PVV: Stop politiek gegoochel met wachtlijsten jeugdzorg
Sinds 2006 is er een patroon zichtbaar dat de regering een zak met geld op tafel zet wanneer wachtlijsten in de jeugdzorg oplopen en zichzelf daarna op de borst klopt als de wachtlijsten verminderen.
Het is echter volkomen onterecht jezelf op de borst te kloppen wanneer je in de meeste gevallen incidenteel geld beschikbaar stelt voor een structureel probleem.
Onder de ‘bezielende’ leiding van minister Rouvoet groeide het aantal kinderen dat wacht op jeugdzorg van 414 naar 4100. Een explosieve vertienvoudiging sinds we speciaal een minister voor Jeugd & Gezin hebben.
Naar alle waarschijnlijkheid spreken we nu over 3300 kinderen. Nog steeds veel en veel te veel. De vraag is of we nu kunnen stellen dat door de extra injectie van 40 miljoen 800 kinderen extra worden geholpen en dat een simpele rekensom ons zou leren dat er dus nog eens 120 miljoen extra nodig is.
Maar zo simpel is het helaas niet want er speelt veel meer.
In de eerste plaats het voorbeeld van Bureau Jeugdzorg Amsterdam dat volgens de rekenkamer suggereerde dat het krap bij kas zat terwijl het zo’n 2,2 miljoen euro oppotte. Kinderen kregen geen hulp terwijl ze dat wel gehad hadden kunnen hebben. Een kwalijke zaak.
Ten tweede speelt het gegoochel met de wachtlijsten. Het lijkt erop dat al naar gelang het uitkomt kinderen die niet de geïndiceerde zorg hebben gekregen maar vervangende zorg van de wachtlijst afgehaald worden om aan te tonen dat de extra schep met geld nut heeft gehad en er weer opgezet worden als er een einde aan de financiële injectie dreigt de komen.
In de derde plaats bleek eerder uit het rapport van het onderzoeksbureau van de tweede kamer dat de wachtlijsten onbetrouwbaar zijn, dat degelijke cijfers ten aanzien van de wachtlijsten in de jeugdzorg ontbreken, dat de registratie dubbeltellingen bevat en dat de jeugdzorg ondoelmatigheden en inefficiënties kent.
In de vierde plaats praten we eigenlijk voortdurend over een politieke wachtlijst. Alleen kinderen die langer dan 9 weken (tweeënhalve maand!) wachten staan erop en alle kinderen die iets van vervangende zorg (een doekje voor het bloeden) hebben gehad zijn eraf gehaald.
Er moet duidelijkheid komen. Een parlementair onderzoek vindt mijn fractie te zwaar en voor een motie van wantrouwen is het te vroeg maar ik zal als de minister niet toezegt precies uit te zullen zoeken wat er met de jeugdzorgmiljoenen sinds 2006 is gebeurd – van macro- tot microniveau – opnieuw een motie indienen die daarover helderheid moet geven.
Klik hier om het bijbehorende persbericht te lezen.