De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat om duurzame energie te subsidiëren ten minste 30 miljard euro aan opslag duurzame energie moet worden opgehaald bij burgers en bedrijven;
overwegende dat dit onze koopkracht en concurrentiekracht schaadt;
van mening dat dit geld voor een groot deel wordt besteed aan onrendabele windmolens en derhalve bijdraagt aan de grootste verspilling van overheidsgeld uit de Nederlandse parlementaire geschiedenis;
verzoekt de regering om, de opslag duurzame energie, ofwel de windmolenbelasting, af te schaffen,
en gaat over tot de orde van de dag.