De Gouden Loekie, een walgelijk feestje
Vanavond om acht uur wordt in Amsterdam de gouden Loekie uitgereikt. Met na afloop een “spetterend feest”, dresscode: ‘back in black’. De PVV vindt dat misselijkmakend. Terwijl in krantenland de komende jaren alleen nog maar begrafenissen zullen plaats vinden, geeft het verkooploket van de staatsomroep een groot feest tot in de kleine uurtjes. Plaats van handeling is op zijn minst onkies: feestlokatie is The Factory, precies naast het gebouw waar Het Parool, Trouw en de Volkskrant gevestigd zijn. Uit dat gebouw zullen de komende jaren vele tientallen journalisten naar buiten lopen met wat persoonlijke bezittingen onder hun arm, op weg naar het GAK. Voor hen geen feestje.
Vanmiddag praat de Tweede Kamer met minister Plasterk over persbeleid.
PVV-mediawoordvoerder Martin Bosma: “Het is vijf voor twaalf, zo niet later. Er voltrekt zich een kleine ramp in dagbladenland. Op de hoorzitting die de Kamer onlangs hield zei een hoofdredacteur “de toekomst van de journalistiek op het spel staat.” Dat is heel erg. Immers, je kunt de krant niet missen, geen dag. En Nederland kan geen enkele krant missen.”
Het zou mooi zijn als het vanavond de laatste Gouden Loekie is. Het walgelijke feestje verdient geen herhaling. Minister Plasterk kan een voorbeeld nemen aan president Sarkozy, die per decreet reclame op de Franse publieke omroep vanaf 5 januari heeft verboden. De Franse kranten werpen zich nu massaal op de vrijgekomen reclamegelden.
De Ster moet weg! Daar zal de PVV vanmiddag in het debat met minister Plasterk voor pleiten. Maar op weg daarnaar toe is het goed de vleugeltjes alvast flink kort te knippen. De omzet van de Ster kan alvast beperkt worden , bijvoorbeeld tot 100 miljoen euro. Of Plasterk kan de Ster dwingen haar tarieven flink te verhogen. De Ster kan ook overgehaald worden tot het uitzenden van reclame voor dagbladen. Zou het niet mooi zijn als de kranten een reclame-cadeaubon krijgen van de minister, goed voor bijvoorbeeld 50 miljoen euro aan spotjes op de Ster. Plasterk kan dat makkelijk doen. In het bestuur van de Ster zitten maar liefst twee vertegenwoordigers van het ministerie van OCW. Plasterk heeft dus de mensen ter plekke om namens de burgers op te komen voor de dagbladen.
Als het echt een ‘publieke’ omroep is, dan moet ook de techniek, de platformen, die de staatsomroep heeft ontwikkeld ter beschikking gesteld worden aan de websites van kranten. Voorbeelden hiervan zijn productiemiddelen zoals mobiele netwerken, web 2.0-technologie, videoplatforms en beeldbanken. Van ons allemaal, voor ons allemaal.