Skip to main content

Stufi (sociaal leenstelsel 2013)

1e termijn

Vz,

Om te beginnen enkele vragen aan staatssecretaris Mansveld over de gevolgen van het afschaffen van de huidige ov-regeling.
Van verschillende kanten krijgen wij signalen dat het afschaffen van de ov-jaarkaart grote maatschappelijke gevolgen kan hebben, onder andere door de onvermijdelijke verschraling van het openbaar vervoer. Het huidige aanbod kan dan onmogelijk gehandhaafd worden.

Kent en herkent de staatssecretaris deze signalen? Kan de staatssecretaris de gevolgen toelichten? En dan in het bijzonder voor het streekvervoer. Welke ruimte heeft de minister om de negatieve gevolgen van het afschaffen van de ov-jaarkaart op het openbaar vervoer te compenseren? Leidt een alternatieve maatregel als het invoeren van een trajectkaart ook tot een beperking van de gevolgen voor het openbaar vervoer, of is de verschraling dan te overzien? En zijn er volgens de staatssecretaris mogelijkheden om vervoer naar stages in plaats van naar de onderwijsinstelling in te passen als er gekozen wordt voor een trajectkaart? Je kunnen denken aan een mogelijkheid om de trajectkaart eenvoudig om te zetten zonder dat dat een enorme administratieve lastendruk oplevert. Of de mogelijkheid tot bijvoorbeeld een tweede traject, wat handig zou zijn als er in een periode sprake is van zowel stage als schoolbezoek. Tot zover mijn vragen aan mevrouw Mansveld.

Voor ik iets ga zeggen over de invoering van een sociaal leenstelsel wil ik nog even terugkijken naar het recente verleden. Enkele weken geleden werden de definitieve cijfers over de uitstroom in het hoger onderwijs bekendgemaakt. Het aantal uitgereikte masterdiploma's op universiteiten is in 2012 met 16% gestegen. Het aantal bachelordiploma's zelfs met 17%. Het aantal diploma's dat in 2011-2012 in het hbo werd uitgereikt is gestegen met ruim 3000 (4,9 %). De groei deed zich vooral voor bij studenten die zes jaar of langer studeerden. Wat de PVV steeds heeft verondersteld blijkt waarheid: de langstudeerdersmaatregel werkte! Het was een maatregel, niet leuk. Maar het was geen generieke maatregel die alle studenten trof, zoals het leenstelsel dat wel is. De langstudeermaatregel waar de toenmalige staatssecretaris zich zo hard voor heeft gemaakt, trof slechts een beperkte groep studenten: diegenen die onnodig druk legden op de schaarse middelen die we moeten verdelen over een steeds grotere groep studenten. Er werd heftig tegen geprotesteerd en hij werd dankzij de draai die het CDA maakte direct weer afgeschaft. En dat allemaal in het kader van een verkiezingsstunt van dhr. Buma . U weet wel, de man die riep: Wij schaffen de langstudeerboete af; daar staat het bier! En dan zij wij de populisten!

Nog nooit werd een succesvolle wet zo snel weer ingetrokken. Wat een wanvertoning was dat vz. En waarom? Om plaats te maken voor een zogenaamd sociaal leenstelsel. Een maatregel die ALLE studenten negatief zal treffen. Een maatregel die nog niet zo lang geleden door de PvdA zou worden gekarakteriseerd als hard en neo-liberaal. Toen de sociaaldemocratische partij nog sociaaldemocratisch was en hier en daar nog een ideologische veer had, sprak men nog gepassioneerd over solidariteit, over de kansen op verheffing, ook voor de mensen die het niet cadeau krijgen in het leven. Juist HUN kinderen moeten ondersteund worden als het gaat om sociale mobiliteit; juist ZIJ moeten geholpen worden om de weg naar boven te vinden. De toegang tot de middenklasse verwerf je door onderwijs, door hoger onderwijs. Juist daar is solidariteit van het grootste belang, zeker om die eerste stappen te zetten, de stap naar de bachelorfase. Juist daarom past een stelsel van studiefinanciering in de sociaaldemocratische traditie. Maar vz, hier spreekt opa. Ik verhaal hier van lang geleden toen er nog ideologische veren waren, hier en daar. De woordvoerders hier aanwezig weten dat hooguit nog uit de geschiedenisboekjes. Zij weten niet beter dan dat de ideologische rui compleet is: de PvdA en de liberale VVD hebben elkaar gevonden op het evangelie van de neo-liberale zelfredzaamheid. En ze worden daarbij van harte ondersteund door GL en vooral door D66, de elitaire wereldburgers die zich geen voorstelling kunnen maken van de zorgen van in hun ogen het klootjesvolk dat de eindjes aan elkaar moet knopen en die daarom bang zijn om leningen aan te gaan die hen jarenlang achtervolgen. Een jarenlange lening aangaan om bijvoorbeeld onderwijzer te worden die op z'n 45e bij een volledige weektaak. Met drie schoolgaande kinderen netto zo'n 2140 euro thuisbrengt. Het is echt treurig om te zien dat de partijen die zich links en progressief noemen zonder uitzondering dit liberale beginsel omarmen: GL, D66, de Christen Unie, de PvdA. Elitepartijen, die vinden dat iedereen verantwoordelijk is voor zichzelf als het gaat om het vinden van de weg naar de middenklasse. Die zich niet kunnen voorstellen dat er zoiets bestaat als leenangst. Maar de dreiging van het invoeren van een leenstelsel veroorzaakt GROTE onrust onder studenten en ouders, ondanks het bezwerende woordje 'sociaal'. Dat blijkt ook uit het zojuist verschenen onderzoek 'Studeren moet kunnen' van de LSVb en FNV Jong. Daaruit blijkt dat niet minder dan 90% van de ouders met kinderen op de middelbare school of het mbo bang is grote schulden te moeten gaan maken als het sociaal leenstelsel wordt ingevoerd. In de Monitor beleidsmaatregelen, nota bene van de minister zelf, wordt letterlijk gesteld: "Het belangrijkste motief om niet te lenen heeft met name te maken met de weerstand tegen het maken van schulden. Zowel in het hbo als in het wo is het percentage studenten dat om deze reden afziet van een studielening gestegen". 84% van de hbo-studenten en 86% van de wo-studenten die niet lenen geeft als motief geen grote schulden te willen maken. Hoe verhoudt zich dat tot de opmerking in de hoofdlijnenbrief dat 'door de conclusies van het SCP het kabinet in de overtuiging wordt gesterkt dat leenangst niet overdreven moet worden'. Die gezonde leenangst, zoals wij dat steeds genoemd hebben, is er volgens de Monitor beleidsmaatregelen wel degelijk. En ook het recente onderzoek 'Studeren moet kunnen' toont dit aan.. Twee vragen aan de minister. Onderschat de minister de leenangst niet? En onderschat zij ook de effecten op de deelname aan het hoger onderwijs niet? De minister verwacht een afname van 2200 leerlingen in het hbo . Zij doet dat op basis van een twijfelachtige berekening van het CPB. Maar zou het niet veel meer in de richting gaan van de 6500 die de hbo-raad inschat? Graag een reactie. Zit de HBO-raad er dan zo vreselijk naast?

We hebben de laatste tijd veel mails ontvangen van bezorgde studenten en ouders. Ik wil er één met u delen:

Geachte heer Beertema, Als ouder willen we het beste voor onze kinderen en doen ook ons best voor anderen. Mijn zoon zou aan het einde van dit schooljaar zijn Havo-diploma kunnen halen. Zijn droom om verder te leren als leraar Engels op de Hoge School is verstoord. Als de OV-kaart en de basisbeurs vervalt hebben wij geen middelen om hem te laten studeren, het is te duur. Ons inkomen moet al komen uit hard werken. Ikzelf in de volcontinu en mijn vrouw heeft 2 banen. Mijn vrouw staat al 25 jaar voor de klas en heeft daarnaast ook nog een baan, 2 avonden in de week. We kunnen rondkomen en zouden het maar net nog kunnen ophoesten als de basisbeurs en ov-kaart erbij zat. Maar we hebben nog een dochter van 16 jaar en die moet ook verder. U begrijpt het valt ons zwaar en zeker voor onze kinderen en hun toekomst. Wij vragen ons dan ook af hoeveel moeten wij nog geven en inleveren?

 

2e termijn

 Studeren is investeren. In dat motto kan de PVV zich prima vinden. We mogen van studenten verwachten dat ze tijd en geld investeren in hun studie. De belastingbetaler mag ten slotte een tegenprestatie verwachten voor de miljarden die hij afdraagt ten behoeve van ons onderwijsstelsel. Onderwijs is in ons land zo'n verankerd recht dat we weleens vergeten dat het vooral een voorrecht is om een opleiding te kunnen volgen. Het kan dus geen kwaad om in de financiering ervan wat prikkels in te bouwen die die notie helpen onderstrepen.

Ten tweede is de toestroom in met name het hoger onderwijs de laatste jaren enorm toegenomen. Om de toegankelijkheid en de kwaliteit van dit type onderwijs voor de toekomst te garanderen moet er worden ingegrepen. Ondanks alle valse berichtgeving van bijvoorbeeld bonden en media gaat het hier niet om een bezuiniging. De middelen worden geherinvesteerd binnen OCW.

De PVV heeft wel zorgen over de meerjarige masters, met name als het om de Bètastudies gaat. Wij zijn in principe niet tegen het treffen van een overgangsregeling, zolang deze maar gedekt is binnen het bestaande budget. Dat geldt ook voor de Tweede Studies. Als daarvoor geld binnen de begroting kan worden gevonden kunnen we dat in principe steunen.