de komende 20 jaar gewoonweg een dak boven hun hoofd nodig hebben?

 

Tenslotte de zorgkosten. Het is goed dat vanaf pagina 184 van de begroting wat langer stilgestaan wordt bij de forse onderschrijdingen waar VWS sinds 2012 al mee te maken heeft. Ik heb me daarover lang een roepende in de woestijn gevoeld en schreef er in 2015 het boek Verzilveren over. Nu kunt u het allemaal lezen dat er een absurd gat zit tussen de prognoses van de zorgkosten en de daadwerkelijke uitgaven.

De netto zorgkosten stegen van 2012 van 64 miljard euro naar 76 miljard in 2021, dat is veel geld, maar het steeg niet naar de bijna 90 miljard euro die werd voorspeld. Er was dus geen reden tot paniek. Er was geen reden de zorg uit te kleden tot een niveau dat we geen crisis aankunnen. Want dát is wat er is gebeurd.

De zorg zit op een prima 10% van het bbp. En let wel, het grootste deel hiervan gaat op aan salarissen. Daar mogen we best wat voor over hebben.

Zorgkosten die uit de pas gaan lopen, voorkom je allereerst door een bloeiende economie, waarbij de economie en de zorg verhoudingsgewijs redelijk gelijk opgaan.

Dat zou een goed streven zijn, zei het niet dat de zorgbezuinigingen ondanks de zorgcrisis, nog steeds staand beleid zijn. Het Centraal Planbureau waarschuwde in 2017 al dat nieuwe hoofdlijnenakkoorden tot kwaliteitsverlies zou leiden, maar toch kwamen er nieuwe. Inmiddels raad ook de Raad voor de Volksgezondheid & Samenleving nieuwe hoofdlijnenakkoorden af.

Maar ook nu, in het oog van de huidige enorme zorgcrisis, zie ik geen koerswijziging wat dat betreft. Erger, het komende jaar moeten de ziekenhuizen het doen met een volumegroeibeperking van 0%, terwijl ze op klappen staan. Laat dat even tot u doordringen. Geen cent erbij in deze tijd. Ook niet voor de inhaalzorg.

Wat je in ieder geval niet moet doen als je je zorgen maakt over of de zorg nog wel betaalbaar is in de toekomst, is de zorg dan maar opheffen, zoals het nieuwste rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid betoogt. Wat een dwaas advies.

Het staande beleid van de Juiste Zorg op de Juiste Plek, inmiddels weggemoffeld naar pagina 321 van de begroting, laat ook nog steeds zien dat het kabinet binnen tien jaar de helft van de ziekenhuizen en verpleeghuizen wil sluiten.

Als u allen hier vandaag aanwezig, dit niet stopt, bent u medeverantwoordelijk.

Naast de zorg dan maar afbreken, moet je ook je geld niet verspillen aan allerhande onbetaalbare zaken zoals afdrachten aan Brussel, klimaat, ontwikkelingshulp of massa-immigratie.

Er wandelen op dit moment zo’n 1.200 mensen per week ons land binnen. De 60.000 die dat dit jaar doen kosten ons een slordige 34 miljard euro. In drie jaar tijd is dat met 100 miljard euro veel meer dan wat de hele zorg in één jaar tijd kost.

Bij het antwoord op vraag 954 bij de begroting krijgen we een halfbakken antwoord op de vraag welk deel van de netto zorgkosten toe te schrijven is aan de bevolkingstoename van 2 miljoen mensen sinds 1995.

Het aandeel van 12%, zo’n 10 miljard euro, wordt weg gebagatelliseerd door het wonderlijke idee dat immigranten niet verouderen en geen gebruik maken van de zorg.

En ik altijd maar denken dat al die inmiddels oudere Turken, Marokkanen en Poolse landarbeiders kapotte ruggen hebben van al dat zware werk wat ze deden wat niemand wilde doen.

Laat iedereen die zich zorgen maakt over de zorgkosten, dáár eens over nadenken. Iedere immigrant wordt later, net als iedereen, ook een zorgvrager.

Nederland moet kiezen.
Immigratieland of verzorgingsstaat.
Het kan niet allebei.

Want op een dag hebben we wel allemaal zorg nodig. Iedereen. Niemand ontloopt ziekte of de ouderdom.

Wij hier bij elkaar bepalen wat het wordt.

Wordt het een zorginfarct, of niet?

Wat wij hier doen, is niet alleen maar een mooi persoonlijk verhaal.

Dit is het. Onze zorg.

Is die er nog als wij hier aan de beurt zijn?
Of is die dan verloren gegaan?

Onze zorg verdient het om gekoesterd te worden.
Om door ons zorgvuldig onderhouden te worden.
Om door ons lief te hebben.

Dat is het.
De keuze is aan u.
Wordt het erop of eronder?