De Kamer,
gehoord de beraadslaging;
constaterende dat de vrije toestemming tot het aangaan van een huwelijk een fundamenteel beginsel in het Nederlandse huwelijksrecht is;
constaterende dat in bepaalde landen huwelijken via de sharia worden gesloten;
constaterende dat volgens de shariawetgeving man en vrouw niet gelijk zijn, ofwel de vrouw ondergeschikt is aan de man;
constaterende dat dit niet in overeenstemming is met het fundamenteel beginsel in het Nederlandse huwelijksrecht;
verzoekt de regering huwelijken die volgens de sharia worden gesloten vanwege die strijdigheid niet te erkennen;
en gaat over tot de orde van de dag.
HELDER