Skip to main content

Algemeen Overleg Economische Partnerschapsakkoorden en handelsvrijmaking

Voorzitter. De PVV vindt het een goede ontwikkeling dat handelsrelaties met voormalige koloniën een evenwichtiger vorm krijgen, maar zij heeft daarbij wel een paar kanttekeningen. Het is volgens de PVV belangrijk dat er meer dan lippendienst bewezen wordt aan de eigen verantwoordelijkheid van landen als zij terugvallen op het Algemeen Preferentieel Stelsel, bijvoorbeeld omdat bij hen de politieke wil of het leiderschap ontbreekt om EPA's aan te gaan. Dat geldt ook voor Namibië en Botswana.

De PVV vindt het uitdrukkelijk niet de verantwoordelijkheid van een wellicht overenthousiaste Nederlandse Minister, en vooral niet die van de Nederlandse belastingbetaler, om voor onwillige landen allerlei projectjes op te zetten om de onderhandelingen, waarvan de uitkomsten ook nog allerminst zeker zijn, te financieren.

Volgens de Minister moeten er nog allerlei op ontwikkeling gerichte asymmetrische uitzonderingen blijven gelden. Boven op de hulp stapelt de Minister dus nog meer hulp, onder het mom van handelsvrijmaking. Wat is eigenlijk het nut voor Nederland van dat flankerende beleid? De PVV vindt het bovendien geen goede zaak dat de EU deze maand bekend heeft gemaakt 31 miljard euro aan ontwikkelingshulp toe te kennen aan de ACS-landen voor de periode 2014–2020, terwijl deze Minister er tegelijkertijd voor strijd dat het tekenen van een EPA niet eens als een voorwaarde wordt gesteld voor hulp.

Ik heb nog een vraag over de stand van zaken rond de onderhandelingen met het blok in de Stille Oceaan. De Minister geeft aan dat die onderhandelingen zeer stroef verlopen. Volgens een bericht van ABC Radio Australia hebben de handelsministers van de Stille Oceaan gedreigd om de onderhandelingen te stoppen en zijn ze woedend over de slechte behandeling door de Europese Commissie, die volgens hen de EPA wil omtoveren in een visserijverdrag en daarmee hun soevereiniteit om zeep wil helpen. Kan de Minister hierop een reactie geven?

Ik kom te spreken over de onderhandelingen over de vrijhandelsakkoorden. In haar brief van 17 mei schrijft de Minister dat het haar doel is om Nederland beter te laten aansluiten op economische groei elders in de wereld. «Elders» betekent dan: anders dan in onze buurlanden. Dat is een inzet die mij zeer aanspreekt. In dat verband verneem ik graag van de Minister of zij op hoofdlijnen al iets kan vertellen over de uitkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken over Handel van 14 juni jongstleden. Welke verklaring heeft de Minister er trouwens voor dat wij in Nederland, in tegenstelling tot onze oosterburen, ons buitenlandaandeel in de periode 1995–2008 bijna niet hebben weten te vergroten? Heeft zij daarvoor een analyse of een verklaring?

De PVV wil ook graag weten wat de Nederlandse «Aid for Trade»-investeringen in de handelsfacilitatie van ontwikkelingslanden ons land per saldo gaan kosten. Voorts verneemt de PVV graag van de Minister wat deze investeringen zullen uithalen als er geen WTO-akkoord komt over handelsfacilitatie, door de opstelling van landen als India en Brazilië. In dat kader is de PVV ook benieuwd naar de uitkomsten van de Ministeriële bijeenkomst van de OESO op 29 en 30 mei. Misschien kan de Minister ons daar ook op hoofdlijnen iets over duiden.
De Minister schrijft ook dat Nederland zich ervoor inzet dat de voordelen van het uiteindelijke WTO-akkoord betreffende diensten, ook worden gegund aan de minst ontwikkelde landen, en wel zonder tegenprestatie. Waarom wil de Minister dat de minst ontwikkelde landen wel de lusten maar niet de lasten ondervinden van een WTO-deelakkoord over diensten?