Skip to main content

Spreektekst Geert Wilders bij proces tegen Pakistaanse imam JALALI

2 september 2024

Spreektekst Geert Wilders bij proces tegen Pakistaanse imam JALALI

Mijnheer de Voorzitter, geachte leden van de Rechtbank, meneer de Officier, dank dat u mij in de gelegenheid stelt hier vandaag het woord te voeren.

Dit is een bijzonder en uniek proces waar ik lang naar heb uitgezien. Want de gevolgen van hetgeen mensen als mufti Jalali hebben gedaan zijn voor mij als lid van de Tweede Kamer maar ook als gewone burger en mijn gezin, mijn echtgenote enorm.

Ik kan me niet herinneren dat er in Nederland eerder een mufti, in dit geval uit Pakistan – terecht staat omdat hij een fatwa over een Nederlands politicus heeft uitgesproken. Ik zou het Openbaar Ministerie en U als rechters, voor wie die allemaal ook vervelende consequenties kan hebben, willen bedanken dat dit proces plaatsvindt.

En al is de verdachte er niet bij aanwezig, hoop ik dat u een signaal naar hem en de wereld zal geven dat straffeloos fatwa’s uitspreken om iemand te vermoorden hier niet wordt geaccepteerd.

Een mufti is zoals uw rechtbank weet een hoge wetsgeleerde in de islamitische wetgeving met het gezag, door de volgers van de mufti bindend ervaren uitspraken te doen in de vorm van fatwa’s. En de heer Jalali is niet alleen mufti maar ook de leider van de Pakistaanse politieke partij Tehreek Labaik Islam (afgekort TLI).

Voormalig premier Rutte heeft in antwoord op Kamervragen eerder gezegd dat hij deze fatwa gevaarlijk, verwerpelijk en onze democratie ondermijnend vindt, en dat siert hem. Dit kabinet heeft in een brief aan de Tweede Kamer vanmorgen ook geschreven dat het onacceptabel is dat personen die politieke ambtsdragers bedreigen vrijuit gaan. En indachtig onze scheiding der machten is het natuurlijk uitsluitend aan u als rechterlijke macht om er in strafrechtelijke zin een oordeel over uit te spreken.

Staat u mij toe dat ik kort iets over de context van deze bedreigingen schets. In mei 2015 was ik aanwezig in Garland, in de Amerikaanse staat Texas, waar ik was uitgenodigd een speech te houden en de eerste prijs uit te reiken aan de winnaar van een Mohammed cartoon wedstrijd. Ik had die uitnodiging aanvaard omdat ik het onaanvaardbaar vond en vind dat de vrijheid van meningsuiting in westerse landen moet wijken voor religieuze regels die daar geen wet zijn.

Tijdens die bijeenkomst - ik was zelf net vertrokken met mijn beveiligers direct na mijn speech - werden twee terroristen met semi-automatische wapens die een aanslag wilde plegen gesignaleerd op het parkeerterrein van het conferentiecentrum waar de cartoonwedstrijd werd gehouden.

Ze werden beiden door de Amerikaanse politie doodgeschoten voor ze in actie konden komen, alleen een bewaker raakte helaas gewond.

Het was een schokkende ervaring en ook de reden – de onaanvaardbaarheid van terreur en geweld als antwoord op het maken van een tekening, een cartoon – dat ik besloot zelf nog eens een dergelijke wedstrijd te organiseren om te laten zien dat we niet buigen voor geweld of de dreiging ervan.

Die wedstrijd zou een paar jaar later in 2018 worden gehouden. Uiteindelijk heb ik die afgeblazen omdat Nederlanders in het buitenland en Pakistan in het bijzonder in grote veiligheidsproblemen kwamen.

Het was die tijd en de jaren erna dat er van alle kanten doodsbedreigingen kwamen en verschillende fatwa’s over me werden uitgesproken. Zoals ik deze zaak tegen de heer Jalali en de andere zaak van vanmiddag die niet nu maar vanmiddag zal bespreken.

Ik zal niet alles herhalen wat de Officier van Justitie heeft gezegd. Maar de kern van de fatwa van mufti Jalali is dat hij – en vergeeft u mij als ik niet de juiste juridische benaming gebruik - opriep mij te vermoorden, ophangen, onthoofden, en hij heeft die fatwa daarna in een speech in een zaal vol mensen ook online gezet en gezegd dat de fatwa onherroepelijk is. In zijn woorden: “Our fatwa is final.” Die geldt dus nog steeds en is voor altijd.

Hij heeft meerdere maken herhaald dat ik vermoord moet worden. Hij zei en ik citeer: “Dood de vervloekte Geert Wilders. Ons onherroepelijk vonnis over de vervloekte Geert Wilders is in de vorm van een fatwa”. Realiseert u zich alstublieft dat Pakistan 230 miljoen inwoners heeft, de politieke partij waar Jalali de leider is, Tehreek Labaik Islam, tientallen miljoenen aanhangers heeft en zijn speeches wereldwijd via sociale media kunnen worden gevolgd.

Meneer de Voorzitter, leden van de rechtbank, ik ben over een paar weken, in oktober om precies te zijn, precies 20 jaar mijn vrijheid kwijt omdat mensen me willen vermoorden voor wat ik zeg vind, schrijf en doe. 20 jaar is een hele lange tijd weet u, ik ben nu 60 ik ben sinds mijn 40e onvrij.

In 2004 ben ik door agenten met mitrailleurs uit mijn woning in Venlo gehaald en ik ben er sindsdien nooit meer teruggeweest.

Mijn vrouw en ik hebben in die jaren in safehouses, gevangenissen, kazernes en politiebureaus gewoond om maar veilig te zijn.
Ik heb plaksnorren en pruiken gedragen om onherkenbaar te zijn.

En als we Kerst gingen vieren bij mijn schoonfamilie in Hongarije dan vlogen we met beveiligers in een verder leeg vrachttoestel van de Koninklijke Luchtmacht.

Ik ben de overheid en de politieagenten van de dkdb oprecht zeer dankbaar voor alle beveiliging die ze me die twintig jaar hebben gegeven met gevaar voor hun eigen leven, iedere dag opnieuw.

Zonder hen had ik hier waarschijnlijk, meer dan waarschijnlijk, niet meer gestaan. Had ik niet meer geleefd. Ik sta op de hitlisten van al qaida, isis, de pakistaanse Taliban en ik heb de laatste zes jaar verschillende fatwas over me uitgesproken gekregen, waarvan we er vandaag één bespreken. De enige fatwa van die ooit de rechtszaal haalde.

Ik heb mijn werk als lid van Tweede Kamer al twintig jaar, ik ben de nestor van de Kamer dus ik zit er al een hele tijd, door bedreigingen en opruiende fatwa’s als die van mufti Jalali, alleen met grote beperkingen kunnen doen.

Op campagne gaan is bijvoorbeeld lastig, want je hebt altijd verschillende veiligheidsringen om je heen en de beveiliging wil begrijpelijkerwijs het liefste dat je steeds in beweging blijft en zo min en kort mogelijk bij mensen stil blijft staan. Terwijl dat juist is wat je op campagne als politicus die al niet vaak buiten komt en tussen de mensen graag wil doen.

Inmiddels zijn er zoals u weet ook vele collega politici, maar ook anderen uit het openbaar bestuur, journalisten en opiniemakers, en niet te vergeten mensen als u werkzaam bij de rechterlijke macht, die daar helaas ook mee te maken hebben. Het is te verschrikkelijk voor woorden. Ik leef met al die mensen en hun gezinnen mee.

Voorzitter, leden van de rechtbank, door al die bedreigingen en fatwa’s ben ik niet alleen in mijn functioneren als Tweede Kamerlid beperkt, maar ook in mijn privéleven ben ik mijn vrijheid al twintig jaar kwijt.

Er zijn altijd beveiligers, nogmaals dat zijn mijn helden, die alles voorbereiden en tijdig moeten weten wat je gaat doen, vandaag, morgen, overmorgen, de dag na overmorgen, alle dagen en weken daarna en hoe laat en waar en met wie, ik heb daarin nul privacy.

Ik heb geen eigen huis maar woon in een safehouse van de Staat, ik kan al twintig jaar mijn eigen brievenbus niet legen, niet zelf autorijden in dit mooie land, nooit spontaan iets doen of ergens heengaan.

Niet even wandelen met mijn vrouw als ik daar savonds zin in heb als ik het niet minstens een dag van te voren maar liever nog eerder, heb aangegeven en dan nog is het maar de vraag of het wel kan.

Ik mag ook niet in de buurt van het safehouse waar ik zit naar buiten. Ik ken de straat waar ik woon dus niet, ik bedoel ik heb er nooit rondgelopen of zo, waar ik woon.

Ik rij in geblindeerde auto’s van de parkeergarage van mijn safehouse naar de parkeergarage van de Tweede Kamer. Vanuit mijn werkkamer in het parlement kan ik niet naar buiten kijken om te zien wat voor weer het is want de ramen zijn geblindeerd. Ik werk soms een week van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de Tweede Kamer en heb dan geen idee wat voor weer het die week buiten is geweest.

En als je je huwelijksdag met je vrouw viert, of rouwt bij de begrafenis van je moeder of voor iets vervelends naar de dokter of het ziekenhuis moet, of – iets leuks - op vakantie gaat, je bent nooit maar dan ook nooit alleen, en alles wordt gepland, gepland en nog eens gepland en alle relevante diensten zien je agenda en activiteiten.

En iedere dag sta je op en vertrek je in gepantserde wagens vaak met sirene naar je werk. En je bent je er altijd ergens in je achterhoofd van bewust dat het wel eens je laatste dag kan zijn. Je bent altijd waakzaam en alert. Het vreet energie. Je probeert het te relativeren want je moet door maar dat lukt je natuurlijk niet altijd want je ben ook maar een mens van vlees en bloed. Soms is het om knettergek van te worden.

Want het is echt. Een Pakistaanse man is hier in Nederland tot tien jaar cel veroordeeld omdat hij in 2018 een terroristische aanslag op me wilde plegen om me een kopje kleiner te maken.

In datzelfde jaar werd een aanslag gepleegd op het Centraal Station in Amsterdam vanwege de cartoonwedstrijd, waarbij twee Amerikaanse toeristen werden neergestoken.

Eerder zijn mensen uit andere werelddelen die me wat wilde aandoen op weg hierheen door buitenlandse autoriteiten tegengehouden.

En wie weet hoeveel anderen die dat ook wilde en nog willen doen het niet gedaan hebben of doen omdat ik gelukkig beveiligd word.

Voorzitter, leden van de rechtbank, het ergste van alles zijn de fatwa’s. Om te beginnen omdat ze altijd blijven gelden. Kijk naar Salman Rushdie.

Salman Rushdie kreeg zoals u weet al in 1989 een fatwa over hem uitgesproken door imam Khomeini, maar nog 33 jaar later in 2022 werd hij door een man met een mes aangevallen en zwaar verwond tijdens een lezing in de staat New York.

Fatwa’s verdwijnen nooit.

En daarom zijn ze het ergste.

En ze hebben ook een enorme aantrekkingskracht op andere mensen om de fatwa die immers van een geestelijke komt op te volgen.

Ik heb de afgelopen twintig jaar echt duizenden aangiftes gedaan tegen mensen over de hele wereld die zeggen me te willen vermoorden. Teksten, plaatjes, onthoofdings- en executiefilmpjes, brieven, pakketjes, je kan het zo gek niet verzinnen. Het houdt nooit op.

Ik heb in 2022 bijna duizend keer aangifte gedaan vanwege doodsbedreigingen, en heb het daarna afgebouwd. Niet omdat ze niet meer komen want ze komen nog iedere dag, maar omdat het er zoveel zijn dat ik anders niet meer aan mijn werk toekom.

Veel van die bedreigingen zijn het gevolg van fatwa’s en opruiende oproepen zoals van mufti Jalali. Door zijn uitspraken meestal maar zeker niet uitsluitend uit Pakistan.

Meestal doet het Openbaar Ministerie er niet zo veel mee. Lange tijd heb eens per week een verzamelaangifte met 50 tot 100 doodsbedreigingen in een keer getekend, en of ik hoorde er nooit meer wat van of ik kreeg lange tijd erna een bericht dat ze allemaal werden opgelegd zoals dat heet.

Ik kwam er al snel achter dat opgelegd betekent dat ze dan in een kast verdwijnen en er niets meer gebeurt.

Maar nu gelukkig wel.

De grote vissen, de aanstichters van veel bedreigingen gelukkig wel.

Vandaag is daarom voor mij een belangrijke dag.

Want twee mannen die fatwa’s en doodsbedreigingen over me uitspraken staan vandaag terecht. Een vanmorgen en een vanmiddag.

De heer Jalali is er mede voor verantwoordelijk dat ik mijn vrijheid kwijt ben en als een halve gevangene moet leven om te overleven. Hij is er niet vandaag maar wat ik ben ik blij dat hij wel terechtstaat.

Dat hij en de rest van de wereld zien dat je niet zomaar onwettige middelen tegen iemand kan gebruiken. Dat je niet mag oproepen en opruien iemand te vermoorden.

Dat als je het niet met iemand eens bent - en dat mag natuurlijk - je uitsluitend democratische en geweldloze middelen moet gebruiken om je ongenoegen en woede te uiten. Maar dat geweld of het opruien daartoe nooit mag. En dat je daar niet mee wegkomt.

Ik hoop dat uw rechtbank dat signaal ook geeft in uw vonnis. Dat niemand, ook geen mullahs, in een rechtstaat wegkomen met het uitspreken van een fatwa om iemand te vermoorden. Dat ze niet wegkomen met het opruien of oproepen iemand te vermoorden.

Daarom is vandaag voor mij zo’n belangrijke dag.

Ik krijg die twintig jaar verloren vrijheid nooit meer terug. Ik krijg mijn vrijheid waarschijnlijk überhaupt nooit meer terug.

Door mensen als mullah Jalali.

Laat hem daar alstublieft niet mee wegkomen.

Hou hem verantwoordelijk voor zijn daden, voor zijn wandaden.

Ik wens u veel wijsheid toe.

Ik dank u voor uw aandacht.