Een uitgelekte brief van het ministerie i.v.m. godslastering - Kamervragen
1.)
Klopt het dat uw op 6 mei 2008 gedateerde brief over godslastering abusievelijk is verzonden naar de Kamer(*)?
Waarom heeft u deze brief weer "ingetrokken"?
2.)
Realiseert u zich dat de grootste catastrofes die mensen aan elkaar hebben voltrokken, vaak gebaseerd waren op een godsdienst of een levensovertuiging? Waarom wilt u dan bepalingen in het leven roepen die critici van een godsdienst of levensovertuiging dwingen tot zelfcensuur? Wilt u afstand nemen van de passages in de brief, waarin het "zich beledigend uitlaten ten aanzien van een bepaalde godsdienst of levensovertuiging" met strafbaarstelling wordt bedreigd?
3.)
Bent u met mij van mening, dat de in de brief aangekondigde introductie van het openbare-ordekarakter ter bepaling van de strafwaardigheid van godslastering en als legitimatie van ingrijpen door de overheid, tot nog meer zelfscensuur zal leiden, omdat talloze groeperingen met ordeverstoringen kunnen dreigen als iemand iets ten nadele van hun godsdienst of levensovertuiging zou willen zeggen?
4.)
Kunt u zich voorstellen dat mensen zich in vrij gekozen bewoordingen, naar eigen keuze zo scherp als maar nodig wordt geoordeeld, moeten kunnen uiten over godsdiensten en levensovertuigingen die naar hun oordeel een bedreiging inhouden
voor de mensenrechten, de vrijheid van het individu, de levens en het zelfbeschikkingsrecht van mensen enz. enz.?
5.)
Ziet u in, dat de hierboven gewraakte voornemens in de brief, vooral de op wereldhegemonie uit zijnde islam in de kaart speelt en de critici van de islam in ons land dwingt tot zelfcensuur en dhimmitude? Waarom wilt u het zo opnemen voor de islam?
6.)
Is het uw bedoeling om met deze voornemens uit de brief, in de toekomst preventief op te kunnen treden tegen de voor-genomen productie of het uitbrengen van islam-kritische uitingen, zoals de film Fitna?
(1) http://www.elsevier.nl/nieuws/politiek/artikel/asp/artnr/204084/index.html