Skip to main content

Een stad vol wachtenden op noodzakelijke zorg

Inbreng Fleur Agema - Modernisering AWBZ:
Elke keer als we de voortgangsrapportage van de AWBZ bespreken bekruipt mij een raar gevoel, ik ervaar het als een vereenzaamd debat. Het debat moet gaan over mensen in plaats van over systeemwijzigingen. Over mensen die zorg nodig hebben en het zelf niet meer kunnen. Zorg is voor hen een noodzaak. Ze kunnen niet zonder die zorg. Wachttijden en wachtlijsten, dat kan niet. Vijf mensen die wachten is al te veel, laat staan vijfduizend en voor wat betreft het aantal wachtenden voor AWBZ-zorg dat is zelfs 75 duizend. Dat is een hele stad vol wachtenden! Een hele stad vol mensen die wachten op zorg en voor wie het een noodzaak is dat ze die krijgen.

Het moet hier ook gaan over het helemaal uitblijven van zorg zelfs als allang is vastgesteld dat die noodzakelijk is en het moet gaan over meer personeel met een beter salaris.

De wachtlijst voor de AWBZ is een politieke wachtlijst. De wachtlijst is opgesplitst in twee groepen wachtenden. Een groep die door de staatssecretaris wordt omschreven als niet-problematisch omdat ze bijvoorbeeld wachten op een plaats bij een aanbieder van eerste voorkeur en een problematische wachtlijst van zorg die niet binnen 7 weken is te leveren. Dit is een politieke wachtlijst!
Eerst wordt het aantal wachtenden met politieke motieven uitgedund door alleen die groep te omschrijven die langer dan 7 weken wacht. Daarna volgt een verdere uitdunning door een arbitrair onderscheid aan te brengen in de groep urgent wachtenden. Dit kan echt niet.
In de begroting van 2007 werd het terechte doel gesteld dat er in 2007 minder dan 2000 urgent wachtenden op AWBZ-zorg moesten zijn. Niks lezen we daar meer over in de vorige week gepresenteerde verantwoording over 2007.
Uit een van de brieven die vandaag op de agenda staat blijkt dat het aantal urgent wachtenden op dit moment in ieder geval 4500 op een totaal van 75.000 is. (26631, nr. 236) Niet alleen zijn de doelen voor 2007 niet bereikt de problemen zijn dus veel groter!

Laten we het even terug brengen tot de mensen waar het hier om gaat. Rond de kerst leerde ik een krachtige dame van 75 kennen, Margriet. Ze was helemaal opgebrand. Een jaar lang had ze haar man thuis verpleegd terwijl deze allang een indicatie voor een verpleeghuis had en wachtte op een plek in een verpleeghuis van hun voorkeur. Zij hadden dit verpleeghuis met zorg uitgekozen. Dag in dag uit verpleegde deze dame van 75, 1.65 m lang en 55 kilo haar 80-jarige man van 1.95 m lang en 90 kilo. Ze tilde hem in haar uppie door het huis.
Het heeft geen kies deze wachtende als ‘niet problematisch’ van de problematische lijst te schrappen alleen maar omdat hij wachtte op het verpleeghuis van zijn voorkeur, integendeel, de verzorging was net zo hard nodig als die van de lijst problematisch wachtenden en de urgentie, die groeide juist met de dag. Staatssecretaris, stop uw politieke wachtlijst.

>>> Wanneer is de wachtlijst voor noodzakelijke en allang geïndiceerde zorg weg? Wat is nu eigenlijk wel uw verantwoordelijkheid? Waar kunnen we u op het einde van dit jaar wel op afrekenen? Wat stelt het idee van vraaggestuurde zorg nou eigenlijk nog voor als mensen die wachten op instelling van hun voorkeur van de problematische wachtlijst worden geschrapt?

Maar wat ook kan is dat mensen helemaal geen zorg krijgen, zelfs na een indicatie! Er zijn heel veel problemen rondom de indicatiestelling en mijn fractie heeft haar afschuw hierover al vaak kenbaar gemaakt. Helemaal zot wordt het wanneer iemand die een indicatie heeft gekregen jaren later nog helemaal geen zorg heeft gehad.
Een 88-jarige meneer is twee jaar geleden door het CIZ geïndiceerd voor aanvullende zorg. (OB-DAG) Tot op heden krijgt hij deze zorg in het geheel niet ondanks verwoede pogingen van familie.

Hoe veel lotgenoten heeft deze meneer? Hoe veel mensen hebben er wel een indicatie voor zorg gekregen maar krijgen de zorg in zijn geheel niet geleverd? Wordt er wel geld uitgekeerd voor deze indicaties en zo ja aan wie en hoe veel?

In ons land hebben we een stad vol wachtenden op noodzakelijke zorg. Dat is een grove schande.


2e termijn
In ons land wachten 75.000 mensen op noodzakelijke (en reeds geïndiceerde) zorg. De staatssecretaris schrapt in de wachtlijst. De ene gaat eraf omdat deze wacht op een instelling van zijn of haar voorkeur, de ander gaat eraf omdat er iets van vervangende zorg geleverd is (met een brandblusser een uitslaande brand blussen ipv met een brandweerwagen) de volgende krijgt geen zorg maar dat vindt de staatssecretaris niet erg en op het einde van de rit houdt ze na haar politieke spelletje nog zo’n 5000 wachtenden over die ze problematisch noemt.

Ze komt met een belachelijk antwoord al zou bij een deel van deze mensen de overweging “ik kan niet in de instelling van mijn voorkeur terecht dus ik blijf nog maar even thuis” spelen. Dit is een klap in het gezicht van mensen zoals Margriet, de dame van 75 jaar die een jaar lang haar man thuis verpleegde omdat hij wachtte op een plek in een instelling naar voorkeur en er inmiddels zelf helemaal doorheen zit. Dan de uitspraak van mevrouw Wiegman “die mensen krijgen niet de zorg die ze graag zouden willen”. Maar het CIZ is geen snoepwinkel  waar zorgbehoevenden de zorg die ze graag zouden willen kunnen uitzoeken, nee, het indiceert (onafhankelijk) alleen noodzakelijke zorg.

Nogmaals de vraag of en waarop we de staatssecretaris aan het einde van dit jaar op kunnen afrekenen. Haar doel van minder dan 2000 problematische wachtenden werd in 2007 al niet behaald maar hoe zit dat met 2008? Is dan in ieder geval deze groep van 5000 weggewerkt? En graag nog antwoord op mijn vragen over de 88-jarige meneer die helemaal geen zorg krijgt die wel geïndiceerd is. Deze 88-jarige meneer woont in een verzorgingshuis. Wordt ‘s ochtends in zijn stoel gezet en ‘s avonds weer naar bed geholpen terwijl hij al twee jaar een indicatie voor dagbesteding heeft liggen! Deze man is behoorlijk doof maar voor de rest nog prima in orde. Voorzitter voor de PVV is dit een vorm van ouderenmishandeling en de staatssecretaris is er verantwoordelijk voor.