Het zorglandschap is het afgelopen jaar in beweging gekomen. Er is meer innovatie, meer dynamiek en de productiviteit is verbeterd, met name door meer dagbehandelingen. Er is meer gezondheidswinst, minder sterfte, we leven elk jaar langer met minder gebreken. En er is een hoge patiënttevredenheid. Inmiddels kunnen we ook het doemscenario van de stijgende zorgkosten bijstellen want we zien dit jaar 2 belangrijke trendbreuken. De omzetgroei van de ziekenhuizen blijft beperkt, evenals de stijging van de zorgpremie.
De PVV fractie is verheugd over deze ontwikkelingen en nu is dan ook het moment gekomen om door te pakken. De begroting die nu voorligt, getuigt echter weinig van ‘doorpakken’ en het nieuwe kabinetsbeleid gaat over tot ‘afpakken’. Het gevolg is, we gaan meer betalen voor minder. Dit beleid wordt verdedigd met de bewering dat de zorg zo betaalbaar blijft voor de toekomst. Ik denk echter dat de zorg op deze manier volgend jaar al niet meer te betalen is voor heel veel mensen.
Als we het over de betaalbaarheid en het beheersen van de zorgkosten hebben, moeten we inzicht hebben in de geldstromen. Afgelopen maand las ik in het NRC en ik citeer: “Er is niet één bestuurder van een ziekenhuis in Nederland die zijn winst- en verliesrekening begrijpt”. En dit bericht volgde kort na de bekendmaking van mogelijk frauduleus handelen door zorgverzekeraars en zorgaanbieders. “Fraude en verspilling kosten de zorg meer dan de vergrijzing,” zo kopte de Consumentbond een tijdje geleden!
En daarover een paar cijfers: tussen 2006-2008 is er voor ongeveer 1 miljard aan onnodige declaraties ingediend. Uit Europees onderzoek blijkt dat gemiddeld 3 tot 12% van het zorgbudget opgaat aan fraude. In NL hebben we het over een budget van 70 miljard, 3% hiervan is 2 miljard. En dan hebben we het over de ondergrens.
In 2011 hebben zorgverzekeraars voor bijna 8 miljoen aan fraude vastgesteld en voor 167 miljoen onterechte declaraties ontdekt. Waarschijnlijk is dit dus nog maar het topje van de ijsberg. En nu komt hier het recente sjoemelen door bepaalde zorgverzekeraars en zorgaanbieders bij.
We kunnen dit wel ‘creatief gebruik van een overgangsregeling’ noemen, maar het is en blijft gewoon fraude.
De PVV fractie wil deze fraude keihard aanpakken. Als er al iets afgepakt moet worden in de zorg dan is het wel dit onrechtmatig verkregen geld en dat moet worden teruggegeven aan de premiebetaler of aan het zorgverzekeringsfonds. Daarom een aantal vragen aan de minister. Dient het onderzoek naar het recente sjoemelen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars niet door de NZa uitgevoerd te worden in plaats van ZN? En waarom is de fraude niet gemeld bij de NZa? Het klopt toch dat de NZa een Meldpunt heeft voor overtredingen door zorgverzekeraars, zorgkantoren of zorgaanbieders? Is de NZa al bezig om de mogelijke mazen in de overgangsregeling te traceren en te dichten? Zo nee, waarom niet? En wat vindt de minister van een Meldplicht voor vermoedens van frauduleus handelen door zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten? We hebben het hier tenslotte over miljarden die niet aan zorg besteed worden maar in de zakken van fraudeurs verdwijnen. Bij een meldplicht hoort ook bescherming van de mensen die melden. Een bescherming voor klokkenluiders dus. De situatie rondom het VUmc heeft volgens mij voldoende aangetoond dat die bescherming noodzakelijk is. Hoe gaat deze regering klokkenluiders beter beschermen?
Terug naar het inzicht in de geldstromen en de zorgbestuurders. De bestuurders die hun instellingen omtoveren in zorgpaleizen, zich laten rondrijden in dure auto’s met chauffeur en televisie ambities ontplooien. De bestuurders die netwerken, bijklussen, fuseren en moeiteloos vanuit de Raad van Toezicht naar de Raad van Bestuur overstappen en vice versa. De bestuurders die steeds meer managers aanstellen om prestaties te meten en verbetertrajecten in te zetten om zo hoger te scoren op de ranglijstjes van ziekenhuizen. De bestuurders die zo ver van de werkvloer af staan dat ze die ondanks alle kleurige wegwijzers, niet eens meer weten te vinden. De bestuurders die alles zo nodeloos ingewikkeld en ondoorzichtig maken dat ze hun eigen jaarrekening niet meer snappen. Dit soort bestuurders moeten wat de PVV betreft zo snel mogelijk het veld ruimen. Daarom hoor ik graag van de minister hoe het staat met de uitvoering van de aangenomen motie van mijn voorgangster Gerbrands. Te weten de motie over het invoeren van een bestuurderstoets in de zorg. Dat de beroepsverenigingen nu een accreditatieprogramma voor zorgbestuurders starten, is leuk maar niet wat mijn fractie voor ogen heeft.
Wij willen een verplichte bestuurderstoets onder toezicht van de NZa, voor nieuwe en bestaande bestuurders, vergelijkbaar met de financiële sector. Wie ervoor zakt is ongeschikt; wie ongeschikt is moet weg en natuurlijk zonder vertrekpremie.
Het aanpakken van slecht presterende bestuurders en het aanpakken van fraude en verspilling ziet de PVV als mogelijkheden om de zorgkosten beheersbaar en betaalbaar te houden. Eerst de rotte appels uit het systeem en vervolgens stap voor stap verbeteringen aanbrengen. Dat is ook de reden dat wij geen systeemwijzigingen willen, geen verhoging van eigen bijdragen en al helemaal geen inkomensafhankelijk eigen risico, een maatregel die eerst 60 miljoen gaat kosten, geen cent gaat opleveren maar wel de solidariteit tussen zieken op het spel gaat zetten.
Ook voor VWS geldt dat inzicht in de geldstromen een voorwaarde is voor het beheersen van de zorgkosten. Ik constateer echter dat er jaarlijks structurele overschrijdingen zijn van het BKZ zonder dat daar grondige analyses naar gedaan worden. De Kamer krijgt zelfs de daadwerkelijke cijfers over de zorguitgaven niet eens. Ik vraag de minister daarom de definitieve cijfers over het BKZ van 2010 en 2011 bekend te maken met de Voorjaarsnota in 2013. Bij verantwoording horen ook de definitieve cijfers.
Dan kom ik bij een ander belangrijk aspect dat ik naar voren wil brengen, namelijk keuzevrijheid. En hier zie ik een probleem opduiken met het plan van dit kabinet om de restitutiepolis af te schaffen. Dit raakt namelijk direct aan de keuzevrijheid van de patiënt. Sterker nog, het pakt de keuzevrijheid af, want de zorgverzekeraar gaat die keuze voor de patiënt maken. Ik wil van de minister horen of zij in ons liberale zorgstelsel de keuzevrijheid van de patiënt nog belangrijk vindt en hoe dit zich verhoudt tot het afschaffen van de restitutiepolis.
Ik blijf nog even bij de zorgverzekeraars. In het regeerakkoord staat dat de minister een convenant gaat sluiten met de zorgverzekeraars voor het concentreren van SEH’s. In maart 2011 hebben we hier een debat gevoerd wegens een plan van Uvit om het aantal SEH’s terug te brengen. Het was een kort debat want de minister gaf toen aan dat er helemaal geen plan van Uvit lag. Nu lijkt dit plan echter in het regeerakkoord te zijn gekomen. Kan de minister hier een toelichting op geven?
Tot slot. Op 13 november is de WNT aangenomen, mijn fractie is hier zeer blij mee en evenzeer zijn wij blij met de aankondiging van Achmea dat ze zich aan de WNT zullen houden. Het is altijd goed om te horen dat een zorgverzekeraar zich aan de wet wil houden. De NVZD kan daar een voorbeeld aan nemen.
Reinette Klever
Tweede Kamerlid PVV