Skip to main content

Schoolmeester De Jonge kan (of wil?) niet rekenen

Deze minister kan blijkbaar moeilijk afstand nemen van zijn oude vak. Dan wordt hij ineens weer een schoolmeester die het liefste in de weer gaat met een schoolbord en krijtjes. Terwijl de onduidelijkheid rondom de extra middelen van het accres door de minister zélf gecreëerd zijn tijdens een debat op 4 april jl. Hij zei, ik citeer: ‘Dat betekent dat we de uitgaven aan het Gemeentefonds enorm zullen zien stijgen, met miljarden. Dat is macro dik 5 miljard. […] Als ik daar de loon- en prijsbijstellingen en alle extra kosten die gewoon vanwege economische groei worden gemaakt helemaal af haal, hou ik nog steeds dik 2 miljard over. Een deel van die 2 miljard is voor het interbestuurlijk programma, dus alles wat we samen met gemeenten aan programmatische afspraken hebben gemaakt. Dat is ongeveer 1,4 miljard, in die orde van grootte, want je kunt dit niet echt met een schaartje knippen. Dan blijft er voor een aantal kwesties dik 0,5 miljard over; uit mijn hoofd gezegd is dat 557 miljoen.’

Precies 557 miljoen! Toen ik hem vroeg waar ik het afpellen van deze 5 miljard euro terug kon lezen, verwees hij bits naar een brief van collega-minister Ollongren. Ik zei direct dat het niet gebruikelijk is de commissie VWS te verwijzen naar stukken die aan een andere commissie zijn gestuurd. Dat we die zelf moeten krijgen. Daags later zocht ik het toch maar uit. Het afpellen van de 5 miljard stond niet in het Interbestuurlijk Programma. Daar was ook een reden voor, het kan helemaal niet, want de gemeenten gaan erover.

We zouden wel even worden gebriefd door ambtenaren sneerde de minister. De ambtenaren bevestigden dat de minister die 5 miljard niet had moeten afpellen omdat inderdaad de gemeenten erover gaan. En collega-minister Ollongren deed er nog een schepje bovenop. ‘Handen af van accres’, kopte een artikel in Binnenlands Bestuur van 27 juni jl. ‘Het accres is van gemeenten. Zij bepalen waar het aan wordt uitgegeven, niet ministers of staatssecretarissen’, stelde zij. VNG-voorzitter Van Zanen uitte zijn onvrede over de gang van zaken in zijn jaarrede en noemde expliciet minister De Jonge.

Maar in plaats van zijn fout toe te geven, zoals het een goede schoolmeester zou betamen, blijft hij bij zijn woorden. In het debat over de Inspectie van vorige week sneerde hij nog op een legitieme vraag van collega Sazias, die vroeg om cijfers die hij noemde op papier te zetten, dat hij dat niet bleef doen.

Een goede schoolmeester zou het goede voorbeeld geven en zeggen dat hij een foutje heeft gemaakt. Maar de minister gooide er een schepje bovenop en schoffeerde de Kamer notabene zelfs met de uitspraak dat hij wel even een schoolbord met krijtjes mee zou nemen naar dit debat om één en ander nog eens uit te leggen. Wat denkt de minister wel niet? Hij is hier op uitnodiging van de Kamer. Hij dient ons niet te schofferen, hij moet sorry zeggen als hij fout zit.

Schoolmeester De Jonge blinkt overigens ook niet uit in rekenen. De brief die we vandaag bespreken is tenenkrommend. In 7 pagina’s wordt 8 keer gesteld dat gemeenten tekorten ‘ervaren’. Dat terwijl de minister ook schrijft, ik citeer: ‘Omdat sprake is van één integraal budget voor het sociaal domein, kan zowel op macroniveau als per gemeente, moeilijk worden vastgesteld of sprake is van een tekort voor het uitvoeren van taken behorend bij één wettelijk domein, laat staan een tekort voor één bepaalde taak.’

Desondanks schrijft de minister, ik citeer: ‘Met het IBP is de discussie over de door gemeenten ervaren financiële problematiek in het sociaal domein afgerond, en is een streep onder het verleden gezet.’ Hij weet het dus niet, maar besluit wel dat de kruimels van de tijdelijke 3x36 miljoen, 3x 18 miljoen en de 200 miljoen (die voor de helft door de gemeenten betaald wordt) genoeg geld moet zijn. Maar deze bedragen zijn dus nergens op gebaseerd!

Wrang is dus dat we alleen al vandaag lezen dat de gemeenten Den Haag (18-21 miljoen), Assen (5,5 miljoen), Zoetermeer, Delft en Westland flinke tekorten op de Jeugdhulp hebben, dus wachtlijsten en budgetplafonds liggen alweer op de loer.

Nog wranger is het onderzoek van Divosa dat we op 23 september jl. ontvingen dat wél netjes aan het rekenen geslagen is en de gemeentelijke jaarrekeningen wél analyseerde én becijferde dat in 2017 gemeenten 724 miljoen euro meer uitgaven aan het sociale domein dan begroot. Het kan dus wel.

Hieruit blijkt dat gemeenten structureel geld tekort komen. En voorzitter, dat kun je 1 of 2 jaar volhouden maar daarna moet je toch echt de-tering-naar-de-nering zetten. Het gevolg: nog meer hoogbejaarden en kinderen die hun zorg kwijt raken.

Maar daar gaat De Jonge niks meer aan doen, want er staat een streep onder het verleden en vanaf komend jaar vallen alle middelen van het sociale domein toe aan de algemene middelen van de gemeenten. Dan mogen gemeenten het geld aan werkelijk alles besteden. Letterlijk aan lantaarnpalen. En de minister? De schoolmeester doet alsof hij niet kan rekenen. Missie volbracht. Kuch.