Skip to main content

Een wettelijk kader voor kruidenpreparaten als alternatief voor antibiotica in de veehouderij

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de toename van het antibioticagebruik en daardoor de toename van antibioticaresistentie in de veehouderij negatieve consequenties kan hebben voor mens en dier;

overwegende, dat een breed pakket aan maatregelen, waaronder ziektepreventie, gerichter antibioticagebruik en gebruik van alternatieven, nodig is om het antibioticagebruik in de veehouderij terug te dringen;

overwegende, dat uit onderzoek van onder meer RIKILT (Fyto-V-project) blijkt dat er kwalitatieve, betrouwbare en werkzame kruidenpreparaten beschikbaar zijn als alternatief voor antibiotica;

overwegende, dat de minister van LNV in haar reactie op de resultaten van het Fyto-V-onderzoek aangeeft dat er potentie lijkt te zitten in het gebruik van werkzame kruidenpreparaten als alternatief voor antibiotica;

overwegende, dat uit het genoemde onderzoek blijkt dat de belangrijkste belemmeringen voor brede toepassing van werkzame kruidenpreparaten niet liggen in de wetenschappelijke onderbouwing van de werkzaamheid, maar in het ontbreken van een transparant wettelijk kader dat geschikt is voor kruidenproducten met een complexe samenstelling, en dat in het rapport gewezen wordt op mogelijke oplossingen, bijvoorbeeld een alternatief registratiesysteem of uitbreiding van de lijst genoemd onder artikel 19 van het Diergeneesmiddelenbesluit;

verzoekt de regering onnodige juridische belemmeringen voor de inzet van werkzame kruidenpreparaten als alternatief voor antibiotica in de veehouderij weg te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Aangenomen met algemene stemmen