Skip to main content

Europese top

Voorzitter. In de Telegraaf van zaterdag lazen wij het openhartige interview met de heer Mario Draghi, de baas van de Europese Central Bank. Het verbaasde mij dat deze president van de bank eindelijk het eerlijke verhaal vertelde. De eurocrisis kan alleen bezworen worden als de nationale parlementen bevoegdheden overdragen aan Brussel. Zo duidelijk zei hij het. Dan gaat het niet om zomaar bevoegdheden, maar om bevoegdheden die raken aan de begroting. Eigenlijk vraagt de heer Draghi ons om soevereiniteit over te dragen, want naast nationale zeggenschap over de zwaardmacht, het leger en de politie, kenmerkt een soeverein land zich door zijn begrotingsrecht. Het verontrustende is dat de president van de ECB met zijn oproep aan de aangesloten landen het grootste gelijk van de wereld heeft. Alleen door overdracht van soevereiniteit kan de Europese Unie van de heren Juncker, Schultz, Barroso, Van Rompuy en Draghi overleven. De euro overleeft uiteindelijk alleen als er een politieke unie ontstaat, een federatie, een verenigde staten van Europa. Dat is het eerlijke verhaal. Het is goed dat de heer Draghi dit vertelt en dat in zijn kielzog Commissaris mevrouw Kroes, een VVD-prominent, precies dezelfde duidelijkheid geeft.

Wij als Nederlandse kiezers weten echter van niets. Wij baseren ons op uitspraken van onze minister-president Rutte, ook een VVD'er, die een heel ander verhaal vertelt. De heer Rutte pleitte al eerder, in de NRC van 3 april jongstleden, voor meer invloed van de nationale parlementen, maar tegelijkertijd stemt hij in met een bankenunie die de lidstaten buitenspel zet. Zijn lijsttrekker voor het Europees Parlement — de heer Verhofstadt, wij hebben het zo-even over hem gehad — doet dat ook en hetzelfde geldt voor collega Verheijen. Hij zegt op 12 december 2012 dat hij geen federaal Europa wil, maar tot nu toe is er steeds opnieuw soevereiniteit overgedragen in plaats van terug veroverd. Het is mij veel waard als onze minister-president vandaag duidelijk maakt wie het eerlijke verhaal vertelt, de heer Draghi of de heer Rutte. Als die duidelijkheid vandaag zou komen, dan is dit debat veel waard geweest. De kiezer wil duidelijkheid, daarom is mijn vraag aan de minister-president: is het kabinet voornemens om bevoegdheden terug te halen naar ons nationale parlement, of gaan er juist meer bevoegdheden naar Brussel?

Het kan ook anders; het is al gememoreerd. Opkomen voor het nationaal belang zou vanzelfsprekend moeten zijn. Ik verwijs naar de Britse premier Cameron, die het onze minister-president voordoet. Ik vraag de minister-president om een politiek oordeel te geven over de opstelling van de Prime-Minister van het Verenigd Koninkrijk. Begrijpt de minister-president zijn overwegingen? Belangrijker nog: is hij het eens met Cameron of met mevrouw Merkel? Voordat de minister-president afreist naar de top, is dit toch wel het minste wat hij het eigen parlement kan meegeven.

Nederland heeft geen baat bij de heer Juncker als hoofd van de Europese Commissie. Ik herinner aan de uitspraak die de heer Juncker vijftien jaar geleden gedaan heeft: wij beslissen iets, wij brengen iets in, wij wachten enige tijd om te zien wat er gebeurt, en als er geen misbaar volgt en er geen opstand uitbreekt — de meesten begrijpen toch niet wat er beslist is — gaan wij weer iets verder, stap voor stap, tot er geen terugkeer meer mogelijk is. de heer Juncker zei dat in 1999 in Der Spiegel. Het is duidelijk dat hier mister Salami aan het woord is. De heer Juncker is de uitvinder van de salamitactiek. Plakje voor plakje wordt steeds een grammetje meer van de soevereiniteit van de lidstaten afgesneden, net zolang tot er niets meer overblijft. Hoe is het sowieso mogelijk dat een antidemocraat als Juncker — ik zeg dat niet lichtvaardig, onder verwijzing naar de uitspraak die Juncker in 1999 gedaan heeft — toch in beeld komt na verkiezingen die één ding aangeven, namelijk dat de kiezer minder Europese Unie wil en meer zeggenschap voor de eigen parlementen? Juncker heeft nooit afstand gedaan van zijn ongehoorde uitspraak. Wat is het oordeel van de minister-president over die uitspraak, die nog altijd geldt?

Ik heb nog drie minuten voor de uitbreiding van de EU met Albanië. Het kabinet steunt het voornemen van de Commissie om Albanië het kandidaat-lidmaatschap toe te kennen. Men heeft dus niets geleerd van Roemenië en Bulgarije. 64% van de Nederlanders is ertegen. Is dat een meerderheid of niet? De VVD gaat gewoon akkoord. Wij hebben het daar net over gehad. Een halfjaar geleden was het voor dezelfde heer Verheijen echter nog onbespreekbaar dat Albanië kandidaat-lid zou worden. Dit is precies waar de Nederlandse kiezer zo genoeg van heeft, mijnheer Verheijen en andere mensen hier: het een zeggen en het ander doen.

Albanië doet het slecht, ontzettend slecht zelfs op het gebied van criminaliteit, mensenhandel en corruptie. Het is bovendien een islamitisch land dat zich nooit zal kunnen vinden in Europese kernwaarden als gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, tussen homo en hetero en gelovige en geloofsverlater. Als je kijkt naar de corruptielijst van Transparency International — en dat is een gerenommeerde lijst — scoort het land dramatisch laag, namelijk een 3,1. Daarmee staat het lager dan Malawi, Ethiopië, Marokko, Roemenië en Bulgarije. Gefeliciteerd, mijnheer Verheijen! Je zou verwachten dat Nederland met de toetreding van de twee laatstgenoemde landen, Roemenië en Bulgarije, zijn lesje wel heeft geleerd. Nederland heeft op het gebied van uitbreiding echter nog steeds een veto. Ik kijk naar mijn minister-president en zeg via de voorzitter tegen hem: zet alstublieft uw veto in, minister-president, namens alle kiezers van de PVV, maar ook namens een meerderheid van de kiezers in Nederland.

Tweede termijn

Voorzitter. Dit was mijn eerste plenaire debat over Europese Zaken. Ik stel vast dat het erg moeilijk is om te doorgronden hoe de Europese hazen lopen. De premier vertelt een soepel verhaal. Dat kan hij als geen ander. Ik dank hem ook hartelijk voor de toelichting en de beantwoording van de vragen. Ik stel echter ook vast dat hij met heel veel meel in de mond praat. Ik vind het jammer dat hij geen politiek oordeel geeft over de beruchte uitspraak van de heer Juncker. Ik vind het evenwel erger dat allerlei procedurele overwegingen worden gegeven in relatie tot het oordeel dat de Tweede Kamer te laat is om te handelen op het punt van die kandidaatstelling. Volgens mij moet de Europese Raad de boel nog bekrachtigen. Een en ander weerhoudt mij er dus niet van om de volgende motie in te dienen.

Motie 1

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, niet in te stemmen met een kandidaat-lidmaatschapsstatus voor Albanië,

en gaat over tot de orde van de dag.

Motie 2

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om het terughalen van bevoegdheden tot inzet te maken van de komende Europese Raad, in plaats van het overdragen van bevoegdheden,

en gaat over tot de orde van de dag.