Skip to main content

Algemeen Overleg Personeel

Voorzitter. De PVV vindt het uiteraard een goede zaak dat het overleg tussen de minister en de bonden weer op gang is gekomen. Of het onderlinge vertrouwen verder toeneemt, zoals de minister schrijft, valt uiteraard nog te bezien. Dat zal de toekomst nog moeten uitwijzen. Wat toekomstig is, maar naar verluidt al wel vaststaat, is de komst van de Joint Strike Fighter, zoals wij in het Telegraafartikel «De laatste Haagse loodjes voor de JSF» hebben kunnen lezen. In de visie op de toekomst van de krijgsmacht zou de minister de aanschaf van de JSF doorzetten, hetgeen ook al bleek uit een in maart jongstleden uitgelekte versie van die visie op te toekomst van de krijgsmacht. Ik vraag de minister of die berichtgeving klopt en, zo ja, hoe zij verzekert dat dit miljardenproject niet wordt gecompenseerd door een verdere bezuinigingskrimp van defensiepersoneel. Erkent de minister dat het lekken van deze visie op zich weinig vertrouwen wekt; niet alleen bij de coalitiepartijen, maar ook bij Defensie zelf?

Ik ga terug naar de samenwerking tussen Defensie en de centrales van overheidspersoneel. Het is nog veel te vroeg om de vlag uit te hangen over toenemend onderling vertrouwen, zeker gezien de bezuinigingen die Defensie nog te wachten staan. Kan de minister ons garanderen dat er geen sprake is van een veenbrand die nog voortwoekert en die elk moment weer kan oplaaien? Zijn de onderliggende gevoelens van onvrede en teleurstelling bij het personeel niet zodanig dat bij de minste of geringste tegenwind het vuur weer oplaait? De commissie-De Veer constateert in elk geval dat nog niet te zeggen is dat toekomstig constructief overleg op voorhand gewaarborgd is. Kan de minister uitleggen waar haar duidelijk uitgesproken vertrouwen in de toekomstige samenwerking precies op is gebaseerd?

De PVV vindt het onbegrijpelijk dat in een periode van stevige bezuinigingen op het personeel de Hoofddirectie Personeel in plaats van versterkt, juist werd verzwakt. In het verslag van de commissie-De Veer staat dat vacatures niet zijn vervuld, dat medewerkers in anticipatie op de bezuinigingen naar elders zijn vertrokken en dat een onverminderd hoge werkdruk het drama compleet maakte. De PVV wil van de minister weten hoe het mogelijk is dat in een periode van zware bezuinigingen op personeel de Hoofddirectie Personeel dermate verzwakt werd dat de HDP-organisatie in de optiek van velen is aangetast. Hebben de leiding van Defensie en de minister de signalen dat dit aan de gang was niet zelf ontvangen? Hoe kan het dat er een commissie aan te pas moest komen om dit aan de kaak te stellen? Wat wordt er ondernomen om de kwalitatieve bezetting van de HDP-organisatie zo snel mogelijk op orde te krijgen?

De minister heeft aangegeven dat de vertraging van de reorganisaties implicaties heeft voor de begroting. De PVV vindt het betreurenswaardig dat frictie met de vakbonden heeft gezorgd voor extra uitgaven bij Defensie. In de brief van de minister van 12 april jongstleden schrijft zij dat er voor dit jaar, 2013, nauwelijks netto sprake is van een financieel effect, maar dat Defensie in 2014 alsnog de rekening gepresenteerd krijgt voor de vertraging van de reorganisaties. De PVV ontvangt daarom graag van de minister een indicatie van de te verwachten extra kosten in 2014. Welk bedrag kan worden toegeschreven aan de vertraging van de reorganisaties?

De eerder aangehaalde gevoelens van onvrede en teleurstelling bij het defensiepersoneel zijn voor de PVV een groot punt van zorg. Veel medewerkers van Defensie zijn nog steeds onzeker over hun toekomst en zitten in een traject waarin moet worden uitgekeken naar een nieuwe werkgever. Wij waren in maart dit jaar verheugd toen bekend werd dat Shell en Defensie een samenwerkingsconvenant hadden getekend op dit punt. Enkele tientallen defensiemedewerkers werden dankzij dit convenant aan een nieuwe baan geholpen. Bravo. De PVV juicht dit soort initiatieven toe en vraagt de minister of zij zich in de komende maanden blijft inzetten voor het personeel en of zij ervoor kan zorgen dat het bedrijfsleven nog meer betrokken raakt bij het herplaatsen van defensie-medewerkers. Zijn er nog meer samenwerkingsconvenanten te verwachten dit jaar? Kan de minister een overzicht geven van het aantal medewerkers dat hiermee concreet geholpen kan worden?

Mijn fractie juicht de intensivering van de inzet van reservisten toe. De minister schrijft dat bij langdurige operaties in het buitenland steeds meer gebruik kan worden gemaakt van reservisten. Daar scheiden de wegen van de minister en de PVV-fractie. Wij willen voorlopig helemaal geen inzet van Nederlandse militairen voor langdurige operaties in het buitenland. Met of zonder reservisten, wij willen het niet. Veel belangrijker dan meedoen aan langdurige operaties in het buitenland, vinden wij dat nu eerst de huishouding van Defensie op orde wordt gebracht. Is de minister bereid om daar prioriteit aan te geven?

De PVV vraagt de minister ook in deze vergadering een update te geven van het overleg met de bonden betreffende Regeling faciliteiten Turkse dienstplicht defensie-ambtenaren (RFTDD). Of en met welk resultaat is de kwestie rond de Turkse dienstplicht bilateraal en in de NAVO-ministeriële op 4 en 5 juni besproken? Het behoeft geen nadere toelichting dat mijn fractie onverminderd snel van deze belachelijke regeling af wil.