Skip to main content

Notaoverleg Onderwijs en Corona

Vz,

De eisen die gesteld worden aan leraren in tijden van corona zijn uitzonderlijk zwaar. Er rust een enorme verantwoording op hun schouders en iedere dag, iedere les, iedere leerling is een uitdaging. Daarom spreek ik ook nu weer mijn bewondering en waardering uit voor al die leraren die hun uiterste best doen om deze generatie leerlingen niet verloren te laten gaan. Wat zij doen, is essentieel. Essentieel voor de toekomst van ons land.

Dit is alweer het achtste deel van de reeks debatten die wij voeren over het effect van het coronavirus op het onderwijs. En die kunnen we in alle redelijkheid rampzalig noemen. De meeste scholen zijn al sinds december gesloten. Leerachterstanden lopen zo hard op dat we ze onmogelijk nog binnen een redelijke termijn kunnen inhalen. En dan te bedenken dat we al gigantische leerachterstanden hadden binnen het funderend onderwijs pré-corona.

Wij waarderen het dat de demissionaire minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs nu met een actieplan komt dat in de loop van februari verder geconcretiseerd zal worden.
Een Nationaal Actieplan Onderwijs had wat ons betreft al voor de uitbraak van het coronavirus in de steigers gezet kunnen worden. Ook maakt deze crisis voor ons steeds duidelijker dat de aanstaande vernieuwing van het curriculum in een tijd als deze niet alleen onverantwoord, maar zelfs onacceptabel is. Wij zijn in ieder geval zeer benieuwd naar de concrete plannen en zouden graag een reactie van de minister willen over de verenigbaarheid van curriculum.nu met het Nationaal Actieplan Onderwijs, dat per definitie een langetermijnproject is. Deze crisistijd vraagt om concentratie op wat van essentieel belang is. Geld, energie en denkkracht aanwenden voor niet essentiële bijzaken als een onderwijsvernieuwing die onrust veroorzaakt, kunnen we ons nu niet permitteren. Deelt de minister onze zorg?

Vz, er is sprake van een systeemcrisis in het onderwijs. De PVV-fractie was de eerste die die beladen term gebruikte; nu erkennen alle partijen dat. Naast de onwerkelijke leerachterstanden en de emotionele en mentale problemen die daarmee samenhangen, hebben we immers ook te maken met een gierend lerarentekort. Graag een reactie van de minister of het niet wenselijk is om ook het lerarentekort op te nemen in het nationaal actieplan. Het een kan niet los gezien worden van het ander. Ook wil ik graag een reactie van de minister of zijn nationaal actieplan, juist nu het kabinet gevallen is, niet vooruitloopt op een politieke realiteit die over een paar maanden anders is?
Wij twijfelen er niet aan dat ook een volgend kabinet de noodzaak van een actieplan ziet, maar de brief die wij vrijdag jl. ontvangen hebben, maakt duidelijk dat het een allesomvattend actieplan is dat voor het gehele onderwijs geldt, dat niet alleen de onderwijsachterstanden wil aanpakken, maar ook de mentale problemen die met de lockdown en het overgaan op digitaal onderwijs gepaard gaan. Het is nogal wat. Wij vragen ons af of er niet ambities worden uitgesproken die onmogelijk waargemaakt kunnen worden. Graag een reactie. Regeert u met het actieplan niet over uw spreekwoordelijke graf heen? Hoe denkt u uw actieplan in the hearts and minds te krijgen van uw opvolger, wie dat ook is?

Vz, wij zijn blij dat we de minister aan onze zijde hebben, als het gaat om de eindtoets. De afname van de eindtoets en het doorgaan van de examens zijn van groot belang. Wij hebben vorig jaar kunnen zien waar het niet afnemen van de eindtoets tot toe kan leiden. Zeker partijen die niet uitgesproken raken over gelijke kansen zouden zich moeten realiseren dat juist minderheden en kinderen, vooral meisjes, afkomstig uit economisch minder slagvaardige milieus weer de prijs betalen, mocht de eindtoets voor het tweede jaar op rij niet afgenomen kunnen worden. Zonder eindtoets vindt er geen bijstelling plaats, zoals duidelijk wordt uit het rapport van DUO. Ook de partijen die zich politiek uitspreken tegen de eindtoets, kunnen deze conclusie van dit DUO-rapport niet ontkennen. Dus ik ben blij dat deze jongens en vooral meisjes nu toch hun eindtoets doen en nu toch de kans krijgen op een bijstelling van het advies.
Wij vragen de minister om alles op alles te stellen dat de eindtoets niet weer geannuleerd wordt. Als het niet anders kan, moeten de schooladviezen maar uitgesteld worden tot 1 mei.
Graag een reactie van de minister.

Vz,
De minister ziet ook het belang van sneltesten om de schoolomgeving zo veilig mogelijk te houden, mochten de scholen na 9 februari weer de deuren openen. Hoe kijkt de minister aan tegen het verlenen van voorrang op vaccinaties voor onderwijspersoneel.
Deelt de minister de mening dat het verlenen van voorrang ervoor kan zorgen dat het geven van fysiek onderwijs weer gegarandeerd kan worden?
Graag een reactie.

Tot slot nog enkele vragen over de brief van de minister over veiligheid op school nav de verschrikkelijke gebeurtenis in Frankrijk waar een leraar werd onthoofd door een islamitische terrorist, omdat hij een cartoon liet zien in een les over de vrijheid van meningsuiting.
Uit de brief blijkt dat het niet ontbreekt aan goede bedoelingen. Tal van organisaties zijn ermee bezig, teveel naar mijn smaak, want het beeld van een lappendeken doemt op. Allemaal hard aan het werk, elk met een eigen deelthema, terwijl ook het beeld oprijst van gebrek aan effect.

Verontrustend vind ik bijvoorbeeld deze zinsneden:
‘De veilige werkomgeving is primair de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en de schoolleiding.’

Dat vind ik te gemakkelijk, zeker omdat we voorbeelden hebben gezien dat leraren juist door die schoolleiding niet alleen niet gesteund werden, maar zelfs een reprimande kregen en hun excuses moesten maken aan leerlingen en ouders die zich zogenaamd gekwetst voelden.

Nog een zinsnede:
‘Uit de gesprekken met de sociale partners en leraren is duidelijk naar voren gekomen dat het beschikbare aanbod van trainingen en informatievoorziening op dit vlak op zichzelf voldoende is. Er wordt echter nog niet voldoende gebruik van gemaakt.’

Wat zich hier aftekent, voorzitter, is een gebrek aan urgentie. Niet bij de leraren geschiedenis en burgerschap of maatschappijleer. Die leven dagelijks met dat gevoel van urgentie; het gaat tenslotte om HUN veiligheid. Waar het hier om gaat is de onverschilligheid en het ontbreken van urgentie in de bestuurskamers, in de kantoren van de leidinggevenden.
Is de minister dat met mij eens en ziet hij met mij de noodzaak van meer regie, meer landelijke aansturing, liefst minder vrijblijvend, maar wel dwingender vanuit het ministerie, misschien zelfs met een landelijk coördinator met doorzettingsmacht. Graag een reactie.