Skip to main content

WGO emancipatie

Voorzitter, ik heb de vorige Minister van Emancipatie bij herhaling gevraagd welke rol zij nu eigenlijk vervulde. Was zij een dienaar van de Kroon, een staatsvrouw die het staatsbelang boven het partijbelang stelt? Of was zij een D66-activiste die haar positie gebruikte om de D66-ideologie uit te rollen? Steeds beaamde ze dat ze een D66-activiste was. En dat ze daar trots op was. Ik vind dat problematisch voorzitter.
Want D66 is een minderheidspartij, die bovendien in de peilingen een steeds kleinere minderheid vertegenwoordigt. Een partij met buitengewoon radicale standpunten, ook als het gaat over emancipatie, een partij die tot de meest woke hoort in dit huis, een partij met een diepe minachting voor het gewone volk, voor het platteland, dat als onbeschaafd wordt weggezet, als mensen die niet deugen, die discrimineren en ook nog een slechte smaak hebben en een hang naar populisme en rechts-extremisme. Een partij ook die zichzelf heeft opgesloten in haar eigen blanke bakfietswijken. Onbenaderbaar voor het gewone volk wonen ze achter betaalmuren van torenhoge hypotheken die alleen opgebracht kunnen worden door de winnaars van de globalisering. En niet door de vele verliezers, die op jarenlange wachtlijsten staan voor een betaalbare woning in hun eigen wijken, met de multiculturele ellende die D66’ers alleen uit de media kennen. En vanuit de lommerrijke blanke wijken leest D66 “de tokkies” de morele les over discriminatie van “mensen van kleur” en van de letterbakgemeenschap LHBTIQ+.
Mijn eerste vraag aan deze Minister is dus: bent u net als uw voorganger ook meer een woke activist dan een dienaar van de Kroon? En waaruit blijkt dat dan?

Vz, nu even onze kant van het verhaal. Van de kant van die zogenaamde “gewone mensen”. Die “gewone mensen” van Nederland, voorzitter, zijn in de overgrote meerderheid lieve, vrolijke, goedwillende burgers die voor elkaar klaar staan. Die ontzettend kunnen mopperen, vaak kritisch zijn naar de boven de hen gestelden, maar in de grond gericht zijn op harmonie in de samenleving als geheel en in hun straat in het bijzonder. Tolerantie, leven en laten leven staan centraal.
En toch is daar dan steeds weer die partij die de woke-agenda via het onderwijs, via de media en zelfs via de reclames dagelijks in ons haar smeert. U deugt niet, u discrimineert, u houdt van Zwarte Piet, schande!, u blijft vasthouden aan het idee dat er maar twee geslachten zijn, man en vrouw, u blijft vasthouden aan het idee dat het gezin van man, vrouw en kinderen de basis is van ons bestaan, schande! Waarom gebeurt dit, vraag ik de Minister.

Voorzitter, voor de gewone Nederlander is de emancipatie van vrouwen en van de mensen die homo, lesbisch of bi zijn zo goed als af. Daar is hard voor gestreden door de vrouwen van de eerste feministische golf, zoals Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs, de voorvechters van het vrouwenkiesrecht en het recht op arbeid. Of die van de tweede feministische golf, van Man-Vrouw-Maatschappij en Dolle Mina, zoals Joke Smit.
Die streden voor thema’s die van belang waren en die onze samenleving daadwerkelijk hebben geëmancipeerd. Die de daadwerkelijke achterstelling van vrouwen, institutionele achterstelling zelfs in wet- en regelgeving, hebben opgelost.

Voor de emancipatie van homo’s, lesbiennes of biseksuelen, de holebi’s, zijn mensen als Albert Mol, Wim Sonneveld, Jos Brink en niet te vergeten Henk Krol drijvende krachten geweest.
De maatschappelijke acceptatie van holebi’s hebben we zo goed als afgerond. Het geregistreerde partnerschap werd in 1998 een feit, het homohuwelijk kwam in 2001 en in 2009 het recht op het adopteren van kinderen. En toen waren veel holebi’s klaar. Het was af. Ze leefden hun leven en ze werden geaccepteerd. Natuurlijk kan het hier en daar beter, maar over het algemeen kunnen we zeggen dat de emancipatie geslaagd is, althans, als het gaat om het van oorsprong Nederlandse deel van de bevolking.

Maar toen kwam de agenda van de identiteitspolitiek die mensen tegen elkaar opzet, uit elkaar drijft, haat en vijandschap zaait op basis van ras, kleur, geslacht, seksuele voorkeur en afkomst. Een agenda waar de rationele wetenschap ondergeschikt is gemaakt aan gevoelens. Niet je geslacht telt, maar je gender, het gevoel. Een agenda van dwang en drang die wil dat iedereen, maar vooral de mensen die bij uitstek schuldig zouden zijn aan alle misstanden van toen, van nu en van de toekomst, namelijk de blanke autochtone bevolking, zich schikt in alle eisen die gesteld worden door die altijd woedende minieme minderheid van social justice warriors: klimaat, slavernij, transactivisme, rokende mannen in een schilderij in een zaaltje in een universiteit. Ophef, rellen, dreigen met geweld, uitsluiting, cancelen, opheffen van de vrijheid van meningsuiting.

We zitten nu, onder deze Minister, met een paar duizend pagina’s aan rapporten die gaan over seksuele voorkeur en de vermeende problemen die daarmee samenhangen.
Maar voorzitter, wat bij veel mensen verbazing oproept is dit: waar komt die obsessieve belangstelling voor seks vandaan? Want het gaat om seks. Wie doet het met wie? Met wie heb je seks? De vraag is, waarom zouden mensen hun hele identiteit ophangen aan hun seksuele voorkeur? Waarom zou dat de essentie van een bestaan zijn?
Graag een reactie van de Minister.

Als we goed kijken naar de bijgevoegde onderzoeken, zien we dat emancipatie zich heeft verengd tot het ene thema van genderideologie. Een ideologie op basis van een voorheen marginaal verschijnsel, genderdysforie. Twijfels over lichaam en identiteit, inherent aan de ontwikkeling van met name pubers.
Vz, dysforie is de medische term voor somberheid en angst; symptomen die inherent zijn aan de puberteit. Het is een pathologie, een syndroom.
Cijfers wijzen uit dat 90% hier overheen groeit.
Nu zien we echter een schokkende stijging in het aantal gevallen van genderdysforie, vooral onder jonge meisjes, grotendeels gedreven door sociale besmetting. Sociale media, scholen, activisten, medici en de overheid stimuleren niet alleen genderdysforie, maar bieden ook de mogelijkheid tot vergaande en vaak onomkeerbare stappen, van hormoonbehandelingen tot verminking van tieners.

Waarom proberen we wel sociale besmetting bij anorexia (pro-Anna), zelfmoord onder pubers en het toebrengen van schade aan het lichaam te voorkomen, terwijl we genderdysforie aanwakkeren en faciliteren?
Vz, het is nu zo dat kinderen van 15 jaar al op hormoonbehandelingen worden gezet en vanaf 16 jaar in aanmerking komen voor een dubbele mastectomie
, het amputeren van de borsten. Natuurlijk zijn er medisch verantwoorde gevallen waar dit terecht is, voorzitter. Maar hoe verklaart de Minister de opvallende toename die wij verontrustend vinden.

Onze conclusie is dat de agenda van emancipatie zich heeft verengd tot een gevecht met private en publieke organisaties over een quotum voor vrouwen in topfuncties en een verondersteld gebrek aan rechten voor LHBTI’ers. Ik heb weleens gezegd dat emancipatie daarmee een travestie van zichzelf geworden is. Want, voorzitter, dat er in dit dossier geen woord gesproken wordt over het echte leed van vrouwen binnen de islamitische gemeenschap, vinden wij onbegrijpelijk. Daar vinden we het leed van de verborgen vrouwen, van de genitale verminking. En van het geweld tegen homo’s en transmensen.
Daar heeft ook deze Minister nauwelijks oog voor. Grote groepen vrouwen worden door de emancipatieagenda van D66 achtergelaten. Voor hen is er geen plaats in het wereldje van rellen, cancelen en ophef dat door de NPO, de universiteiten, het po en het vo wordt gecreëerd en instandgehouden.
Kan de minister verklaren waarom dit leed genegeerd wordt?