Nederland weer van ons

Gerbrands


Voorzitter, we verwelkomen de aandacht van de laatste jaren voor palliatieve zorg. Goede palliatieve zorg is maatwerk want mensen in de laatste levensfase hebben hun eigen individuele behoeften en voorkeuren die niet alleen voortkomen uit hun ziektebeeld, maar die ook voortkomen uit hun persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van familie en kennissen.  

Een hoofdthema voor ons is een sterke eerstelijnszorg met een regiefunctie voor de huisarts. Een tweede punt is dat er eerder in het ziekteproces aandacht moet komen voor de laatste levensfase zodat mensen zich hierop beter kunnen voorbereiden, betere ondersteuning krijgen en de regionale en landelijke netwerken beter toegankelijk worden. 

Ten aanzien van de rol van de huisartsen, valt het ons op dat deze betrekkelijk weinig geconsulteerd lijken over de structuurvragen. Het voornemen bestaat hen er in  vervolgtrajecten wel bij te betrekken. Maar het is toch spijtig dat dit niet eerder gebeurt is. De gezamenlijke brief van de KNMG, de LHV en de NHG stipt namelijk een paar knelpunten aan die onderbelicht zijn gebleven en die ik nu even wil aanhalen. 

Zo wordt er geconstateerd dat de werkwijze van het CIZ te traag en te tijdrovend is. Een bekend probleem, maar wel bijzonder pijnlijk als het gaat om mensen die nog maar weinig tijd hebben. Ook indiceert het CIZ vaak te laag voor terminale palliatieve zorg, wat weer zorgt voor nieuwe tijdrovende onderhandelingen. Iedereen zal het toch met mij eens zijn dat het zeer onwenselijk is dat stervende mensen ook nog eens moeten lijden onder bureaucratische processen. Wij vragen ons af of de door ons gewenste regiefunctie van de huisarts niet tevens versterkt kan worden door de huisarts zelf voor terminale palliatieve zorg te laten indiceren. Kan de staatssecretaris ingaan op de problematiek van te trage en te lage indicaties, en of zij mogelijkheden ziet om de huisarts te laten indiceren als het gaat om mensen in de laatste levensfase. 

Een andere wens van de huisartsen is om meer te kunnen werken met een bekend en vertrouwd team van zorgverleners in hun regio. Samenwerking met veel verschillende medewerkers van thuiszorgorganisaties met verschillende deskundigheidsniveau’s is volgens hen lastig, en dat kunnen wij ons voorstellen. Kan ook op dit punt de regiefunctie van de huisartsen versterkt worden? 

Een derde door de artsen geconstateerd knelpunt is dat in de verpleeg- en verzorgingshuizen van tegenwoordig nauwelijks nog verpleegkundigen werkzaam zijn. Vanaf volgend jaar krijgt de langdurige zorg dankzij ons gedoogakkoord de financiële middelen om door meer personeel en deskundigheidsbevordering de kwaliteit van de geleverde zorg een flinke impuls te geven. Is de staatssecretaris het met ons eens dat instellingen hierbij ook moeten zorgen dat ze de deskundigheid in huis halen voor goede palliatieve zorg? 

Opmerkelijk is in dit verband dat in veel intramurale instellingen geen vrijwilligers worden ingezet die juist zijn gespecialiseerd in palliatieve zorg. Waarom gebeurt dit niet? Wat zijn de wettelijke kaders op grond waarvan verpleeghuizen deze vrijwilligers kunnen weigeren? Moeten we hier niet iets aan doen, vraag ik de staatssecretaris? Juist zolang de deskundigheid van het eigen personeel nog onvoldoende is, zouden volgens ons deze vrijwilligers met open armen moeten worden ontvangen! 

Nog een woord over de bekostiging. Palliatieve zorg is in feite basiszorg en geen langdurige zorg. Wij zien daarom het liefst een eenduidige integrale bekostiging onder de zorgverzekeringswet. Kan de staatssecretaris hier een reactie op geven?

 

 

facebooktwitterinstagrammail

We hebben 2860 gasten

doneer

Nederland
English

steun ons ideal

donaties

donaties