Skip to main content

Mondkapjesdeal

Als je het onderzoek van Deloitte, de reconstructies van De Volkskrant en Follow the Money, het boek van Follow the Money (Sywerts Miljoenen), het boek van De Correspondent (Wat je ziet als je uitzoomt van #sywertgate) alle Kamerstukken, aanverwante moties en dergelijke over elkaar heenschuift en in chronologische volgorde legt, ontstaat er door de vele nieuwe feiten en details een ontluisterend beeld over de mondkapjesaffaire. Het lijkt wel een filmscript voor een politieke Godfather.

Uit de feiten blijkt dat toen de druk al van de ketel was, mondkapjes via het goed werkende Landelijk Consortium Hulpmiddelen, het LCH, werden uitgeleverd dit niet werd gecommuniceerd met de Kamer en het publiek. Er moest over gezwegen worden. Waarom? CDA-er Van Lienden plaatste vervelende tweets en CDA minister De Jonge wilde dat dat stopte. En dus werd alles-op-alles gezet om dat voor elkaar te krijgen. regels die voor alle leveranciers golden, werden opzij gezet, er werd gesjoemeld met formulieren, medewerkers van het LCH werden onder druk gezet, de juridische entiteit Mediq protesteerde en VWS nam de verantwoordelijkheid en overrulde alle regels en eiste een deal. De deal kwam er. Met 100 miljoen euro werd de kritische mond van CDA’er Van Lienden dichtgesmeerd. Volgens experts is dat netwerkcorruptie. De vraag is, hoe ziet het ministerie de genomen verantwoordelijkheid? Welke consequenties heeft dat?

Laten we om die vraag te beantwoorden teruggaan in de tijd en nog eens goed kijken wat er in die enkele weken rondom pasen 2020 allemaal gebeurde.

Dat er tijdens de coronacrisis een wereldwijd tekort aan mondkapjes ontstond, dat valt de regering niet te verwijten. Wat wel te verwijten valt, was dat op 17 februari een vliegtuig vol met zo goed als al onze beschermingsmiddelen werd verkocht aan China.

Er ontstond een probleem dat opgelost moest worden. Tijdens de coronacrisis deden veel goede mensen hele goede dingen en slechte mensen hele slechte.

Zo’n tachtig goede mensen uit de markt en de ambtenarij met allerhande bruikbare ervaring begonnen samen het Landelijk Consortium Hulpmiddelen, het LCH onder toeziend oog van het ministerie van VWS. Het LCH moest al snel niks hebben van de zogenaamde filantroop Van Lienden. Hij werd er op 25 maart naar eigen zeggen zelfs “per beveiliging” afgevoerd (D575).

 

Maar dat was niet het einde van Van Liendens avontuur. De slechte mensen die slechte dingen deden infecteerden met kinderlijk gemak de hoogste burelen van het ministerie van VWS. Het belangrijkste ministerie tijdens de crisis.

Waarom kwam Van Lienden weer in beeld? Ministers De Jonge en Helder geven de Kamer de schuld van de deal. Zij zeggen dat de Kamer wilde dat er maximaal werd ingekocht op mondkapjes. Maar is dat zo? Ja er was een door alle fractievoorzitters medeondertekende motie-Klaver cs. (25295-155) van 18 maart die opriep het verwerven van de benodigde beschermingsmaterialen nog meer topprioriteit te geven, maar die motie riep niet op dan maar de regels in zee te gaan met charlatans.

Dan was er nog een aangenomen motie-Wilders cs. (25295-220) van 8 april die opriep zorgmedewerkers op de kortst mogelijke termijn te voorzien van voldoende beschermingsmiddelen. Ook hier geen oproep om niet integer te werk te gaan en een CDA-er te bevoordelen. De Kamer deed ook geen oproep tot “maximaal inkopen”.

Nee, de goede mensen die zich hadden verenigd in het LCH deden goede dingen en boekten resultaat. Op 10 april gaf het LCH intern het “sein brandmeester”. Ze hadden de boel op orde en draaiden met betrouwbare partners die leverden. En toen ze nog voor het paasweekend een grote vrachtwagen vol met beschermingsmiddelen langs de instellingen met de hoogste nood wilden sturen, reageerden de meeste met: ‘Doe maar na de Paas’. Er was genoeg binnen en er stond genoeg in bestelling voor nog eens zes maanden piektijd (Nieuwsbrief LCH).

Hoe mooi was het geweest voor portefeuillehoudend minister Van Rijn als hij nog voor het Paasweekend dit goede nieuws in een brief naar de Kamer had gestuurd en had laten weten dat de moties Klaver en Wilders waren uitgevoerd?

Maar het Paasweekend van 2020 kreeg een heel andere wending.

Op 10 april kreeg Sywert van Lienden de ingeving een “politiek deurtje” te openen (D561). Hij plaatste een aantal tweets waarin hij klaagt over het LCH en appt dat ook in een appgroep waar toevallig ook de PA en partijgenoot van CDA-minister De Jonge in zit (D560). Die licht De Jonge in (D562).

Van Lienden tweet onder meer: ‘Geloof mij: binnen 1-2 weken kan iedereen in Nederland goed beschermd werken in de zorg. […]’ (De Correspondent, p.49)

Hij had op dat moment niet meer dan een webshop en liet de PA van de minister toen al weten te overwegen commercieel te gaan. Relief Goods Alliance, de commerciële evenknie van Hulptroepen Alliantie, is dan al in oprichting. Van Lienden pookt de boel op door te schrijven dat hij 50.000 3M mondkapjes aan het LCH heeft aangeboden maar dat daar niet op is gereageerd (D564)

Minister De Jonge hapt. En hoe. Hij opent niet alleen het politieke deurtje, hij trapt hem in. De Jonge en diens PA duiken er vol op. De Jonge begint meteen te appen en stuurt screenshots van de tweets naar minister Van Rijn.

 

Minister Van Rijn geeft diezelfde 10e april een oekaze richting het LCH: ‘Dat kopen wat nodig is moet er echt uit. We kopen wat kan. Voorraden aanleggen.’ (WOB, Kamerstuk 2022D54595) Maar waarom wilde minister Van Rijn de weg vrij maken om nog in zee te gaan met iemand zonder inkoopervaring die op zijn vroegst pas over 4 tot 5 weken mondkapjes kon leveren? (D585).

 

Van Lienden, Damme en Van Gestel zijn door de tweetactie weer binnen bij het LCH en beweren dat het plan dat in het Paasweekend van 2020 (11 en 12 april) is uitgewerkt een non-profit initiatief van Hulptroepen betrof. De Rabobank zou 115 miljoen euro meefinancieren (D577).

CDA-er Van Lienden appt de PA van De Jonge: ‘Je link heeft een en ander in gang gezet’ ‘Half corporate NL is nu finaal voorstel aan het maken voor 100 miljoen maskers in een maand om deze toestand voor eens en altijd op te lossen.’ ‘Morgen bij de minister’ (D578).

Secretaris-Generaal Van den Dungen, ook van het CDA, vraagt Van Lienden op 12 april of hij bereid is zijn plan aan te passen en op te gaan in het LCH.

Uit opnamen die gemaakt zijn van de vergadering bij RGA op 12 april, blijkt dat Van Lienden zegt dat VWS er veel geld voor over heeft om te voorkomen dat Hulptroepen Alliantie in de weg loopt: ‘Dat is ze gewoon 100 miljoen euro waard’, zegt hij (Volkskrant, De geboorte van de mondkapjesaffaire).

 

En dan komt het: Van Lienden suggereert in de opgenomen bespreking dat VWS hem een pact heeft voorgesteld: als hij stopt met Hulptroepen Allantie, krijgt hij in ruil een goudomrande deal (Volkskrant, De geboorte van de mondkapjesaffaire). Goh, wat was dat voor een deal, vraag ik minister Helder? Van Lienden zat die avond een half uur aan de telefoon met Functionaris 3 van VWS (D613). Volgens Van Lienden was dat gesprek aanleiding tot een nieuw voorstel voor een nog nieuw op te richten BV: RGA (D616).

 

Ze realiseren zich dat ze wel eens gillend rijk kunnen worden. En dan ontstaat er een heuze maffia omerta. Ze spreken af alles geheim te houden en geen nieuwe kleren, huizen en auto’s te kopen. Damme zegt: ‘Iets zegt me dat ze het lekker onder de radar willen gaan houden’. Van Lienden zegt:’Dit gaat nooit, nooit naar buiten komen.’ (Volkskrant, De geboorte van de mondkapjesaffaire)

 

Ze weten dat ze fout zitten.

 

Op 14 april bevestigt de top van VWS nogmaals dat er de komende 3 maanden geen tekorten zijn qua mondkapjes (WOB, VanDen Dungen, 14-4-20) (De Correspondent p.58) en in het coronadebat van 16 april worden geen moties over mondkapjes aangenomen.

 

Maar portefeuillehoudend minister Van Rijn pusht toch door richting het LCH. Hij wil de garantie op maximaal inkopen door alle medewerkers (WOB, 17-04-2022).

 

Op dezelfde dag dat Van Lienden toch weer binnenkomt bij het LCH, 17 april, houdt Frequin zijn dagelijkse praatje voor LCH medewerkers. Hij begrijpt hun boodschap dat er genoeg mondkapjes zijn uitgereden en zijn besteld, maar zegt dat het niet uitmaakt WIE zich bij het LCH meldt, als diegene aan goede mondkapjes kan komen, dan MOET je met hem in gesprek. Als het vervolgens een goede deal blijkt, dan is er geen reden om geen deal met hem te sluiten. LCH-ers krijgen een boodschap waar ze niet op zitten te wachten: ‘We stoppen niet met kopen’ zegt Frequin (De Correspondent, p.61).

 

Maar er gebeurt nog iets. Frequin zegt dat LCH-ers niet tegen de buitenwereld mogen zeggen dat het genoeg is. Hij zegt dat dat de vorige dag een van de meest ongemakkelijke delen van het coronadebat was geweest (De Correspondent, p.62).

 

Twee weken later al (rond 30 april) concluderen LCH-ers dat de markt zodanig tot bedaren is gekomen dat veel zorginstellingen terug zijn bij hun oude leveranciers. Ze hebben het LCH niet meer nodig (De Correspondent).

 

[De deal]

 

Nadat Van Lienden er op 25 maart al uitgegooid was bij het LCH krijgt hij door minister De Jonge tijdens het Paasweekend een tweede kans.

 

Het eerste plan van de Hulptroepen wordt niet met open armen ontvangen. Het wordt gezien als too good to be true (D576) en het lijkt veel op de werkwijze die het LCH al operationeel heeft.

 

Functionaris 1 van het LCH schrijft: Mijn eerste vraag zou zijn: Ook het LCH heeft aanvoer vanuit China, heeft een webshop en en kan thuiszorg en bejaardenzorg beleveren en sneller dan in 2/3 dagen. Van Lienden zijn plan moet dan nog helemaal worden opgezet en kan op zijn best pas over 4 a 5 weken uitleveren (D585). En dus niet binnen 1 a 2 weken zoals hij in de tweets meldde waar De Jonge zich zo over opwond.

 

De vraag is waarom er perse doorgegaan zou moeten worden met Van Lienden.

 

Op 12 april schrijft minister De Jonge: ‘Je kunt die Sywert beter inside pissing out hebben dan outside pissing in. Met een klein beetje verdraagzaamheid moet dat lukken. Hoop echt dat het lukt’ (D606).

 

Functionaris 3 van VWS maakt Van Lienden via de mail duidelijk dat er in hun plan grote volumes aan vrachtvluchten genoemd worden, meer dan er thans tussen China en NL mogelijk zijn (D610). En nog gaan ze in zee met deze charlatans. Op 12 april wordt besloten dat de mondkapjes van Van Lienden mee vliegen met de reeds bestaande luchtbrug van KLM (D659). Dit is onzin.

 

De mondkapjes van Van Lienden komen zo in de plaats van die van leveranciers die al betrouwbare partners bleken te zijn. VWS regelt zelf dat Van Lienden de ongewenste concurrent wordt.

 

Na een gesprek van een half uur met Functionaris 3 van VWS gaan Van Lienden, Damme en Van Gestel een nieuw voorstel doen via een nieuw op te richten BV: RGA (D616). Functionaris 1 van LCH ligt toe dat dat hem niet uitmaakte omdat LCH nu eenmaal zaken deed met commerciële BV’s (D697).

 

De opvolgende dagen volgen meerdere voorstellen. Op 15 april vervalt de Rabobank als financier en komt VWS in beeld om te voorfinancieren (D632, 691). Op 16 april wordt afgesproken dat VWS 50% vooruit gaat betalen (D633).

 

Op 17 april klapt de boel weer omdat de heren duidelijk gemaakt wordt dat het niet is toegestaan om winst te maken via de transactie met het LCH en dat een batig saldo voor Hulptroepen moet terugvloeien naar het LCH (D638).

 

Diezelfde avond krijgen ze via VWS toch lege inkoopformulieren toegestuurd. Van Lienden vult die zelf in. Op 17 april dient de juridische entiteit Mediq bezwaar in tegen de rol van Coolblue omdat die zich niet zou houden aan de fair play regels en voor eigen gewin zou gaan (D639, 768).

 

Op 18 april constateert Mediq dat de werkelijkheid van Hulptroepen heel dun is, maar de politieke invloed niet minder groot (D770).

 

Op 19 april geeft Functionaris 3 van LCH als reactie op de ontvangen inkoopformulieren, aan geen akkoord te willen geven op deze orders of op de samenwerking met Van Lienden en Van Gestel. Volgens hem zijn er niet zoveel mondmaskers meer nodig. Er zijn voldoende andere leveranciers die tegen een lagere prijs aanbieden. Hij vond de werkwijze van VWS en de manier waarop VWS de order oplegde niet passen. Hij doet een veel kleiner voorstel, namelijk om bij beide leveranciers een proeforder te plaatsen van 2 miljoen mondkapjes (D778).

 

Op 19 april heeft RGA diverse tabbladen toegevoegd aan het oorspronkelijke format van het inkoopformulier. Hierop heeft Van Lienden een handtekening geplaatst in het kader ‘approval aanvraag door indiener’. In dit kader dient normaal gesproken de LCH-functionaris die een ontvangen aanbieding beoordeelt en vastlegt een handtekening te plaatsen (D817).

 

Op 19 april schrijft functionaris 3 van LCH de volgende hartenkreet: ‘Ik begrijp dat het beter is dat we ze aan boord hebben en zoals […] citeerde -Let them pie in our tent- maar nu krijg ik een order van 40 miljoen stuks! Dat betekent dus dat ze onze tent over nemen, bezetten, kapen, of hoe je het ook wilt noemen. Ik vind dit een keuze waar ik niet achter kan staan ook de impact die dit heeft op leveranciers die afgelopen week hun volledige commitment hebben gegeven aan het LC waar we blokorder commitments mee hebben afgesproken en toekomstige opties. Kortom ik kan en wil geen akkoord geven voor deze order en of deze samenwerking in deze vorm, ik vind dit onverantwoord en ga belangrijke relaties schade, relaties die LCH enorm hebben geholpen.’ (D819).

 

Dat er perse met Van Lienden een deal gesloten moet worden van hogerhand VWS, laat inmiddels bijna het hele LCH omvallen!

 

Op 20 april stuurt de juridische entiteit Mediq een aantal uitgangspunten en vraagt om een akkoord van LCH. Zo stellen ze dat ze het Supply and Demand rekenmodel willen blijven volgen: ‘zomaar 40 miljoen maskers kopen terwijl we meer dan voldoende in de pijplijn hebben zitten, lijkt me niet zinvol’. Er wordt ook gewezen op de Auping productie in eigen land die er aan zit te komen. Ze wijzen er tevens op dat marktpartijen niet in aanmerking komen voor een gesubsidieerde prijs (D823).

 

Op 20 april laat functionaris 1 van LCH de heren weten dat hun aanwezigheid op de locatie van LCH niet passend is, omdat ze, terwijl ze een non-disclosure hebben getekend, ook een blijvende betrokkenheid hebben bij een tweede kanaal (D779, 826). Functionaris 3 van LCH deelt mee een negatief advies te zullen geven aan het management van het LCH wat betreft het plaatsen van een order bij RGA. De reden die hij vermeldt zijn de mogelijke vervalste of onjuiste certificaten van de fabrikanten en het hoge prijsniveau bij fabrikant Shengquan (D779). Dit is nog steeds geen reden voor VWS om de handen van Van Lienden af te trekken. Nee, functionaris 2 van VWS meldt nu dat gekeken moet worden naar hoe er nog wel een succes gemaakt kan worden van de deal. Dus niet afschieten, schrijft hij. (D779, 835). Functionaris 4 van VWS zegt dat er een bewuste keuze was gemaakt om af te wijken van de kredietwaardigheidscheck (D832).

 

Op 21 april sluit VWS aan. Functionaris 4 van LCH neemt samen met Van Lienden en Van Gestel de inkoopformulieren door en merkt op dat er geen kwaliteitseisen zijn vermeld. Na een discussie over de RIVM-richtlijnen wordt besloten om de DEKRA-conformiteitstest aan te houden. Functionaris 4 van LCH maakt aangepaste inkoopformulieren op. Voor Van Lienden kan immers alles (D780).

 

In de avond van 21 april hebben Van Lienden en functionaris 4 van VWS telefonisch contact. Functionaris 4 van VWS stuurt een bericht dat ze de volgende ochtend een afspraak hebben met Sywert bij het LCH om te kijken hoe ze gezamenlijk alles vlot kunnen trekken. VWS graaft zich steeds verder in (D838).

 

Tijdens de afspraak met Van Lienden en Van Gestel de volgende dag, 22 april, bij het LCH, schuift ook weer VWS aan. Na een kort overleg geeft functionaris 2 van VWS een akkoord op de orders en verzoekt de aanwezigen het in orde te maken (D840).

Functionaris 4 van VWS komt samen met Van Lienden en Van Gestel, met de getekende versies van de inkoopformulieren bij de werkplek van functionaris 8 van LCH met de vraag deze in te voeren. Deze is verrast bij het zien van de volledig getekende formulieren die niet de gangbare procedure hadden doorlopen (D858). Verschillende aanpassingen zijn gedaan (D862). Functionaris 8 van LCH voert de inkoopformulieren in in de systemen van het LCH en plaatst daarbij de volgende opmerkingen: “Betalingsovereenkomsten Overruled door VWS. Geen credit check gedaan” en “VWS Accepteert risico mbt creditcheck” (D782).

 

Vervolgens worden de inkoopformulieren en Purchase Orders verstuurd naar functionaris 1 van de juridische entiteit Mediq.

 

Aanvankelijk weigert de juridische entiteit Mediq de orders te ondertekenen, maar doet dat onder protest uiteindelijk wel op uitdrukkelijk verzoek van het ministerie van VWS (D783). Op 22 april 2020 zijn alle handtekeningen gezet en is de beruchte deal gesloten.

 

Op 22 april om 22:22 uur stuurt functionaris 8 LCH een e-mail binnen het LCH: ‘[..] De VWS actie daarentegen (100 miljoen zoner enige checks vanuit LCH) is voor mij de druppel die mij heeft doen laten besluiten mijn loket voor orders andere zaken” met ingang van morgen om 17:00 uur te sluiten.” (D863).

 

Op 23 april worden de betalingsvoorwaarden en kwaliteitseisen ook nog aangepast op de eerste facturen die RGA naar het LCH stuurt (D784).

 

 

Op 16 juli stuurt functionaris 4 van LCH een memo aan functionaris 1 LCH waarin hij aangeeft zich niet te kunnen vinden in de wijze waarop de orders met RGA tot stand zijn gekomen en dat hij zich onder druk gezet voelt (D785) De RGA-orders zijn de enige orders die met bezwaar van het LCH zijn gesloten. VWS heeft druk uitgeoefend om de ordere door te laten gaan (D842). VWS had een doorslaggevende rol op het geplaatst krijgen van de orders (D851). Ook functionaris 2 van VWS had ongemak gevoeld bij het geplaatst krijgen van de orders, maar neemt wel zijn verantwoordelijkheid voor de orders (D852). Vraag aan de minister, hoe ziet dat verantwoordelijkheid nemen eruit? Functionaris 4 van LCH ervaarde druk om zijn handtekening te zetten, omdat Functionaris 4, Van Lienden en Van Gestel over zijn schouder meekeken (D853).

 

Minister De Jonge ontkende tijdens het laatste debat alle betrokkenheid bij de deal, maar het ministerie van VWS zat wel degelijk fysiek aan tafel, overrulde het LCH, zorgde ervoor dat de deal er toch kwam en nam de verantwoordelijkheid voor alles op zich. Maar wat betekent dit “verantwoordelijkheid nemen” nu precies, vraag ik de minister?

 

Immers, als dat niet gebeurt, dat worden malversaties vanuit VWS zoals hierboven opgesomd, toch goedgekeurd en gemeengoed? En dat kan dus niet. Waarom stellen we hier anders dan nog regels op? Waarom maakt de overheid dan nog wetten? Het kan toch niet zo zijn dat de overheid regels maakt waar iedereen zich aan moet houden, tenzij de regels door VWS met voeten worden getreden?

Alle regels die voor Van Lienden opzij werden geschoven en werden overruled, golden wel voor de andere leveranciers die allang aan het leveren waren en inmiddels genoeg aan het uitleveren waren (WOB 25 april: 450 mln orders hulpmiddelen) wat doet het gedrag van het ministerie van VWS met hen, denkt de minister?

 

[Vragen nav begeleidende brief Deloitte-rapport]

Als het gaat om de begeleidende brief van 16 september jl. die minister Helder naar aanleiding van het Deloitte-onderzoek naar de Kamer stuurde, dan verwacht je toch een soort meaculpa op het hele verhaal. Maar dat geeft minister Helder niet.

Ik heb de volgende vragen naar aanleiding van de brief. Wie stelden samen met haar die brief op? Was oud-minister Van Rijn betrokken? Was minister De Jonge betrokken? Waren ambtenaren van VWS ddie tevens in het Deloitte-onderzoek worden aangemerkt als “functionaris 1 t/m 17 VWS betrokken bij het opstellen van de brief?

Dan de inhoudelijke vragen naar aanleiding van de brief. Had de minister toen zij e brief aan de Kamer verzond het rapport al gelezen? Zo ja, hoe kan zij dan zaken in haar brief opschrijven die met het onderzoek overtuigend worden weerlegd?

 

De minister schrijft bijvoorbeeld dat VWS en het LCH consistent en veelvuldig in de verschillende gesprekken en contacten met SHA/RGA hebben aangegeven geen tweede inkoop- en distributiekanaal naast het LCH te wensen. Maar waarom was een tweede inkoop- en distributiekanaal ongewenst? Er is in Nederland toch een vrije markt? Beschermingsmiddelen vielen dar toch onder? Er bestonden toch al genoeg andere inkoop- en distributiekanalen voor de coronacrisis? Er waren toch genoeg andere particulieren die buiten het LCH mondkapjes inkochten, importeerden en distribueerden? (D768) Met de deal ging Van Lienden toch juist concurreren omdat zijn mondkapjes mee gingen op de beperkte vluchten vanuit China? Het LCH trok op 30 april zelfs toch de conclusie dat de markt tot bedaren was gekomen en dat veel zorginstellingen teruggekeerd waren naar hun oude leveranciers die zichzelf inmiddels weer voldoende hadden bevoorraad via de eigen kanalen.

 

[netwerkcorruptie]

Ik vraag de minister of zij bekend is met het artikel van de heer Strop van Follow the Money van 15 april dit jaar met als titel: ‘Hugo de Jonge, Sywert van Lienden en de mondkapjesdeal: in het buitenland zou dit corruptie heten.

In het artikel komt mevrouw Slingerland, die promoveerde op netwerkcorruptie aan het woord. Netwerkcorruptie ontstaat, zo betoogt zij als mensen op invloedrijke posities elkaar de bal toespelen voor eigen of andersmans gewin en daarbij misbruik maken van hun posities.

Zij beschrijft de gang van zaken als ‘handel in invloed’. Veel mensen hadden baat bij de deal, die bedoeld was om de overheid te beschermen tegen kritiek.

Meestal herkent het betrokken netwerk de netwerkcorruptie niet. Dat De Jonge de kritiek omdraait en zijn pijlen op de Kamer richt, noemt zij wel het toppunt.

 

In landen als Frankrijk, Spanje, Portugal en België is handel in invloed strafbaar. Nederland ratificeerde het verdrag waaruit de strafbaarstelling vloeide, maar maakte een uitzondering voor handel in invloed.

 

[Omtzigt en Van den Berg]

 

Het eerste contact tussen de CDA-er Van Lienden en toen nog CDA-Kamerlid Omtzigt dateert van 26 februari 2020 (D510). Een gesprek met Omtzigt inspireerde de CDA-er om zich bezig ge gaan houden met de inkoop en distributie van mondkapjes. Hij schakelt zijn CDA-netwerk bewust in op 24 maart. Hij vraagt Omtzigt of hij een rol kan spelen in het zorgen voor een invoer- en btw-vrijsstelling (D528). Omtzigt geeft daar samen met CDA-kamerlid Joba van den Berg gehoor aan door op 20 april kamervragen te stellen waarin wordt verzocht deze ‘vrijstelling zowel te laten gelden voor import die via het landelijk centrum verloopt als inkoop die privaat, zonder winstoogmerk en centraal geschiedt (SV, vergaderjaar 2019-2020, aanhangsel 2800).

Op 24 april hebben CDA-er Van Lienden en CDA-er Omtzigt een ontmoeting op het kantoor van Van Lienden. Van Lienden meldt dat er naast de deal van 40 miljoen mondkapjes, nog een deal mogelijk is van nog eens 80 miljoen mondkapjes. Hij ziet een soort langdurige gemuilkorfde samenleving voor zich. Omtzigt neemt dit plan mee naar het Torentje waar hij het op 28 april 2020 ook achterlaat.

 

[politieke conclusie]

Het Deloitte onderzoek zou Hugo de Jonge helemaal vrijpleiten verzekerde hij op 7 april van dit jaar in het eerdere Kamerdebat over de mondkapjesdeal. Nou we zijn allemaal getuige geweest van het tegenovergestelde. Als het dichtsmeren van de mond van iemand die jou publiekelijk bekritiseert ruim 100 miljoen euro mag kosten en jouw ministerie van VWS daarvoor alle regels en wetten breekt, terwijl de noodzaak voor die druk weggevallen is, en je neemt daar als VWS de verantwoordelijkheid voor, maar het blijft zonder consequenties, ja dan schept dit een precedent.