Skip to main content

De ontwikkelingsruimte van bedrijven in de begrenzing van Natura 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat bij de aanwijzing van de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur als principieel uitgangspunt is gekozen voor vrijwillige medewerking van betrokken grondeigenaren;

overwegende, dat bestuurlijke afspraken zijn gemaakt dat nieuwe natuur niet belemmerend zou zijn, bijvoorbeeld door de aanwijzing als voor verzuring gevoelig gebied, voor de ontwikkeling van hierbinnen en aan de rand gelegen bedrijven in de recreatie en landbouw;

overwegende, dat genoemd principieel uitgangspunt en de bestuurlijke afspraken een belangrijk fundament vormen voor het vertrouwen dat burgers en bedrijven stellen in de betrouwbaarheid van de overheid bij gebiedsgerichte processen;

overwegende, dat circa 4000 hectare nieuwe natuur is opgenomen in de Natura 2000-begrenzing, waardoor bestaand gebruik en plannen en projecten op de gevolgen (waaronder voor verzuring) voor de daaronder begrepen gebieden moeten worden getoetst;

constaterende, dat hierdoor de betrouwbaarheid van de overheid ter discussie is en draagvlak voor de uitwerking van Natura 2000 ernstig dreigt te worden aangetast;

verzoekt de regering in principe uit te sluiten dat door de opneming van nieuwe natuur in de begrenzing van Natura 2000 de ontwikkelingsruimte van bedrijven extra beperkingen ondervindt,

en gaat over tot de orde van de dag.