Skip to main content

Spoeddebat VSO/motie Ven Meenen/Rog

Vz,

Jaren terug, ik was nog een onervaren Kamerlid, werd er een motie van mij aangenomen met brede steun uit de Kamer. Tot mijn verontwaardiging werd die motie niet uitgevoerd. Ik begreep er niks van. Ik overwoog een woedende motie in te dienen die de minister opriep mijn motie WEL uit te voeren. Dat werd mij uiteraard door collega’s die beter wisten uit het hoofd gepraat. En terecht. Zoiets DOE je niet.
Vandaag voeren wij hier echter een spoeddebat over het niet uitvoeren van de motie Van Meenen/Rog. Een motie nota bene van coalitiepartners van deze minister.
Vz, het is toch wel bijzonder vreemd dat hier blijkbaar een spoeddebat over gevoerd moet worden. Het leidt mij tot de vraag wat hier aan de hand is. Er zijn drie mogelijkheden. Of het ontbreekt In de coalitie aan onderlinge communicatie, of het chagrijn in de coalitie is zo opgelopen dat men er achter de schermen niet meer uitkomt en dit soort meningsverschillen voor het oog van de natie moeten worden beslecht. Of het is een combinatie van beide. Verheffend is het niet voorzitter. En het belooft weinig goeds voor de toekomst.

Vz, wij hebben het idee dat dit debat eenvoudig voorkomen had kunnen worden. De minister had in navolging van het vo al in een veel vroeger stadium kunnen bekijken wat er op examengebied nodig was voor het vso. Het vso kwam echter pas een maand later in beeld. Waarom was dat? En deelt de minister onze opvatting dat het vso een beetje op zijn beloop is gelaten en dat hij daarom nu de motie-Van Meenen/Rog niet kan uitvoeren, omdat de examenlogistiek in het Vso niet op orde is? Wij vinden het wrang dat juist in deze precaire tijd, middenin een pandemie, er onderscheid gemaakt is tussen het vo en vso. Waarom kon er voor deze groep ook niet een uitzonderlijke beslissing worden genomen, zoals er zoveel uitzonderlijke maatregelen genomen zijn?

Vz, de minister geeft in zijn brief van 8 mei jl. aan dat de motie-Van Meenen/Rog niet uitvoerbaar is, omdat scholen in het vso niet kunnen voldoen aan de inhoudelijke eisen voor het diploma en zij ook geen licentie hebben. Rijst bij ons de vraag of dit niet voorkomen had kunnen worden als de minister in vroegtijdig stadium naast het vo ook het vso had meegenomen? Was er dan wel voldoende tijd geweest om de licenties op orde te krijgen?

Gedane zaken nemen geen keer, maar wij blijven het uiterst wrang vinden dat er weinig zorgen zijn over de diploma’s die zijn uitgegeven door het vo, ondanks dat de centrale examens daar geen doorgang hebben kunnen vinden, maar deze vrees zou wel bestaan als we hetzelfde zouden doen in het vso. Daar zijn de centrale examens weliswaar ook geschrapt, maar het alternatief dat overblijft wordt door de vso-examenkandidaten als een stuk minder mild ervaren dan die uit het reguliere vo. Het lijkt ons logisch dat dit tot onbegrip heeft geleid en tot een gevoel van het meten met twee maten.

Voorzitter, ik ga afronden. Wij hebben verontrustende geluiden ontvangen over de deelexamenkandidaten in het vso. Bij deze kwetsbare groep is de verwachting dat 2/3 van de deelexamenkandidaten het examen niet gaat halen, waardoor zij nog meer geconfronteerd zullen worden met psychische aandoeningen. Ook zal dit leiden tot ongewenste grote klassen voor het komende schooljaar.

Nog één ding voorzitter. Wij vragen de minister om rekening te houden met een extra verzwarende factor voor deze categorie leerlingen. Veel van hen zijn voor hun functioneren afhankelijk van de GGZ waar mooie dingen gebeuren waar deze leerlingen veel baat bij hebben. Door de coronacrisis zijn de GGZ’s echter ook beperkt geweest in hun hulp aan deze leerlingen. Daardoor zijn deze leerlingen dubbel getroffen. Graag een reactie.