Skip to main content

Schriftelijke vragen over de definitieve fatwa en de oproep aan Nederlandse moslims Geert Wilders te vermoorden

17 april 2023

Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President, Minister van Buitenlandse Zaken, Minister van Justitie en Veiligheid en Minister van Binnenlandse Zaken over de definitieve fatwa en de oproep aan Nederlandse moslims mij te vermoorden:

1.)
Heeft u kennisgenomen van het recente filmpje en berichten waarin de Pakistaanse Mufti Jalali zijn fatwa – doodvonnis – tegen mij bevestigt en als onherroepelijk en definitief benoemd? Wat is uw oordeel daarover?

2.)
Heeft u er ook kennis van genomen dat in die fatwa Nederlandse moslims worden opgeroepen en aangemoedigd mij te vermoorden? Wat is uw oordeel daarover? Deelt u mijn mening dat dit walgelijk is en publiekelijk moet worden veroordeeld? Bent u daartoe bereid?

3.)
Herinnert u zich nog dat afgelopen jaren – na eerdere soortgelijke bedreigingen van de Pakistaanse Taliban, ISIS en Al Qaida - ook andere Pakistaanse geestelijken fatwa’s over mij hebben uitgesproken maar daarnaast ook anderen zoals leiders van politieke partijen, bekende Pakistaanse cricketspelers en acteurs hebben opgeroepen mij te vermoorden en dat honderden zo niet duizenden Pakistanen mij inmiddels ook met de dood hebben bedreigd? Wat is uw oordeel daarover? Vindt u dat acceptabel?

4.)
Herinnert u zich ook dat er eerder meerdere Pakistanen feitelijk naar Nederland zijn gekomen met het doel mij te vermoorden? Kunt u uitsluiten dat dit na alle (nieuwe) fatwa’s en bedreigingen opnieuw zal gebeuren?

5.)
Wanneer komt voor u het moment dat u aan het herhaaldelijk oproepen tot het vermoorden van een Nederlands volksvertegenwoordiger en Tweede Kamerlid, zonder dat Pakistan ook maar één keer tot strafrechtelijke vervolging van de daders is overgegaan, stevige consequenties verbindt zoals het uitwijzen van de Pakistaanse ambassadeur in Nederland? Bent u bereid dat nu alsnog te doen? Zo nee, waarom niet en wat gaat u nu dan wel doen?

6.)
Heeft u de indruk dat de informatiepositie van de AIVD ter zake kwalitatief voldoende is en dat zij deze fatwa’s en bedreigingen naar behoren kunnen duiden en voldoende serieus nemen? Is de NCTV hierover voldoende adequaat door de AIVD geïnformeerd? Welke acties hebben AIVD en NCTV inmiddels ondernomen en is de DKDB afdoende geinformeerd?

7.)
Wilt u deze vragen gelet op de urgentie vóór donderdag 20 april, 12.00 uur beantwoorden?