Skip to main content

AO Dierziekten en antibioticagebruik

Voorzitter. Ik wil mijn complimenten aan de sector en aan de dierenartsen maken. Daar is alle reden toe, want die mensen hebben het gewoon goed gedaan. Ze hebben goed samengewerkt. Ik heb veel contact met boeren en dierenartsen. Die samenwerking is goed verlopen. Dat succes is niet enkel ontstaan door onze druk. Ikzelf ben wel iemand geweest die de druk is gaan verhogen vanaf 2007. Ik zat in de antibioticasector, maar daar had ik na twee, drie jaar schoon genoeg van.

Er is sprake van koppelverkoop van farmaceutische bedrijven aan dierenartsen. Zij proppen dierenartsen vol met antibiotica. Als je een doosje amoxicilline bestelt, krijg je er een doosje cefixime bij. Zo ging dat. Daar had ik op een gegeven moment schoon genoeg van. Toen ben ik me gaan toeleggen op fytotherapeutica en pre- en probiotica. Ik werd echt nog uitgelachen toen ik daar als dierenartsbezoeker mee rondging. Dierenartsen stonden met hun oren te klapperen, want zij hadden nog nooit van een probioticum gehoord. Ze werden daar destijds ook helemaal niet in geschoold door de diergeneeskundefaculteit.

Ik was een van de voortouwnemers, samen met mensen uit het buitenland. Ik ben een van degenen die die grote introductie mogelijk hebben gemaakt. Ik blijf daarop hameren. Ik weet ook dat er veldonderzoeken zijn gedaan. De diergeneeskundefaculteit wilde er niet aan meewerken, maar ik heb veldonderzoeken laten doen door vooraanstaande dierenartsen en daaruit bleek dat die preparaten wel degelijk werkten. Ik kreeg in de Kamer zelfs steun van Henk Jan Ormel van het CDA. Hij was dierenarts. Ik ben vroeger als dierenartsbezoeker ook nog bij hem gekomen. Hij was het met mij eens. Wij hebben een motie ingediend, samen met de PvdA, die vroeg de onnodige juridische belemmeringen voor die preparaten weg te nemen. Volgens mij is daar weinig of niets mee gebeurd. Dat was in mijn tijd niet anders.

De PVV heeft de benodigde antibioticareductie al in 2007 op de agenda gezet. Toen kreeg ik totaal geen steun. Pas in 2009 kreeg ik steun van de Kamer. Toen werd iedereen wakker. Toen is ook alles gaan lopen. Ik had immers contacten met dierenartsen. Ik wist wat er achter de schermen gebeurde. Daarom hebben twee farmaceutische bedrijven er alles aan gedaan om mij uit de Kamer te houden door allerlei leugens over mij te verspreiden, die door de NRC dankbaar zijn overgenomen. Die blijken uiteraard niet waar te zijn, maar ik word er wel tot op heden door beschadigd. Ik wil dat toch even gezegd hebben. Daar hebben farmaceutische bedrijven achter gezeten. Het is ze niet gelukt. Wij hebben er altijd voor gepleit om in te zetten op vervanging, vermindering en voorkoming, door in te zetten op pre- en probiotica en fytotherapeutica. Dat kan.

Tevens hebben wij gepleit voor verplicht postacademisch onderwijs over antibiotica, pre- en probiotica en fytotherapeutica. De Minister van Volksgezondheid heeft jaren geleden gezegd dat ik wel een punt had en heeft haar medewerking verleend. Zij heeft gezegd dat ze ervoor zou zorgen dat het onder het topsectorenbeleid zou gaan vallen. Ik heb die toezegging toen gekregen. Ik wil haar nu vragen hoe het ermee staat. Onze fractie vindt dat wetmatigheid een dierenarts nimmer mag belemmeren. Hij of zij is namelijk de enige ter zake deskundige. Dierenartsen zijn immers ook apotheekhoudend. Vroeger had je apotheekhoudende huisartsen. Zij wisten veel meer van medicijnen dan een niet-apotheek-houdende huisarts. Een dierenarts is per definitie apotheekhoudend. Het zijn ervaringsdeskundigen. Ik vind dat dierenartsen nimmer belemmerd mogen worden, zeker niet als zij aangesloten zijn bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). Daar moeten we veel meer naar luisteren, want dat zijn de ter zake deskundigen.

Als antibiotica worden ingezet om dierenlevens te redden, mag er geen belemmering zijn, ook niet over de vraag welk preparaat er wordt ingezet. Helaas is dat wel het geval. Zo mogen varkensartsen maar een deel van een koppel behandelen, waardoor er vaak een week later tientallen sterven.

Hiervoor vragen wij vergroting, als een dierenarts dat nodig acht en het onder de veterinaire regie gebeurt van een dierenarts van de epidemiologische eenheid. De boeren kunnen het namelijk niet betalen om een dierenarts iedere twee dagen te laten komen. Ik heb vroeger ook varkens mogen enten toen ik meeliep met dierenartsen. Dan kwamen we vaak op maandagmorgen bij een stal en lag er een varken halfdood in het gangpad. Die hadden ze eruit gehaald omdat ze het weekendconsult niet konden betalen. Dat kan echt niet. Er moet voor de sector enige ruimte komen voor nabehandeling, in overleg met de dierenarts en onder veterinaire regie van de dierenarts. Ik ben natuurlijk wel voor UDD; dat het uitsluitend door dierenartsen gedaan mag worden.