Skip to main content

AO Toekomst van het rekenen in het vo en mbo

Vz, we hebben het over de toekomst van het rekenen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, maar de berichtgeving in de media hebben vooral duidelijk gemaakt dat het rekenonderwijs eigenlijk geen toekomst heeft onder dit kabinet.
De afgelopen dagen hebben ons ook duidelijk gemaakt dat deze regering steeds minder met één mond spreekt. Zo ook over de rekentoets. Eigenlijk hebben we het vandaag over een plan van de minister dat bij voorbaat al is afgeschoten door zijn partners in de coalitie. Alleen de ChristenUnie en de VVD zien heil in dit plan. Het CDA en D66 willen naast het kinderpardon ook een rekenpardon.
Dit debat had wat ons betreft dan ook op een ander moment gevoerd kunnen worden., na de komende verkiezingen die wel heel hard naderbij komen nu zelfs de rekentoets het Kabinet verdeelt tot op het bot. Wat een vertoning, voorzitter.
Nu bespreken we inhoudelijk een plan dat er toch niet gaat komen.

Vz, de noodklok is niet zomaar geluid over het hopeloze rekenniveau onder leerlingen en studenten. Er moest iets gebeuren, zo kon het niet langer. Het is dan ook spijtig om te zien dat de notie om het rekenonderwijs eindelijk eens grondig te hervormen eigenlijk binnen dit kabinet niet leeft.
De minister wil een soort rekentoets die tegelijkertijd bindend, maar ook vrijblijvend is. Bindend, omdat je de toets moet afsluiten om uiteindelijk je diploma te kunnen halen en vrijblijvend omdat het minimale cijfer dat gehaald moet worden slechts een 4 is.
Van een zesjescultuur naar een viertjescultuur.
Een typische polderoplossing waar uiteindelijk niemand bij gebaat is. Ook zal tot het moment dat de integrale curriculumherziening een realiteit is, de rekentoets niet meetellen voor het behalen van een diploma. Wij zouden dus, mocht dit plan tot uitvoer worden gebracht, geen enkel inzicht hebben in de rekenvaardigheid van al die leerlingen en mbo-studenten, want de toets telt immers niet mee voor het behalen van je diploma.

Vz, het doel van dit voorstel is dat er vanaf 2019-2020 voor het voortgezet onderwijs een alternatief voor de rekentoets komt en dat het rekenonderwijs in het mbo pas beroepsgericht wordt, zodra er een alternatief in het vo is geïmplementeerd. Het mbo zou dus nog jaren moeten wachten op gedegen rekenonderwijs dat ook aansluit op het praktijk- en beroepsgericht onderwijs, terwijl die tijd er helemaal niet is. Mbo-studenten kunnen het zich niet veroorloven om nog jaren achter de feiten aan te moeten lopen. Werkgevers en vervolgopleidingen zitten niet te wachten op mbo’ers die onvoldoende tot slecht kunnen rekenen.

Vz, wij concluderen dat de minister de regie uit handen heeft gegeven aan de onderwijspolder, zoals hij dat altijd doet; in dit geval aan de ontwikkelteams. Zij bepalen nu hoe het rekenonderwijs vormgegeven, gepositioneerd en uiteindelijk geïmplementeerd wordt binnen het curriculum. Het is dan ook voor ons volstrekt onduidelijk op welke wijze rekenen in het curriculum wordt gepositioneerd en waar de rekenvaardigheden op kunnen worden getoetst. Wat voor ons in ieder geval wel duidelijk is, is dat deze minister met een plan gekomen is dat er nooit gaat komen. Al dat voorbereidende werk, dat uiteindelijk tot dit ‘vlees noch vis-plan’ heeft geleid, is allemaal voor niets geweest.
Het hopeloze rekenniveau onder onze leerlingen en studenten blijft in ieder geval de komende jaren een bittere realiteit. De bereidheid om hier iets aan te doen, de bereidheid om onze leerlingen en studenten niet met een rekenachterstand van school te laten gaan, leeft amper voorzitter. En dat is een zeer treurige realiteit.