PVV: Geen speciale behandeling Shell bij Iransancties
Vragen van de leden Kortenoeven, Wilders, Bontes en De Roon (allen PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de positie van oliemaatschappij Koninklijke Nederlandse Shell onder het (aan te scherpen) sanctieregime tegen de Islamitische Republiek Iran.
1.)
Bent u bekend met de Amerikaanse ‘Iran Refined Petroleum Sanctions Act’ (IRPSA) en met de brief aan Shell van 21 mei 2009 van de leden van het Amerikaanse Congres Dan Burton en Brad Sherman?
2.)
Kent u het Wall Street Journal artikel ‘Shell Halts Gasoline Sales to Iran’ (*) en het door het Iraanse persbureau Fars verspreide artikel ‘Shell Resumes Fuel Sales to Iran’ (**)?
3.)
Hoe beoordeelt u de tegenstrijdigheid van deze artikelen?
4.)
Heeft Shell de leverantie van geraffineerde olieproducten aan Iran inmiddels gestaakt of niet?
5.)
Komt de positie van Shell in Iran (‘upstream’, danwel ‘downstream’) aan de orde in de besprekingen van 26 juli a.s., over het aanscherpen van de sancties tegen Iran, van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie? Zo ja, wordt dan overwogen om voor Shell, onder het aan te scherpen Europese sanctieregime tegen Iran, een uitzonderingspositie te bedingen?
6.)
Deelt u onze mening dat een uitzonderingspositie voor Shell onacceptabel is? Zo ja, zult u zich hiertegen met kracht verzetten? Zo neen, waarom niet?
7.)
Wilt u deze vragen terstond, doch uiterlijk 20 juli 09.00 uur beantwoorden?
(*) Shell Halts Gasoline Sales to Iran, Online.wsj.com