Skip to main content

Gevolgen rechterlijke uitspraak inzake hoofddoekverbod op school in Volendam

Bij interruptie aan Van Dam:

Wat beoogt u nu met dit AO? Gaat het erom dat we hier met z’n allen de uitspraak van de rechter in dit specifieke geval gaan becommentariëren? Realiseert u zich dat de rechter die het hoger beroep zal gaan behandelen nu ook meekijkt? Legt u eens uit wat nu precies uw bedoeling is met dit debat.

Vz, van mij had dit spoed-AO niet gehoeven. Ik heb er geen enkele behoefte aan om hier in dit huis een uitspraak van een rechter in een specifieke zaak te gaan becommentariëren. Zeker niet omdat de gang naar een hoger beroep nog open ligt. Ik begrijp de haast dan ook niet, de verbetenheid bijna, waarmee de PvdA steeds weer deze onderwerpen in een spoeddebat of –AO wil behandelen. (Het kan te maken hebben met het inzicht dat de multiculturele samenleving zoals die lang maakbaar werd geacht door de socialisten van de grachtengordel op z’n retour is. Alle groten van de politiek in Europa hebben zich uitgesproken dat de multiculturele samenleving jammerlijk mislukt is, maar meneer Van Dam houdt moedig stand, in het kleine NL.)

Vz,

Maar nu we hier toch zijn neem ik graag de gelegenheid om  onze positie nog eens onder de aandacht te brengen.

Toen ik 34 jaar geleden begon als leraar in Rotterdam Zuid, met al die Turkse en Marokkaanse meiden, waren er geen hoofddoekjes. De haren wapperden fier en vrij in de NL wind. Zo simpel was dat. Dat was de tijd dat we als leraar nog volop bezig waren met het emanciperen van die allochtone jongeren. En we hebben toen veel successen geboekt met Hindoestaanse jongeren, met andere Surinaamse leerlingen, met Kaap Verdianen en toen ook met Turkse en Marokkaanse moslimjongeren.

Maar op de golven van het wereldwijde moslimfundamentalisme zagen we ook in NL de afwijzing van de moderniteit. En daarmee zagen we de opkomst van de zelfgekozen segregatie: de hoofddoekjes zijn op scholen in de grote steden niet meer weg te denken. Sterker nog, ze zijn de norm geworden, onder leerlingen, en erger nog, ook onder moslimleraressen.

Vz, ieder keer als er weer een meisje zich bekeerd had tot de hoofddoek (er was geen enkel beleid toen op mijn school) werd zo’n meisje uitgebreid gefeliciteerd door haar klasgenoten en zelfs door haar moslimleraressen. Ze had kennelijk de juiste weg gevonden, de weg van haar zelfgekozen gevangenis. Ieder keer vroeg ik weer waarom. En iedere keer was het antwoord hetzelfde: het had allemaal te maken met seksualiteit die voorbehouden was aan de eigen echtgenoot, ook al was die nog in geen jaren te bekennen. En iedere keer wees ik er weer op dat ik al jaren les gaf aan al die mooie meiden met al dat haar en ze nog nooit had gezien als louter seksueel wezen dat beschikbaar zou zijn als ze haar haar toonde. En altijd weer was het antwoord: ja maar u bent een NL man; moslimmannen zijn anders. Wat ze bedoelen is dat meiden en vrouwen zonder hoofddoek niet fatsoenlijk gevonden worden, en dan druk ik me diplomatiek uit. De vrouwen, de zusters, de nichtjes, buitenshuis zullen ze bedekt door het leven moeten gaan, want dat schrijft hun ideologie nu eenmaal voor. Voor alle duidelijkheid, omdat er nogal wat cultuurrelativisten bij de oppositie rondlopen, de hoofddoek is geen modestatement van zelfbewuste meiden die hun eigen keuze maken. Het is een waardeoordeel t.o.v. de meiden en de vrouwen die het niet willen en niet hoeven. Wat een morele superioriteit wordt hier elke dag, elk uur tentoongespreid. En in die zin is het wel een last; die morele superioriteit wordt als een last ervaren, als opdringerig, als een inbreuk op eigen vrije keuze.  Het is een symbool, een ideologisch token zoals er maar weinig zijn, een teken van onderworpenheid, dat niet thuishoort in een school. Ik geen enkele school. Als het dan zo is dat het bijzonder onderwijs de juridische mogelijkheid heeft om dit te weigeren, dan moet die mogelijkheid gebruikt worden. Dat moet om de meiden zelf te ondersteunen, en om de andere moslima’s te ondersteunen.   

Vz, van Dam vraagt zich af: is dit nou onderwijsvrijheid, dat een school een leerling van een ander geloof uitsluit. Buiten de feitelijke onjuistheid vd uitspraak, vraag ik mij af: waarom zet de cultuurrelativist Van Dam hier zijn eigen PvdA-vrouwenorganisatie in de kou? Die zegt: in een samenleving waarin we gelijkheid van man en vrouw hoog achten, moeten we meisjes en vrouwen die zich willen bevrijden, een toegestoken hand bieden. Helpen hen van onvrijheid naar vrijheid te brengen. Bijna krijg je weer hoop voor de PvdA, een heel raar gevoel. Maar dan is daar meneer Van Dam weer, die samen met zijn vertrouwde PvdA-top de islam weer aan alle kanten faciliteert. Denkt u nog wel eens aan de PvdA-vrouwen van de eerste en de tweede femisinistische golf? Dat zou ik aan de PvdA willen vragen. Aan Aletta Jacobs, aan Wilhelmina Drucker, aan Suze Groeneweg, aan Joke Smit? Aan die socialistische voorvrouwen die tegen de verdrukking in vochten voor gelijke rechten? Die voortdurend tegen de tijdgeest ingingen/ Die de confrontatie zochten? Vindt u niet dat het tijd wordt om te stoppen met het bashen van artikel 23 en dat u zich weer gaat bezighouden met de emancipatie van deze meiden?