AO dwang en drang in de langdurige zorg - Inbreng
Hieronder de spreektekst van Fleur Agema tijdens een algemeen overleg over dwang en drang in de langdurige zorg.
AO Dwang en Drang - Inbreng
Het zelfgecreëerde, brandschone ‘imago der Nederlanden’ voor de langdurige zorg bestaat niet. Het is in ons land zo vaak zo bij de beesten af dat zelfs een ouder haar kind alleen uit de isoleercel weet te krijgen door naar de rechter te stappen. En kind dat niets heeft misdaan en tot niets is veroordeeld.En om openheid over deze wantoestanden te krijgen en cijfers boven tafel te krijgen moest NOVA zelfs grijpen naar de Wet openbaarheid bestuur (Wob). Hoezo de o zo gewenste transparantie?
Het langdurig separeren is geen behandeling maar aftakeling. Mag ik de minister nogmaals wijzen op de dissertatie van Franke uit 1990. Hij onderbouwde – voor de boeven uit de vorige eeuw – dat eenzame opsluiting leidt tot krankzinnigheid.
De mensen waar we het vandaag over hebben niets misdaan. Zij verdienen behandeling. Het is een beschaafd land onwaardig dat dat kennelijk niet tot de basiszorg behoort.
Het heeft er overigens alle schijn van dat de besluitvorming tot separeren niet wordt ingegeven door het belang van de patiënt maar om de werkdruk te verminderen.
Kan de minister nog eens toelichten of de registratie nog altijd gebeurt in aantallen separaties in plaats van het aantal dagen? 1 keer 1 week telt als 1 separatie, 2 keer 1 dag telt als 2 separaties en naar analogie van de uitzending van NOVA kunnen we stellen dat wellicht 1 separatie van 150 dagen ook geld als 1. Graag meer uitleg en een reactie op de vraag of het niet zo zou moeten zijn dat met het oog op het terugdringen van het aantal separaties niet het aantal separaties maar het aantal dagen zouden moeten registreren. Het zou namelijk kunnen dat een patiënt tegen zijn zin in in de isoleer wordt gehouden omdat de medewerker de patiënt laat zitten als de kans er is als de patiënt mogelijk snel weer gesepareerd wordt en dit dan telt als 2, 3 of 4 separaties.
Vandaag liggen ook stukken voor met betrekking tot dwangmiddelen in de verpleegzorg. Wij delen de wens dat er minder dwang wordt toegepast op onze verstandelijk gehandicapten en demente bejaarden, en ook de opvatting dat dit het best bereikt kan worden door deze groepen de liefdevolle aandacht te geven die zij nodig hebben en verdienen.
Wij hebben voor deze conclusies echter geen jaren studie en dikke rapporten nodig, maar wel het miljard euro dat de PVV extra wil uittrekken voor de zorg.
In de Nederlandse verpleeghuizen worden op de helft van de bewoners dwangmaatregelen toegepast, en de laatste jaren werden jaarlijks 6000 mensen, oftewel 10% van de bewoners, vastgebonden op hun bed of stoel met zogenaamde Zweedse Banden. Er zijn de laatste jaren 7 gevallen gemeld van mensen die zijn gestorven door het gebruik van dit dwangmiddel (de dunne en verouderde variant en dus niet de brede vernieuwde). De verouderde dunne Zweedse band moet daarom verboden worden. Net zoals dat in beschaafde landen als de Verenigde Staten en Denemarken al het geval is.
Hierbij moet dan niet voor het alternatief van drogeren gekozen worden, maar naar de waslijst van maatregelen die we in de verschillende stukken in verschillende samenstelling tegenkomen, en die gericht zijn op het hebben van aandacht voor de individuele behoeften van de mensen en het scheppen van een prettige woonomgeving in de huizen waar zij verpleegd worden.
Het gebruik van normale meubels in plaats van diepe stoelen, het inzetten van huisdieren, achtergrondmuziek, snoezellampen, een flexibel maaltijdenschema etc. het zijn allemaal maatregelen waarvan afzonderlijk wetenschappelijk is bewezen dat ze helpen dwangmaatregelen tegen lastige, onrustige mensen te voorkomen. Geen wonder als je bedenkt dat ze als gemeenschappelijk doel hebben een prettige omgeving te creëren.
Elektronische hulpmiddelen kunnen helpen het gaan en staan van mensen in de gaten te houden waar nodig, waardoor beperkingen aan hun bewegingsvrijheid minder vaak noodzakelijk zijn. Lagere of verstelbare bedden beperken het risico op letsel door vallen, wat de voornaamste reden achter fixerende maatregelen is.
Maar in de cocktail van maatregelen die nodig is voor een menselijke leefomgeving voor onze verpleeghuispatiënten is de belangrijkste dat er meer verplegenden ingezet gaan worden. Juist deze maatregel ontbreekt in veel van de stukken die het ministerie ons voor dit debat heeft overhandigd. Of liever: we moeten hem tussen de regels door ontwaren. In het rapport ‘Zorg voor Vrijheid’ wordt namelijk wel gepleit voor een ‘groot team van vaste vrijwilligers’, want ‘zo kan meer individuele aandacht aan de cliënten gegeven worden.’
In de maatschappelijke discussie buiten de ministeriële stukken is het personeelsvraagstuk, natuurlijk en terecht, het centrale punt van de hele discussie.
Toen de Inspectie voor de Gezondheidszorg met de aanbeveling kwam de Zweedse band in 2011 uit te bannen reageerde de Vakbond voor Verpleegkundigen als volgt: “De vakbond vind dat een dergelijke intentie tien jaar geleden wel afgesproken had kunnen worden. ‘Toen liep er nog één verpleegkundige of verzorgende op drie cliënten, waar dat nu één op acht is.’”
De rücksichtsloze bezuiniging op de langdurige zorg is onverantwoord. Ik spreek hier ook de coalitiepartijen op aan en houd hen verantwoordelijk voor voortdurende misstanden die het vanzelfsprekende gevolg zijn van een ondergefinancierde, uitgeknepen zorg. Je zou zeggen dat die partijen hiervoor gevoelig zouden zijn, gezien hun respectievelijke filosofische grondslagen waarin het mededogen en de zorg voor de hulpbehoevenden zo’n centrale rol speelt, of die uitgangspunten nu christelijk of socialistisch zijn.
Deze politieke partijen vrezen de zieken en gehandicapten niet. Gerard Reve dichtte al:
ROEPING
Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
en eten voert,
zal nooit haar naam vermeld zien.
Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
ziet 's avonds reeds zijn smoel op de tee vee.
Toch goed dat er een God is.Ik zou God niet onder ogen durven komen met het beleid dat door deze, in naam sociaal-christelijke, regering gevoerd wordt.
- Aangemaakt op .