Het kabinet Rutte II staat in de startblokken. Dezelfde minister van Veiligheid & Justitie maakt hierin wederom zijn opwachting, te weten de heer Opstelten. Er komt een nieuwe minister voor Buitenlandse Zaken, de heer Timmermans. Wat hebben beide heren met elkaar gemeen, behoudens het lidmaatschap van het kabinet Rutte II? De democratische rechtsstaat, het begrip dat tegenstanders van de PVV regelmatig gebruiken om de PVV in een hoek te drukken waar zij niet hoort.
Minister Timmermans heeft onlangs gesteld dat de PVV "afdrijft van de rechtsstaat." Nederland zou daarom een voorbeeld moeten nemen aan hoe Duitsland de rechtsstaat verdedigt. In Duitsland geldt een wet op politieke partijen. Als Nederland een wet op politieke partijen zou hebben, vergelijkbaar met Duitsland, dan zou de PVV gedwongen kunnen worden elementen van de rechtsstaat te omarmen, waaronder het onderschrijven van de Grondwet.
Onderbouwing van wat Timmermans bedoelde met het afdrijven van de rechtsstaat, kwam er niet. Nergens werd een link gelegd met het de definitie van het begrip rechtsstaat. Een minister onwaardig en een klap in het gezicht van de PVV-stemmers en –sympathisanten.
Wat houdt het begrip rechtsstaat in? In een rechtsstaat is de macht van overheid gebonden aan het recht. Het recht is meer dan alleen gebonden zijn aan wetten die de overheid zelf heeft gemaakt. Belangrijke elementen van de rechtsstaat zijn de Grondwet en dus de grondrechten en de scheiding der machten. De scheiding der machten houdt in dat de wetgeving, het bestuur en de rechtspraak van elkaar gescheiden dienen te zijn en dus niet in hand van één (overheids)orgaan. Het democratische gedeelte van het begrip betekent dat de overheid democratisch gekozen is en slechts die bevoegdheden mag uitoefenen waartoe zij gemachtigd is door wettelijke bepalingen.
In tegenstelling tot minister Timmermans doet minister Opstelten het anders. Deze minister staat graag bekend als een hardliner op het gebied van veiligheid en justitie. Een minister die in eigen land daadkrachtig en op zijn manier orde op zaken stelt. Gezichtsbedrog, want deze minister buigt voor Brussel op zijn beleidsterrein. Hoewel dat op het eerste gezicht niet zo lijkt, is deze minister vóór een Europees Openbaar Ministerie. Een Europees Openbaar Ministerie onder leiding van een Europese onafhankelijke officier van justitie. Minister Opstelten heeft over die officier van justitie dus niets te zeggen. Minister Opstelten is dan ook niet politiek verantwoordelijk voor het optreden van de functionarissen van het Europees Openbaar Ministerie. Minister Opstelten is via de verkiezingen van de Tweede Kamer aan zijn ministerpost gekomen en heeft dus met een mooi woord: democratische legitimatie. De Europese officier van justitie is echter door niemand gekozen en al helemaal niet door de Nederlandse burgers. Deze officier van justitie is echter wel bevoegd om in Nederland op te treden tegen strafbare feiten. Dit is dus in strijd met het beginsel van de democratische rechtsstaat.
Voorstanders van een Europees Openbaar Ministerie, waaronder dus minister Opstelten, zullen hiertegen als verweer voeren dat dit Ministerie alleen bevoegd is om op te treden tegen fraude met Europese subsidies. Dit argument is niet valide, want de Europese subsidiepot wordt gevuld met het geld van de belastingbetalers van de Europese lidstaten. De nationale autoriteiten zijn dan ook bevoegd om daar zelf tegen op te treden. Dat er lidstaten zijn die daartoe niet erg genegen zijn, mag geen argument zijn om de Nederlandse burger op te zadelen met een Europees Openbaar Ministerie. Daar komt nog eens bij dat de Europese officier van justitie bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten de hulp nodig heeft van Nederlandse politieagenten als de opsporing binnen onze landsgrenzen plaatsvindt. Vriend en vijand zijn het er over eens dat de politie haar handen al meer dan vol heeft zonder dat een Europese functionaris de hulp van de politie claimt. Ik durf te wedden dat elke Nederlander het belangrijker vindt dat de politie zich bezighoudt met het oplossen van ernstige misdrijven als moord, verkrachting, kinderporno etc., dan met het jagen op 'Europese subsidiefraudeurs'. Anders gezegd: niet valt in te zien waarom bestrijding van fraude met Europese subsidies belangrijker is dan het oplossen van geweldsmisdrijven.
Een tweede reden waarom een Europees Openbaar Ministerie er nooit moet komen, is gelegen in het feit dat de taakomschrijving van dit Ministerie niet is beperkt tot het opsporen en vervolgen van fraude met Europese subsidies. Er staat in het betreffende wetsartikel namelijk: "in beginsel." Dit betekent dat een Europees Openbaar Ministerie haar taken wel degelijk kan uitbreiden. Voor u het weet, is het takenpakket fors uitgebreid. De honger naar macht is de Eurocraten in Brussel niet vreemd en hun bemoeienis met alles wat maar beweegt is bijna legendarisch. Het is dus zaak voor de Nederlandse politici om haar taak bij het beschermen van de democratische rechtsstaat niet te verzaken. Het zal vele verbazen dat deze kritiek nu net van de PVV moet komen.
Dit opiniestuk werd gepubliceerd op DagelijkseStandaard.nl. Klik hier om het te lezen.