We worden bedot Debat Europese Top
Voorzitter, de Europese Raad, en dus ook onze minister-president heeft zich, zoals dat in Brusselse taal heet “ingenomen” verklaard met de ondertekening van het Hervormingsverdrag van Lissabon, ofwel van de Europese Grondwet die geen Grondwet mag heten.
Deze ingenomenheid, wordt door een groot deel van de Nederlandse bevolking niet gedeeld. Maar dat heeft onze premier er niet van weerhouden om het champagneglas te heffen op de ondertekening van die pseudo-grondwet.
De regeringsleiders hebben zich in allerlei kronkels gewrongen, om enkele onderdelen uit de bij referendum verworpen Europese Grondwet te halen.
Dan zou het geen Grondwet meer hoeven heten. Vlag en volkslied zijn er uit geschrapt. De grondrechten zijn verplaatst naar een protocol bij het verdrag en voilà: de Raad van State durfde te concluderen dat van een Europese Grondwet echt geen sprake meer was.
Niet dat het enig verschil maakte voor de juridische verbindendheid van het Handvest van de Grondrechten, of die grondrechten nou in de Grondwet of in een aanhangsel stonden. De juridische kracht ervan is hetzelfde gebleven.
Nee dan de Europese vlag en het Europese volkslied. Die waren toch echt verwijderd, hoor!
Daardoor is volgens het kabinet het Hervormingsverdrag van Lissabon, echt waar en hand op hun hart, géén Grondwet. De premier en de staatssecretaris voor Europese Zaken bezwoeren het ons. Maar niet heus dus, voorzitter. Want: via een zogeheten nationale verklaring, ondersteund door 15 lidstaten, zijn vlag en volkslied op de valreep toch weer terecht gekomen in de bijlagen van het Europees Hervormingsverdrag (Slotakte).
Voorzitter, als er een ding is dat door deze gang van zaken is aangetoond, dan is het wel de onbetrouwbaarheid van onze “partners” in het Europees constitutionaliserings-proces.
Zelfs dat piepkleine en symbolische succesje dat vlag en volkslied niet bij het Europees Hervormingsverdrag betrokken zouden worden, heeft men ons niet gegund.
En wat heeft de Nederlandse regering gedaan n.a.v. die verklaring van 15 lidstaten die vlag en volkslied als de symbolen benoemen van de band van de burgers met Europa?
Heeft onze regering met de vuist op tafel geslagen en gezegd: dit willen de Nederlanders niet?
Heeft onze regering gezegd: wij zien niets in vlag en volkslied als uitdrukking van de band tussen burgers en Europa?
Niets van dat alles, voorzitter. De regering heeft er “kennis van genomen” dat vlag en volkslied nu toch weer terecht zijn gekomen in een bijlage bij het Hervormingsverdrag van Lissabon.
Voorzitter, ik heb voor de hele gang van zaken één kwalificatie en die luidt: salami-tactiek. De door de Nederlandse bevolking bij referendum verworpen Europese Grondwet, is in plakken gesneden en al die plakken worden ons uiteindelijk toch door de strot geduwd.
Plak 1: het Europees Hervormingsverdrag
Plak 2: het Handvest van de Grondrechten in een bijlage bij dat verdrag;
Plak 3: Europese vlag en Europees volkslied nu toch ook weer in een bijlage bij dat verdrag.
De conclusie is, dat het Europees constitutionaliseringsproces, waar de Nederlandse bevolking zo faliekant tegen is, toch zijn beslag zal krijgen.
Juristen-streken zijn het , voorzitter. We worden gewoon bedot met een aantal juristen-streken.
En het eind van het liedje is dat we ondanks alle beloften van het tegendeel, toch weer een stuk worden opgeschoven richting Europese superstaat.
En de regering heeft daar met open ogen en willens en wetens aan meegedaan.
De spaanse europarlementariër Méndez de Vigo (een groot voorstander van het constitutionaliseringsproces), heeft recent opgemerkt (het stond in El Pais van 12 december jl.) dat er een ongeschreven accoord bestaat om referenda over het Hervormingsverdrag van Lissabon te vermijden.
Ik kan niet bewijzen dat dat zo is, voorzitter, maar je moet wel ongelooflijk naïef zijn om te denken dat het niet waar kan zijn.
Meerdere indicaties wijzen, naast die uitlating van Méndez de Vigo, in die richting.
Ik noem:
- de gevolgde salami-tactiek die ik heb besproken;
- de politieke rol van de Raad van State bij de advisering over wel/geen referendum over het Hervormingsverdrag van Lissabon;
- de via collega van Bommel bekend geworden informatie uit de ministerraad over het voornemen om een contraseign aan de initiatiefwet voor een referendum over dat verdrag, in ieder geval te zullen onthouden.
Daarom vraag ik nu aan de premier, de minister van Buitenlandse Zaken en aan de Staatssecretaris voor Europese Zaken om ondubbelzinnig antwoord te geven op de volgende vragen:
1. Heeft u met uw europese collega’s of met leden van de Europese Commissie ooit besproken, of zelfs afgesproken, dat referenda over het Hervormingsverdrag vermeden moeten worden?
2. Hebben uw ambtenaren die aan het Hervormingsverdrag werkten, dat ooit besproken of afgesproken met hun collega’s uit andere lidstaten van de EU of met ambtenaren van de Europese commissie?