Skip to main content

Spreektekst AO Ouderbetrokkenheid

Investeer in partnerschap tussen ouders en school. Dat zegt de Onderwijsraad in zijn advies aan de minister. De minister stelt, terecht volgens mij, dat educatief partnerschap belangrijk is, maar dat dat nog iets anders is dan ouderbetrokkenheid. Ouderbetrokkenheid gaat verder dan educatief partnerschap.

Want wat is ouderbetrokkenheid volgens de minister? Het gaat volgens de minister dan om drie zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: het gaat over de ouders als opvoeder, de school als gemeenschap en het gezag van de leraar.

Vz, met die drie aspecten roept de minister hoge verwachtingen op. Want hiermee raakt de minister de essentie van goed onderwijs. Zij raakt hier OOK aan een incongruentie tussen enerzijds de cultuur van veel allochtone ouders, en anderzijds onze Nederlandse cultuur, onze Nederlandse BEDRIJFScultuur om met de directeur van het Inter-Cultureel instituut te spreken en de cultuur van de school. Want die is per definitie de cultuur van de main stream. Die incongruentie uit zich in een mismatch tussen thuis en de school. En dat is ernstig vz. Want die mismatch ligt aan de basis van heel veel maatschappelijke ellende, van segregatie, van achterstand.

Vz, op het vlak van onderwijs, en in samenhang daarmee op het vlak van emancipatie, integratie en assimilatie, zijn in de loop van tientallen jaren heel veel goede bedoelingen geformuleerd, heel veel hoge verwachtingen geschapen. En die verwachtingen zijn niet uitgekomen, althans, niet genoeg. Wat de PVV betreft komt dat ondermeer door het gebrek aan wederkerigheid: de overheid werkt zich in het zweet om achtergebleven groepen te faciliteren met gratis fietslessen, zwemlessen, taalcursussen, gratis computers, enzovoort. Maar gratis bestaat niet vz. Gratis wordt altijd betaald, en dat weten we allemaal, door de hardwerkende Nederlander. En de aangesproken burger wacht vriendelijk af, onderneemt zelf niets of heel weinig en vindt het allemaal wel best.  

 

Vz, ook hier dreigt dat te gaan gebeuren. De PVV-fractie vindt dat de ouders de eerst aangewezenen zijn als het gaat om het opheffen van die mismatch. ZIJ zijn verantwoordelijk voor hun EIGEN integratie EN die van hun kinderen. Het kan toch niet zo zijn dat ouders die hier wonen, en in heel veel gevallen hier zelfs zijn geboren en getogen, dat die ouders het nog steeds vanzelfsprekend vinden dat ze thuis en in de wijde sociale omgeving Turks, Marokkaans, Papiamento of welke andere taal dan ook gebruiken als omgangstaal. En daarmee enclaves creëren in de grote steden, maar ook daarbuiten die we niet willen. Dat ze hun kinderen uitsluitend laten kijken naar tv-zenders, via de schotelantenne, van het land van hun verleden, het land van  hun overgrootouders. Dat ze geen moeite doen om de Nederlandse taal en cultuur te leren kennen en het vanzelfsprekend vinden om die belangrijke taak aan de overheid uit te besteden.

 

Vz, het primaat van de opvoeding ligt bij de ouders. Ouders moeten keuzes maken. En dat zijn vaak ongemakkelijke keuzes; kiezen voor het land, de taal en cultuur van het VERLEDEN, of kiezen voor het hier en nu, voor Nederland, voor de Nederlandse taal en cultuur en voor de waarden en normen van het Westen, van het Avondland. Het is een illusie om te denken dat school ernstige opvoedingsachterstanden kan compenseren. Dat KAN de school niet! En dat geldt ook voor taalachterstand. Hooguit kan hier en daar de ergste schade beperkt worden, maar we moeten steeds voor ogen houden dat dat heel veel geld kost. Gemeenschapsgeld. Het is duur om een hele infrastructuur op te zetten om kindjes te testen, naar de voorschool te krijgen, leiders en leidsters aan te stellen die zelf een goed taalniveau hebben, methodes te laten ontwikkelen, tussentijds en aan het eind van het traject te testen, huiswerkjes mee te geven aan de ouders, die daar in het algemeen niet echt voor zijn gemotiveerd. Het lijkt allemaal heel wat, vz, maar het is niet meer dan schadebeperking.

 

De VVE (voorschoolse educatie) is nu nagenoeg gratis voor kinderen die een taalachterstand hebben. Maar vz, het probleem van taalachterstand is heel simpel op te lossen en ik bedoel dat niet badinerend. Het is niet alleen SIMPEL op te lossen; die simpele oplossing is ook nog eens de ENIGE oplossing. De ouders MOETEN de keuze maken om Nederlands te spreken, boekjes voor te lezen, te integreren. Dat is de enige remedie tegen taalachterstanden en tegen alle andere maatschappelijke achterstanden. Vz, daarom zet de PVV in op de eigen verantwoordelijkheid van ouders.

Dit betekent voor mijn fractie concreet: laat de burger betalen voor het gebruik van de VVE . Dat werkt motiverend voor de ouders om er echt iets van te willen  maken; het houdt bovendien de ouders buiten de deur die de VVE alleen maar gebruiken als gratis alternatief voor de kinderopvang en wier kinderen de taalontwikkeling frustreren van de kinderen die wel serieus bezig zijn. Wij willen de kosten minstens gelijktrekken met kinderopvang. (het is tenslotte kinderopvang met een grote +).

 

Tenslotte vz. T.a.v. het (onjuist) gebruik van internet (bangalijstjes, etc.) is het van belang dat de minister nu al grenzen stelt en kenbaar maakt dat de scholen niet ook nog eens de internetopvoeding ter hand gaan nemen. Het is aan de ouders hun kind(eren) bij te brengen hoe daarmee om te gaan, niet aan de school. (APS al bezig, indirect gesubsidieerd)

 

Wij overwegen een VAO om moties in te dienen over de bekostiging van de VVE en over het niet opnemen in het curriculum van aparte lessen Cyber Wellness, zoals de VO-raad al voorstelde. 

 

(ooievaarspas: gratis; bij inkomen € 20 per mnd) 

  • Vanaf aug 2010 pas toezichtskader VVE (Wet OKE)
  • Geen onderzoeksresultaten, gebrekkige registratie
  • Trouw in maart 2011: Voorschool levert niets op. 

  

Tweede termijn

Vz, de minister stelt dat we in de school-ouderovereenkomsten aandacht moeten besteden aan de waarden en normen binnen de school, het gezag van de leraar en aan de omgangsvormen tussen leraar, leerling en ouder.

Wat de PVV betreft blijft dat niet beperkt tot de waarden en normen in de school, maar ook die buiten de school. In dat verband vraag ik hier aandacht voor het prachtige opiniestuk in de VK van 6 mei jl. van de directeur van Intercultureel Instituut. Ik noemde hem in mijn eerste termijn al. Ik wil de minister voorleggen om zijn stelling mee te nemen in haar tour door het land. Niet zozeer om die voor te leggen aan ouders, maar juist aan leraren en schoolleiders. Want naar mijn diepe overtuiging is datgene wat hij stelt heel, heel belangrijk.

 

Hij stelt het volgende:

“Niet taal maar het vermogen aan te sluiten bij de 'bedrijfscultuur' van het land is het belangrijkste. Het moderne en beschaafde Nederland eist: gelijke bejegening en behandeling van man en vrouw, respect voor homoseksuelen, positief omgaan met kritiek, ook in teamverband, vertrouwen schenken, ook aan mensen van de 'out-groep', niet discrimineren, ook Joden niet, vrijheid van meningsuiting, ook over religie, scheiding van kerk en staat volledig accepteren, emotiebeheersing, accepteren dat empathie geen teken van zwakte is maar juist van kracht, anti-autoritair gedrag accepteren en toepassen, leren en accepteren dat humor en typisch Nederlands 'geinen en jennen' geen racisme is.”

Vz, het zou mooi zijn als de minister de scholen ervan kan doordringen dat dit de essentie is van onderwijs en opvoeding in de Nederlandse traditie. Dat is wat de school ter hand zou moeten nemen. Graag een reactie van de minister.

 

 

Vz, mijn laatste punt.  

Natuurlijk moeten we afspraken maken met schoolbesturen om de aangiftebereidheid te verhogen. Ik begrijp het APS / Centrum School en Veiligheid op verzoek van BiZa/Veiligheid een advies heeft uitgebracht. Ik citeer daaruit: Om de aangiftebereidheid te verhogen heeft de regering afspraken gemaakt in het kader van het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Hierin is opgenomen dat werkgevers namens de medewerker aangifte kunnen doen, dat er anoniem aangifte kan worden gedaan, dat er sprake zal zijn van lik-op-stuk-beleid en dat het mogelijk zal zijn schade te verhalen.

Vz, als de minister inderdaad afspraken heeft gemaakt met het veld, dan wordt daarmee uitvoering gegeven aan mijn motie van 1 december 2011, die overigens NIET is aangenomen. Dus mijn hartelijke dank aan de minister hiervoor. Het bezorgt mij wel een wat ongemakkelijk gevoel: ik moet soms erg sleuren en trekken om een aangenomen uitgevoerd te krijgen, en nu wordt een verworpen motie zomaar uitgevoerd. De wegen van de minister zijn soms ondoorgrondelijk, maar daarmee verkeert zij in goed gezelschap, zal ik maar zeggen.

 

Tenslotte nog een advies voor de tournee van de minister.

Koester niet te hoge verwachtingen van uw publiciteitsoffensief, geef ik de minister mee. De ouders die zij zal bereiken op haar tour van debatavonden, informatieavonden, etc. zijn per definitie niet de ouders die zij wil bereiken. Het verdient daarom aanbeveling om niet de publieke zenders in te schakelen, maar de commerciële.