Skip to main content

Ministerie van Justitie regisseerde strafzaak tegen Wilders

(Update 20:30 uur. Video interview Wilders met RTL nieuws. Stop mijn proces, parlementaire enquete nodig).

Uit nieuw – door het Hof opgevraagd – materiaal blijkt dat ambtenaren een sturende rol hebben vervuld in het opbouwen van de strafzaak tegen Geert Wilders.

De bemoeienis van het departement stopte niet bij het aanhangig maken van de strafzaak.
De topambtenaren wilden zelfs het requisitoir van het OM ‘meelezen’, zodat ze waar nuttig opmerkingen konden doorgeven:

“Krijgen we het requisitoir vooraf zoals in de zaak Martijn? Dat zou ik verstandig vinden, dan kunnen jij en XXX ‘meelezen’ en waar nuttig opmerkingen doorgeven.”
(Email d.d. 17 september 16:04)

In de, voorheen weggelakte passages uit e-mails, komt een beeld naar voren van ijverige functionarissen die het Openbaar Ministerie hebben geholpen met het bedenken en weerleggen van mogelijke verweren van verdediging:

“Bij de tweede uiting heeft W. zelf toch geen minder gezegd?”
(Email d.d. 16 september 2014 1:33)

“W. zal zeggen dat hij alleen zegt wat Nederlanders in overgrote meerderheid vinden over Marokkanen en wat statistieken bewijzen: o.a. dat Marokkanen oververtegenwoordigd zijn in criminaliteit en dat 73 procent van de islamitische bevolking in de Nederland de jihad steunt (was zijn hoofd motto in recente kamerdebat).”
(Email d.d. 16 september 2014 1:33)

Om een veroordeling waarschijnlijker te maken leverden de topjuristen, werkzaam voor de Minister van Veiligheid en Justitie, juridische munitie aan het OM:

“Valt niet scherper te kijken naar de vraag of W. wel een beroep erkenning van zijn deelname aan het debat (stap 2) mag doen? Zoals in het AB wordt benadrukt: anders dan de eerste uiting was de tweede uiting volledig vooropgezet en eigenlijk gewoon behoorlijk kwaadaardig, omdat die volgde op commotie die al eerder was ontstaan door de eerste uiting.” (Email d.d. 16 september 1:33)

“Ik mis een appreciatie aan het einde van de tweede uiting: ‘dan gaan we dat regelen’. Deze ‘actiebereidheid/aanzet om de daad bij het woord te voegen’ speelde dacht ik in eerdere zaken een rol bij invulling van art. 137d Sr.”
(Email d.d. 16 september 1:33)

De ontvanger van de input garandeert de auteur ook nog even dat hij de suggesties aan het OM zal doorspelen:

“Ik zal de appreciatie van ‘dat gaan wel regelen’ bij het OM onder de aandacht brengen.” (Email d.d. 16 september 23:14)

Bijlagen (met namen weggelakt):

Brieven_5_september_2019_met_bijlagen_namen_gelakt.pdf